18 gemeenten kunnen door verhoogd budget Volkshuisvestingsfonds aan de slag met woningverbetering in de meest kwetsbare gebieden in Nederland
Door een verhoging van het totaalbedrag kunnen in totaal 18 gemeenten een bijdrage uit de 4e ronde van het Volkshuisvestingsfonds (VHF) ontvangen. Dit maakte minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Mona Keijzer, in een Kamerbrief over het Volkshuisvestingsfonds bekend. Met de bijdrage kunnen deze gemeenten circa 6700 woningen renoveren, verduurzamen en herstructureren in de meest kwetsbare gebieden in Nederland. In deze ronde was een totaalbedrag van € 114 miljoen beschikbaar, maar dit bedrag is verhoogd naar bijna € 150 miljoen door niet uitgeputte woningbouwmiddelen in te zetten.
In de 4e aanvraagronde dienden in totaal 30 gemeenten/regio’s 36 aanvragen in die voorgelegd zijn aan de Toetsingscommissie Volkshuisvestingfonds. Alle aanvragen voldeden aan de toetsingscriteria, waarvan 31 aanvragen een positief advies kregen. Omdat de beschikbare middelen niet toereikend zijn voor alle positief beoordeelde aanvragen is op basis van het advies van de Toetsingscommissie een rangorde opgesteld. Dit leidt tot de toekenning van 20 aanvragen, ter waarde van € 145,5 miljoen, verdeeld over 18 gemeenten. De gemeente Weert ontvangt een partiële bijdrage vanwege de beperkte beschikbaarheid van middelen. De feitelijke totale uitbetaling bedraagt € 145,5 miljoen omdat een deel van de beschikbare €150 miljoen wordt overgemaakt naar het Btw-compensatiefonds. In de regeling van het VHF krijgen stedelijke focusgebieden en grensregio’s voorrang. Van de 18 gemeenten die in deze aanvraagronde een toekenning krijgen, ontvangen 7 gemeenten een bijdrage voor een stedelijk focusgebied. 9 gemeenten liggen in een grensregio en 2 gemeenten hebben op basis van de regeling geen voorrang.
Over het Volkshuisvestingsfonds (VHF)
In de meest kwetsbare wijken van Nederland staat de kwaliteit van woningen en de leefomgeving onder druk. Met het VHF investeert het kabinet in de verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in deze wijken. Gemeenten kunnen bijdragen uit het VHF gebruiken om woningen in deze gebieden te verbeteren, zodat de leefbaarheid en veiligheid daar toeneemt. Tussen 2021 en 2024 heeft het Volkshuisvestingsfonds mogelijk gemaakt dat er ruim 50.000 woningen in Nederland voor ruim € 1 miljard worden geherstructureerd in de meest kwetsbare gebieden.
Inwerkingtreding Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden
Per 1 maart 2025 treedt de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) in werking. Deze wet maakt duidelijk onder welke strikte voorwaarden informatie kan worden verwerkt binnen 4 bestaande samenwerkingsverbanden op het terrein van zorg en veiligheid, in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en in de aanpak van witwassen en crimineel vermogen.
De WGS zorgt voor duidelijke afspraken over hoe gegevens gezamenlijk worden verwerkt, om te voorkomen dat informatie versnipperd raakt of dat er onduidelijkheid ontstaat over wat te doen. Tegelijkertijd worden er waarborgen ingesteld om ervoor te zorgen dat deze gegevensverwerking zorgvuldig en correct verloopt.
De wet heeft betrekking op 4 bestaande samenwerkingsverbanden:
- De Zorg- en Veiligheidshuizen (ZVH’s) als het gaat om complexe problemen die het straf-, zorg- en gemeentelijke domein overstijgen, bijvoorbeeld huiselijk geweld, (jeugd)criminaliteit en onbegrepen, ernstig verward gedrag;
- De Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s), die strijden tegen georganiseerde en ondermijnende criminaliteit;
- Het Financieel Expertisecentrum (FEC), dat als doel heeft om de integriteit van de financiële sector te versterken en om daarmee de illegale geldstromen in en door Nederland terug te dringen;
- De Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV), die rapportages opstelt waaruit kan worden opgemaakt waar mogelijk crimineel of fiscaal ontdoken vermogen wordt verborgen.
