De LinkedIn groep ‘Het Veiligheidshuis, samenwerken aan veiligheid’ is een ontmoetingsplaats waar professionals die betrokken zijn bij het Veiligheidshuis kennis en ervaringen kunnen delen om op deze wijze van elkaar te kunnen leren.
Deze website houdt u op de hoogte van het laatste nieuws, interessante bijeenkomsten en relevante publicaties uit het veld van de Veiligheidshuizen. Verder vindt u hier meer informatie over de LinkedIn groep ‘Het Veiligheidshuis, samenwerken aan veiligheid’ en haar initiatiefnemers.

Nieuw Wetboek van Strafvordering klaar voor parlementaire behandeling; laatste twee boeken ingediend bij Tweede Kamer

De laatste twee boeken van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zijn door staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken en minister van Justitie en Veiligheid David van Weel ingediend bij de Tweede Kamer. Het gaat om de Boeken 7 en 8 waarin de regels zijn opgenomen over de tenuitvoerlegging van straffen en over internationale strafrechtelijke samenwerking. In maart 2023 werden de Boeken 1 tot en met 6 al ingediend bij de Tweede Kamer. Met de indiening van de laatste twee boeken ligt nu het volledige nieuwe Wetboek van Strafvordering bij de Tweede Kamer. De eerste zes boeken waren reeds klaar voor parlementaire behandeling in 2025.

Staatssecretaris Struycken: “Het fundament voor een eerlijk strafproces ligt besloten in het Wetboek van Strafvordering. Het is een belangrijke basis onder onze rechtsstaat. Daarom moet het wetboek bij de tijd zijn en helder zijn over de rechten, taken en plichten in onze strafrechtketen. Het vernieuwde wetboek biedt dit, zodat burgers goed beschermd zijn en verdachten op correcte wijze opgespoord en berecht worden. Het is goed dat de gehele inhoud van het nieuwe wetboek nu bekend is bij de Tweede Kamer.”

Het Wetboek van Strafvordering bevat de regels waaraan politie, Openbaar Ministerie, rechters en advocaten zich moeten houden in het strafproces. De vernieuwing maakt het wetboek toegerust op nieuwe vormen van criminaliteit zoals cybercrime en ondermijning. Ook wordt het wetboek overzichtelijker en toegankelijker en zijn belangrijke uitspraken van de hoogste rechter erin verwerkt. De vernieuwing maakt het wetboek toekomstbestendig door een duidelijkere positie voor verdachten en slachtoffers maar ook door een actualisering van opsporingsbevoegdheden en de digitalisering van het strafproces.

Het nieuwe wetboek is het resultaat van tien jaar samenwerking tussen alle betrokken organisaties in de strafrechtketen, waaronder de politie, het Openbaar Ministerie, de Rechtspraak, de bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke Marechaussee en de advocatuur. Ook uitvoeringsorganisaties zoals het Centraal Justitieel Incassobureau, Dienst Justitiële Inrichtingen, Reclassering, Slachtofferhulp Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming zijn nauw betrokken. De feedback van al deze betrokken partijen is essentieel om de wetgeving geschikt te maken voor de praktijk. Daarnaast zijn er de afgelopen twee jaar verschillende pilots uitgevoerd om enkele nieuwe onderdelen van het nieuwe Wetboek van Strafvordering in de praktijk al te testen.

Na de behandeling en goedkeuring door de Tweede Kamer van de Boeken 1 tot en met 8 en de eerste aanvullingswet krijgen de betrokken partijen drie jaar de tijd om de nieuwe wet in de praktijk te brengen. Dit betekent dat de organisaties zich kunnen voorbereiden op de veranderingen die de nieuwe wet met zich brengt. De ketenorganisaties werken aan trainingen en aanpassingen in hun systemen om ervoor te zorgen dat de implementatie goed verloopt. Op 1 april 2029 treedt het nieuwe Wetboek van Strafvordering naar verwachting in werking.

