Waarom vraagt bestrijding van ondermijning om een integrale aanpak?

De aanpak van ondermijnende georganiseerde criminaliteit staat in ieder veiligheidsplan met stip op een. Naast een criminaliteitsprobleem is ondermijning namelijk ook een (sociaal) maatschappelijk probleem. De gevolgen van ondermijning zijn groot voor de veiligheid en leefbaarheid in de buurt. Ondermijning is onzichtbaar en veelzijdig van aard en dit maakt het zo complex.

Frank van Summeren, adviseur veiligheid bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak van ondermijning.

Waarom is een integrale aanpak van ondermijning noodzakelijk?

Verschillende buurten in Nederland staan op het kantelpunt om af te glijden waarbij het welzijn van de bewoners, de leefbaarheid van de omgeving en/of de veiligheid in het gedrang kunnen komen. Door een opeenstapeling van sociale en economische problematiek in kwetsbare buurten, kan een voedingsbodem voor ondermijning ontstaan. In deze kwetsbare buurten misbruiken enkele bewoners hun woonomgeving voor hun eigen gewin door kwetsbare buurtbewoners hand- en spandiensten te laten verlenen voor criminele activiteiten. Dit is met name verleidelijk voor kwetsbare bewoners wanneer deelname aan criminele activiteiten meer kansen biedt op economische en sociale stijging dan hun reguliere werkzaamheden. Het keren van deze ontwikkeling vraagt om een integrale aanpak om de weerbaarheid van de buurt en haar bewoners te bevorderen en tegelijkertijd de voedingsbodem voor ondermijning te reduceren. In deze integrale aanpak wordt op buurtniveau samengewerkt door de gemeente, woningcorporaties, scholen, zorg- en welzijnsinstellingen, politie, openbaar ministerie, buurtbewoners en ondernemers.

Wat houdt een integrale aanpak in?

De (rijks)overheid wil de aanpak van ondermijning intensiveren door de samenwerking te zoeken met maatschappelijke partners. Complexe problematiek als ondermijning vraagt om een integrale aanpak waarbij alle relevante (veiligheids)partners samenwerken en hun interventies op elkaar afstemmen om de impact te vergroten. De ambitie is een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit. Op lokaal en regionaal niveau werken gemeenten samen aan maatschappelijke weerbaarheid. Georganiseerde Criminaliteit stopt echter niet aan de grens. Op internationaal niveau wordt samengewerkt om grensoverschrijdende criminele netwerken aan te pakken. Ondermijnende georganiseerde criminaliteit vindt met name plaats in achtergestelde gebieden (zoals kwetsbare wijken, voormalige vakantieparken, woonwagenlocaties en bedrijventerreinen) die zich aan het zicht van de overheid onttrekken. Het keren van deze ontwikkeling vraagt om een gebiedsgerichte (maatwerk) aanpak om de weerbaarheid van de omgeving te bevorderen en tegelijkertijd de voedingsbodem voor ondermijning te reduceren. Criminele netwerken verplaatsen zich van de onder- naar de bovenwereld. Ze gebruiken plaatselijke infrastructuren en faciliteiten. Om criminele inmenging in de maatschappij te voorkomen werkt een brede maatschappelijke coalitie onder leiding van het (lokaal) bestuur aan een verantwoord, veilig en vitaal ondernemersklimaat. Om ondermijnende georganiseerde criminaliteit gericht aan te pakken is regievoering cruciaal. De regisseur ziet er op toe dat de betrokken (veiligheids)partners een plan van aanpak opstellen, bewaakt de uitvoering en voortgang daarvan en grijpt in wanneer de situatie daarom vraagt. Om regie te voren is een goede informatiepositie vereist waarmee gezamenlijk een interventiestrategie kan worden bepaald. De overheid wil haar informatiepositie versterken door het registreren, delen, bundelen en analyseren van de informatie die bij de (veiligheids)partners aanwezig is. Op basis van de verkregen informatie kan tot slot verantwoording worden afgelegd over de gehanteerde aanpak van ondermijnende georganiseerde criminaliteit. Wil je daadwerkelijk het verschil maken, dan moet aan alle bovengenoemde voorwaarden zijn voldaan.

Hoe werk je integraal samen met partners om ondermijning en georganiseerde criminaliteit te bestrijden?

Iedereen wil integraal werken maar tegelijkertijd is het voor betrokkenen onduidelijk hoe je integraal werkt. Organisaties werken nog steeds te veel vanuit eigen doelen en belangen. Bij de aanpak van ondermijning zijn veel organisaties betrokken. De organisaties stemmen hun interventies regelmatig nog onvoldoende op elkaar af. Tegelijkertijd is er onvoldoende zicht op de meerwaarde van betrokken organisaties voor de totale aanpak en ontbreekt het aan een constructieve werkwijze voor het overbruggen van belangenverschillen. Ook wordt vaak niet de inhoud, maar de structuur van het netwerk van organisaties centraal gesteld. Te ver doorslaan in integraal werken leidt tot verdichting en een toename van overleggen. Dit gaat ten koste van een slagvaardige uitvoering. Maar wat maakt nu de kans op succes bij een integrale aanpak groter en wanneer moeten we op onze hoede zijn voor een mislukking? Voor een succesvolle uitvoering van een integrale aanpak is een goede informatiepositie noodzakelijk. Het is voor de betrokken organisaties afzonderlijk van elkaar vaak niet duidelijk wat er exact speelt in een ondermijningscasus. Dit maakt het niet mogelijk om hier adequaat op in te spelen. Door de informatie van de afzonderlijke organisaties bij elkaar te brengen, ontstaat vaak wel een completer beeld van de situatie. Je moet weten waar ondermijning zich voordoet en wat de oorzaken zijn voordat je deze kunt oplossen. Om een compleet beeld te krijgen van de aard, omvang en aanleiding van ondermijning is informatie uitwisseling met veiligheidspartners cruciaal. Zij beschikken vaak over belangrijke relevante informatie die je nodig hebt om ondermijning gericht aan te pakken. Om basis van de opgebouwde informatiepositie kom je vervolgens tot een weloverwogen interventiestrategie waar de betrokken organisaties hun werkwijze op af stemmen. Op deze manier is de inhoud leidend bij de aanpak van ondermijning in plaats van de structuur van het netwerk van organisaties. De kern van informatie gestuurd werken is het in kaart brengen en analyseren van gebeurtenissen, signalen en trends op wijk-, buurt- en straatniveau en het in beeld brengen van risico’s en ondermijnend en crimineel gedrag als basis voor het signaleren van ontwikkelingen en het nemen van maatregelen.