Gevangenissen vol, gedetineerden iets eerder naar huis
Het gevangeniswezen koerst deze week aan op een code zwart-situatie. Dat betekent dat alle gevangenissen en politiebureaus geen plek meer hebben om nieuwe arrestanten of gedetineerden te plaatsen. Daardoor is het onontkoombaar om gedetineerden 3 dagen voor het einde van hun straf heen te zenden.
Ingrid Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid: “Ik ben hier echt ziek van, maar het is de enige manier om arrestanten en daders te kunnen blijven plaatsen. En dat is wat mij betreft het allerbelangrijkste. Dat als je een delict pleegt of daarvan verdacht wordt, je opgepakt en vastgezet wordt. Dat is cruciaal voor onze rechtsstaat. Ik heb alles op alles gezet om te voorkomen dat gevangenissen vol raken. Om extra capaciteit te vinden en andere oplossingen te bedenken. Dit is deels gelukt, maar mijn gereedschapskist is nu leeg. Ik heb simpelweg geen andere keuze.”
3 dagen en langer
Vooralsnog mogen gedetineerden 3 dagen eerder vertrekken uit de gevangenis. Met deze maatregel wordt ruimte gemaakt voor nieuwe gedetineerden. Iedereen komt in aanmerking voor vervroegde heenzending, behalve gedetineerden met een straf tot 7 dagen en gedetineerden die aansluitend tbs opgelegd hebben gekregen. Deze maatregel is tijdelijk en wordt zo kort mogelijk ingezet voor zo min mogelijk gedetineerden. Het is onvermijdelijk dat binnen afzienbare tijd het aantal dagen dat gedetineerden eerder mogen vertrekken langer wordt. Hiervoor is een aanpassing van de Regeling tijdelijk verlaten inrichting (Rtvi) nodig.
Meer celcapaciteit nodig om strenger te straffen
Dat cellen vol zitten komt door langere straffen en een toename van tbs’ers en jongvolwassenen in het gevangeniswezen. Het tekort is nog groter vanwege geplande noodzakelijke renovaties. Het kabinet wil strenger straffen. Om dat te kunnen doen is meer celcapaciteit nodig. Daarom worden mogelijkheden onderzocht om noodunits te plaatsen op bestaande gevangeniscomplexen, gesloten gevangenissen te heropenen en cellen in Estland te huren.
Voorkomen en verminderen langdurige afwezigheid leerlingen en mbo-studenten
Nog te vaak zitten kinderen en jongeren langdurig thuis zonder onderwijs. Om schooluitval beter in beeld te krijgen, te voorkomen én terug te dringen is het wetsvoorstel Terugdringen Schoolverzuim van staatssecretaris Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) naar de Tweede Kamer verstuurd. Met dit wetsvoorstel kunnen basisscholen, middelbare scholen en mbo-instellingen sneller, beter en preventief actie nemen bij afwezigheid van leerlingen en mbo-studenten. Ook neemt het aantal langdurige vrijstellingen van de leerplicht af.
Staatssecretaris Mariëlle Paul: “Kinderen horen zoveel mogelijk naar school te gaan, waar ze kennis en kunde opdoen en zich ook in brede zin kunnen ontwikkelen. Het aantal kinderen dat geen onderwijs volgt is nog altijd te hoog en moet omlaag. Met dit wetsvoorstel worden leerlingen eerder gemist op school en kunnen scholen leerlingen goed en op tijd helpen.”
Terugdringen schoolverzuim
Het wetsvoorstel Terugdringen Schoolverzuim zorgt er onder andere voor dat scholen een betere en preventieve aanpak maken. Ook zorgt het wetsvoorstel voor een goede registratie en monitoring van de aan- en afwezigheid van kinderen en jongeren tot 18 jaar die nog onder de leerplicht en kwalificatieplicht vallen. Doordat scholen aanwezigheid eerder in beeld hebben kunnen zij sneller, op tijd en gericht in actie komen. Bijvoorbeeld doordat een mentor in een vroeger stadium extra aandacht aan een leerling besteedt of doordat scholen op tijd een jeugdarts betrekken. Met een betere registratie komt er daarnaast een completer beeld van de omvang van de groep kinderen die geen onderwijs volgt. Bovendien verbetert hierdoor ook de samenwerking van scholen met leerplichtambtenaren en samenwerkingsverbanden, doordat zij duidelijke afspraken maken over wie wanneer wordt betrokken.