Statelijke inmenging zet persoonlijke én nationale veiligheid onder druk

Andere landen proberen invloed uit te oefenen op Nederlanders met een migratieachtergrond. Dit doen ze bijvoorbeeld door spionage, intimidatie of zelfs ontvoering of moord. Deze vormen van statelijke inmenging zetten niet alleen de persoonlijke vrijheden van inwoners van Nederland onder druk, maar ondermijnen ook de democratische rechtsorde in Nederland. Dat staat in de fenomeenanalyse Over de grens van de AIVD en de NCTV over statelijke inmenging in diasporagemeenschappen. De publicatie helpt de samenleving en overheidsorganisaties om dit fenomeen beter te herkennen en te begrijpen. Op Rijksoverheid.nl is een communicatietoolkit gelanceerd om hierover het gesprek te stimuleren.

De fenomeenanalyse beschrijft verschillende manieren waarop buitenlandse overheden en inlichtingendiensten zich bemoeien met Nederlanders met een migratieachtergrond. Als deze buitenlandse overheden zich mengen in diasporagemeenschappen in Nederland, is dat vaak om hun eigen belangen te dienen of om hun invloed te vergroten. Dit kan variëren van het opleggen van reisbeperkingen tot aan bedreiging, mishandeling, ontvoering en in het uiterste geval moord.

Naast repressieve activiteiten kan het ook gaan om ondermijnende beïnvloeding, waarmee geprobeerd wordt politieke besluiten of het sentiment in de Nederlandse samenleving te beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan het mobiliseren van groepen binnen een gemeenschap om belangen van het herkomstland te dienen. Buitenlandse overheden proberen hiermee hun reputatie te verbeteren en kritiek zoveel mogelijk tegen te gaan. Ook proberen ze hun invloed in andere landen te vergroten en de politieke en publieke opinie over bepaalde thema’s naar hun eigen hand te zetten.  Een andere vorm van inmenging is het heimelijk inwinnen van gegevens over personen en organisaties. Buitenlandse overheden gebruiken deze gegevens bijvoorbeeld om meer druk uit te oefenen op (oud-) landgenoten of om te spioneren.

Impact op slachtoffers en de democratische rechtsorde

Statelijke inmenging kan diep ingrijpen in diasporagemeenschappen. Het kan individuele levens en groepen onder grote druk zetten en het gaat ten koste van vrijheden van inwoners van Nederland. Het kan ook zorgen voor sociale spanningen en polarisatie, en leiden tot gevoelens van onveiligheid, zelfcensuur en ondermijning van de Nederlandse rechtsgang. Het kan de democratische rechtsorde in Nederland onder druk zetten en is daarom een gevaar is voor onze nationale veiligheid.

Aanpak

Voor Nederland is deze vorm van buitenlandse bemoeienis niet acceptabel. De overheid keurt statelijke inmenging ten zeerste af en neemt maatregelen om dit tegen te gaan. Zo voert Nederland via diplomatieke weg het gesprek met landen die zich op ongewenste wijze bemoeien met de Nederlandse samenleving. Ook staat de overheid in contact met groepen in de samenleving die mogelijk te maken krijgen met statelijke, oftewel ongewenste buitenlandse inmenging. Er is een communicatietoolkit gelanceerd voor medewerkers van gemeenten en andere organisaties die in nauw contact staan met diasporagemeenschappen. Mensen moeten weten wat ongewenste buitenlandse inmenging is en hoe sommige landen te werk gaan, zodat ze hier weerbaarder tegen worden. Meer informatie op www.rijksoverheid.nl/obi.

Over statelijke dreigingen

Statelijke actoren bedreigen in toenemende mate en op verschillende manieren de nationale veiligheidsbelangen, waaronder de democratische rechtsorde. De AIVD houdt de dreiging die buitenlandse overheden kunnen vormen nauwlettend in de gaten; de NCTV werkt aan weerbaarheid tegen statelijke dreigingen.