Minder langdurige vrijstellingen van de leerplicht
Kinderen die vanwege lichamelijke of psychische redenen geen onderwijs volgen kunnen straks met ingang van de wet een vrijstelling ontvangen voor een kortere periode. Door voortaan te kijken naar wat er op het gebied van onderwijs wél mogelijk is in de ontwikkeling van het kind, kan de vrijstelling voor een flexibelere periode afgegeven worden. Dit geeft kinderen en jongeren perspectief om toe te werken naar een passende vorm van onderwijs.
Wetsvoorstel
Het wetsvoorstel is samen met betrokken partijen, waaronder ouders en leerplichtambtenaren, tot stand gekomen. Om extra administratieve lasten voor scholen te beperken wordt de wijze van registreren eenduidig en sluit die aan op wat scholen al doen. Het streven is om de wet in augustus 2025 in werking te laten treden.
Veelzijdige aanpak van veelkoppig monster antisemitisme
Een Nederland zonder antisemitisme is het uitgangspunt en leidraad in de Strategie Bestrijding Antisemitisme die het kabinet vandaag heeft gepresenteerd. Minister Van Weel van Justitie en Veiligheid maakt vanaf 2025 jaarlijks € 4,5 miljoen extra vrij voor de aanpak van antisemitisme. Niemand zou geconfronteerd moeten worden met haat, intimidatie, uitsluiting en geweld. Naast repressie is er daarom ook preventie nodig. Joden moeten vrij en veilig zijn om hun Joods-zijn te uiten. Ze moeten veilig over straat kunnen gaan met een keppel, zich veilig voelen om een mezoeza op hun deurpost te plaatsen en op andere manieren hun geloof en gebruiken vrij en veilig kunnen uiten.
Minister Van Weel: ‘Het afgelopen jaar is in Nederland antisemitisme helaas verder toegenomen. En de gebeurtenissen in Amsterdam 2 weken geleden hebben dat ook weer heel helder aan Nederland laten zien. Het kabinet doet er alles aan om antisemitisme aan te pakken. Zo kijken we hoe we harde maatregelen kunnen inzetten als het snelrecht, een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties en of we bij ernstige misdrijven met een antisemitisch aspect het Nederlanderschap kunnen intrekken. Er komt ook een Taskforce Bestrijding Antisemitisme die op korte termijn aan de slag gaat met het verhogen van de veiligheid voor Joden.’
Maatregelen
Het kabinet wil ook het verheerlijken van terrorisme strafbaar stellen, met een hoog strafmaximum. Hierin wordt gekeken naar de mogelijke gevolgen van het tegengaan van antisemitisme. Daarnaast moet de politie ook in bepaalde besloten chatgroepen kunnen meelezen als wat daar besproken wordt gevolgen kan hebben voor grote verstoringen van de openbare orde. Daarvoor komt de minister in de eerste helft van 2025 met een wetsvoorstel voor de uitbreiding van bevoegdheden voor politie voor informatievergaring ten behoeve van de openbare orde handhaving.
Het kabinet wil kijken hoe er een scherper onderscheid kan worden gemaakt tussen vreedzaam demonstreren en ordeverstorende acties. Aanleiding hiervoor is het toenemende aantal protestacties waarbij demonstranten vaak bewust de grenzen van het recht opzoeken of overschrijden of waarbij andere grondrechten of de nationale veiligheid in het gedrang kunnen komen. De verwachting is dat het onderzoek in de zomer van 2025 gereed zal zijn.
Taskforce Bestrijding Antisemitisme
Er wordt op korte termijn een Taskforce Bestrijding Antisemitisme opgericht. Deze Taskforce gaat het komend jaar aan de slag met het doen van gerichte voorstellen om de veiligheid van Joden te bevorderen, waaronder de veiligheid van Joodse studenten op universiteiten en veiligheidsconsequenties van de sit-ins op de NS stations. Het kabinet vindt het belangrijk dat de Taskforce uit vertegenwoordigers bestaat van de betrokken ministeries, de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB), burgemeesters, de onderwijssector, de sportsector, de cultuursector, de OV-sector en andere maatschappelijke partijen. Zij gaan allen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid met de maatregelen aan de slag. Ook vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap zijn onderdeel van deze Taskforce. Het secretariaat van de Taskforce zal ingebed worden bij de NCAB. De Taskforce wordt ingesteld voor een periode van een jaar.
Veiligheidsfonds
Door de toename van antisemitisme in Nederland treffen Joodse scholen, instellingen en evenementen al geruime tijd zelf maatregelen ten behoeve van de veiligheid of om zorgen over de veiligheid weg te nemen. Hoewel dit past bij de verantwoordelijkheidsverdeling als het gaat om veiligheid, kunnen de kosten hiervan onevenredig drukken op de gemeenschap. Het kabinet is daarom voornemens om Joodse scholen, instellingen en evenementen financiële ondersteuning te bieden. Het kabinet heeft een bedrag van € 1,3 miljoen per jaar hiervoor gereserveerd.
Ook de voedingsbodem van antisemitisme wordt aangepakt. Het kabinet ontwikkelt instrumenten die jongeren en volwassenen weerbaarder maken en die kunnen leiden tot verandering in houding en gedrag. Daarbij is het belangrijk dat er extra aandacht is voor het Jodendom en de Holocaust op scholen. In het Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie zijn de versterkingsmaatregelen op een rijtje gezet.
Vuist tegen antisemitisme in voetbal
Antisemitisme in het voetbal moet door alle clubs worden aangepakt. Antisemitische leuzen en spreekkoren in en rond de voetbalstadions werken ook daarbuiten door voor veel Joden. Spreekkoren worden herhaald op scholen. 2 projecten zetten in op gedragsverandering bij kinderen en jongeren: Fair Play workshops op scholen en bij voetbalclubs mede georganiseerd door de Anne Frank Stichting worden uitgebreid naar meer scholen en meer voetbalclubs. Daarnaast wordt het Spreekkorenproject in het betaald voetbal voortgezet. Dit project richt zich op bewustwording bij supporters van het kwetsende effect van antisemitische spreekkoren.
De herinnering levend houden en erkenning van het Joods leven in Nederland
De genocide op Joden in de Tweede Wereldoorlog lijkt voor veel mensen ver weg, maar Joden die nu leven hebben nog altijd te maken met de effecten van de Holocaust. Het is van groot belang de tastbare en niet-tastbare geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog veilig te stellen en door te geven aan volgende generaties. Om het verhaal te blijven vertellen over de Tweede Wereldoorlog, inclusief de Holocaust, ondersteunt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport professionele organisaties binnen de herinneringssector. Dat betreft bijvoorbeeld de vijf herinneringscentra, het Joods Cultureel Kwartier, het Nationaal Comité 4-5 mei, het NIOD en de Anne Frank Stichting. Ook het nieuwe Nationale Holocaustmuseum wordt door het kabinet gesteund. Het kabinet gaat antisemitisme ook tegen door in 2025 te investeren in een inclusieve, diverse en toegankelijke culturele sector. Verder wordt er ingezet op dialoog en kennisdeling met culturele instellingen zodat inclusie gewaarborgd blijft. Om de kennismaking met Joods leven verder te professionaliseren worden er structureel geïnvesteerd in projecten zoals ‘Leer je buren kennen’.
Meerjarige aanpak
Deze strategie is een meerjarige aanpak waarbij het kabinet ieder jaar opnieuw zal kijken naar de effectiviteit van de maatregelen en verdere versterkingen. Een integrale aanpak voor het aanpakken van antisemitisme is belangrijk. Dit omvat het bevorderen van religieuze tolerantie, het stimuleren van interreligieuze dialoog en het aanpakken van polarisatie. De doorontwikkeling van de strategie wordt gecoördineerd door de minister van Justitie en Veiligheid, waarbij de verschillende bewindslieden van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Buitenlandse Zaken op hun eigen beleidsterreinen de eindverantwoordelijkheid dragen. De strategie is opgesteld samen met de NCAB en de NCAB adviseert departementen en andere overheden over de uitvoering daarvan.
Betere rechtsbescherming kwetsbare gezinnen in de jeugdbescherming
Staatssecretaris Rechtsbescherming, Teun Struycken, schetst in een brief aan de Tweede Kamer de hoofdlijnen van het wetsvoorstel dat de rechtsbescherming in de jeugdbescherming moet versterken, in lijn met het regeerprogramma. Hierbij wordt, onder andere, ingezet op structurele gratis rechtsbijstand voor ouders, het voorkomen van uithuisplaatsing en het bevorderen van terugplaatsing van kinderen in het eigen gezin. In totaal is structureel een budget beschikbaar dat oploopt tot € 21,4 miljoen per jaar vanaf 2027.
Staatssecretaris Teun Struycken: “Ieder kind heeft het recht veilig thuis op te kunnen groeien en zich te ontwikkelen. Maar soms is de veiligheid van een kind in het geding. Als de rechter bijvoorbeeld een uithuisplaatsing of onder toezichtstelling oplegt, dan is dat zeer ingrijpend voor ouders en kinderen. Dat raakt aan het recht op gezinsleven. Zo’n maatregel mag dus alleen een uiterst middel zijn en vraagt om grote zorgvuldigheid. Ouders en kinderen moeten daarbij altijd beschermd zijn en op het recht kunnen terugvallen. Zij moeten beter gehoord, gezien en ondersteund worden als zij te maken krijgen met een kinderbeschermingsmaatregel.”
Gratis rechtsbijstand
In het wetsvoorstel wordt vastgelegd dat ouders recht hebben op gratis rechtsbijstand als ze te maken krijgen met een eerste gedwongen uithuisplaatsing van hun kind of beëindiging van hun gezag als ouder. Met ondersteuning van een advocaat hebben ouders een meer gelijkwaardige positie ten opzichte van de Raad voor de Kinderbescherming of een jeugdbeschermer van een gecertificeerde instelling, voor, tijdens en na de zitting bij de kinderrechter. Ze worden beter gehoord, geïnformeerd en weten beter wat hen te wachten staat. De huidige pilot gratis rechtsbijstand wordt verlengd totdat een structurele regeling van kracht is. De inzet is deze gratis rechtsbijstand uit te breiden naar de zogenoemde verlengingsprocedures waarbij de rechter beoordeelt of de bestaande maatregel al dan niet verlengd moet worden.
Bevorderen terugplaatsing
Bij een uithuisplaatsing is het primaire doel het kind te beschermen. Daarna is het van belang dat ouders zo snel mogelijk weer de zorg voor hun kind kunnen overnemen. Dit uitgangspunt van ‘werken aan terugplaatsing’ wordt in de wet vastgelegd. Hiervoor is het groot belang dat er tijdens de uithuisplaatsing contact is tussen ouder en kind. Een omgangsplan wordt dan ook een verplicht onderdeel in de wet. Binnen 6 weken na uithuisplaatsing moet de jeugdbeschermingsorganisatie samen met de ouder(s) een plan hiervoor opstellen. Daarbij moet ook worden onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor contact tussen het kind en eventuele broers of zussen. In het wetsvoorstel wordt ook opgenomen dat broers en zussen zoveel mogelijk samen geplaatst worden.
Opvoedperspectief
Om zicht te houden op terugkeer naar het eigen gezin is het van belang dat bij het eerste verzoek tot uithuisplaatsing helderheid is over de vraag waar het kind in de nabije toekomst wordt opgevoed. Een zogenoemd opvoedperspectief. In het wetsvoorstel zal de beslissing hierover expliciet bij de kinderrechter worden neergelegd. Ook als er sprake is van verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. Zo kan de kinderrechter bijsturen als blijkt dat de mogelijkheden voor terugplaatsing nog onvoldoende zijn onderzocht.
Voorkomen van uithuisplaatsing
Beslissingen over uithuisplaatsing hebben een grote impact op het recht van kinderen én ouders op een gezinsleven. Ook laat de huidige praktijk zien dat een uithuisplaatsing niet altijd leidt tot verbetering voor het kind. Dat vraagt om zorgvuldig onderzoek of uithuisplaatsing het beste middel is om de veiligheid van het kind te beschermen of dat er een minder ingrijpende manieren zijn om het kind te beschermen. Het zogenoemde subsidiariteitsbeginsel. In de wet zal het subsidiariteitsbeginsel worden toegevoegd aan de rechtsgronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Met als doel dat deze maatregelen alleen worden ingezet als uiterste middel.
Na consultatie van het wetsvoorstel zal het worden voorgelegd aan de Raad van State voor advies, waarna het in 2025 wordt ingediend bij de Tweede Kamer.
Miljoenenimpuls voor doorontwikkelen dronedetectie bij gevangenissen
Er komt jaarlijks € 16 miljoen extra beschikbaar om te voorkomen dat gedetineerden vanuit de gevangenis doorgaan met criminele activiteiten. Dat heeft staatssecretaris Ingrid Coenradie vandaag bekend gemaakt. Het geld wordt onder meer besteed aan voorkomen dat drones smokkelwaar droppen in de gevangenis.
Een klein maar gevaarlijk deel van de gedetineerden doet er vanuit detentie alles aan om hun criminele activiteiten in de buitenwereld voort te zetten. Hiervoor gebruiken ze onder meer naar binnen gesmokkelde telefoons. Deze hebben soms het formaat van slechts een duim. Met het extra geld wordt geïnvesteerd in innovatieve technologie om telefoons en andere contrabande (zoals drugs) in het gevangeniswezen tegen te gaan en om de dronedetectie van de Dienst Justitiële Inrichtingen up-to-date te houden.
Staatssecretaris Coenradie van Justitie en Veiligheid: “Het is onverteerbaar en gevaarlijk dat gedetineerden doorgaan met duistere zaken vanuit de gevangenis. Het ondermijnt de rechtsstaat. Daarom zetten we alles op alles om dit te voorkomen en de samenleving te beschermen. Met deze miljoeneninvestering kunnen we extra stappen zetten. Dat is pure winst.”
Het geld wordt verder geïnvesteerd in de afdelingen Intensief Toezicht (AIT) waar hoogrisicogedetineerden worden geplaatst bij wie bijvoorbeeld het risico bestaat dat ze vanuit detentie doorgaan met criminele activiteiten. Daarnaast wordt nog meer ingezet op het internationaal delen van informatie over deze risicovolle detentiepopulatie.
Een uitgewerkt plan van aanpak wordt in het voorjaar van 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze investeringsimpuls is onderdeel van de € 300 miljoen die het kabinet jaarlijkse investeert om de nationale veiligheid te versterken.
€ 280 miljoen extra voor politie en veiligheid
Onze veiligheid, vrijheden en democratische rechtsstaat staan onder druk. Het kabinet investeert daarom vanaf 2025 jaarlijks ruim € 280 miljoen extra in de politie en in keten partners zoals het Openbaar Ministerie en Nederlands Forensisch Instituut. Dat staat in een brief met een pakket aan maatregelen die vandaag door minister David van Weel (Justitie en Veiligheid) naar de Tweede Kamer is gestuurd. Zo wordt er onder meer extra geïnvesteerd in meer slagkracht bij de politie, aanpak van digitale criminaliteit, de strijd tegen de georganiseerde misdaad en de aanpak van antisemitisme.
Cybercrime
De aanpak van cybercrime vraagt om één centrale aanpak die meer samenhang brengt door intelligence en de operatie samen te brengen. Daar zijn mensen voor nodig met specifieke kennis. Om de politie snel meer slagkracht tegen cybercrime te geven, gaat de politie inzetten op het werven van zij instromende specialisten.
Minister David van Weel (Justitie en Veiligheid): “Criminaliteit is er niet alleen in de fysieke wereld maar criminelen hebben in de digitale wereld een nieuw verdienmodel ontdekt. Om cybercrime aan te pakken en criminelen hun verdienmodel af te nemen investeert het kabinet in totaal € 52,6 miljoen in de bestrijding hiervan door de politie en andere partijen. Daarbij werkt de politie datagedreven en over grenzen heen want de digitale wereld kent geen grenzen. Daarom versterken we de politie, zoals het Team High Tech Crime.”
Daarnaast wordt ook het NFI verder versterkt door te investeren in projecten over digitale opsporing. Daarmee wordt ook het forensisch deel op het gebied van cybercrime uitgebreid. Hierdoor kunnen we betere resultaten bereiken in de opsporing bij complexe zaken.
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit
Criminelen maken voor hun illegale activiteiten gebruik van legale bedrijven en dienstverleners. Zo raken onder- en bovenwereld met elkaar vermengd. Dat zorgt voor onveilige situaties. Het kabinet gaat daarom ook meer investeren in de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Ook hierbij is het belangrijk dat de slagkracht van de politie wordt vergroot.
Van Weel: “Drugslabs midden in woonwijken, uithalers in onze havens en criminelen die vetes uitvechten met explosieven aan voordeuren. Ondermijnende georganiseerde criminaliteit vreet aan de wortels van onze democratische rechtsstaat. Criminelen bedreigen onze samenleving en rechtstaat. Dat vergt van ons een lange adem.”
Er wordt € 62,8 miljoen in geïnvesteerd in de aanpak georganiseerde ondermijnende criminaliteit en het beschermen van de democratische rechtsstaat.
Aanpak antisemitisme
Het kabinet wil antisemitisme met kracht een halt toeroepen. Joodse Nederlanders moeten, net als iedereen in dit land, hun identiteit kunnen laten zien zonder twijfel of angst. Ze moeten een keppel kunnen dragen op straat, een mezoeza aan de deurpost kunnen hebben en veilig naar de synagoge kunnen gaan.
Van Weel: “Elke uiting van antisemitisme doet afbreuk aan de gezamenlijkheid van onze rechtsstaat. Het kabinet wil daarom daders hard aanpakken, slachtoffers ondersteunen en er alles aan doen om antisemitisme te voorkomen. Joden moeten veilig zijn in Nederland en wij moeten hen beschermen tegen het gif dat antisemitisme heet. In totaal trek ik hier € 4,5 miljoen voor uit.”
Kabinetsdelegatie spreekt met maatschappelijke organisaties over antisemitisme
Naar aanleiding van de gebeurtenissen van vorige week in Amsterdam, vindt er op dinsdag 12 november op het Catshuis een bijeenkomst plaats over antisemitisme.
Minister-president Schoof spreekt, samen met een brede kabinetsdelegatie, met vertegenwoordigers vanuit organisaties betrokken bij de Joodse gemeenschap, onderwijs, cultuur, sport, openbaar vervoer, bedrijfsleven, veiligheid en lokaal bestuur.
Miljoenen beschikbaar voor transformatie gesloten jeugdhulp
Het kabinet stelt 176 miljoen euro aan gemeenten beschikbaar voor de afbouw van gesloten jeugdhulp en de opbouw van meer passende vormen van jeugdzorg, zoals kleinschalige residentiële accommodaties of ambulante alternatieven. De ministerraad heeft hier op voorstel van staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) mee ingestemd.
Staatssecretaris Karremans: “Dit kabinet wil zo snel mogelijk de gesloten jeugdhulp zorgvuldig afbouwen. Dat kan als we ervoor zorgen dat voor jongeren die hier nu gebruik van maken een passend alternatief beschikbaar is. Met het besluit dat we vandaag hebben genomen voldoen we aan een belangrijke voorwaarde voor gemeenten om deze transformatie in gang te zetten of te versnellen. Met het geld kunnen de coördinerende gemeenten de plannen die zij samen opstellen met aanbieders gaan uitvoeren. Zo krijgt de transformatie overal in Nederland vorm.”
Afbouw
Het kabinet heeft als doel gesloten jeugdhulp zo snel mogelijk af te bouwen. In plaats hiervan ontwikkelen jeugdhulpaanbieders een alternatief aanbod: kleinschalig en met een andere pedagogische aanpak. Wel houdt het kabinet oog voor situaties waarin jongeren tegen zichzelf beschermd moeten worden en vrijheidsbeperkende maatregelen noodzakelijk kunnen zijn, zoals dreiging van automutilatie of suïcide, onveiligheid door “loverboys” problematiek of gevaar vanwege middelen gebruik. Wel blijft altijd het uitgangspunt ‘Nee, tenzij’.
Gemeenten aan zet
Voor de transformatie is de komende jaren in totaal 176 miljoen euro beschikbaar voor de 7 coördinerende gemeenten. Gemeenten mogen de middelen inzetten voor de afbouw van de huidige gesloten jeugdhulp en het opbouwen van (kleinschalige residentiële of ambulante) alternatieven. 80% van het beschikbare budget wordt verdeeld over de coördinerende gemeenten op basis van het aantal plekken gesloten jeugdhulp in hun regio. De resterende 20% van het budget kan aanvullend door deze gemeenten worden aangevraagd ten behoeve van de af- en ombouw. Gemeenten kunnen in 2025, 2026 en 2027 hiervoor een aanvraag indienen.