Deskundigencommissie geeft opnieuw advies over voortgang Hervormingsagenda jeugd

Per 1 januari 2026 wordt de externe en onafhankelijke Deskundigencommissie voor de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 opnieuw geïnstalleerd. Deze commissie kijkt of de gemaakte afspraken rond de jeugdzorg goed worden uitgevoerd en geeft hierover een zwaarwegend en maatgevend advies aan de Rijksoverheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook bekijkt zij of dit het gewenste effect heeft op de uitgaven en hoe daarmee om te gaan. Dit is een belangrijke afspraak uit de Hervormingsagenda.

In januari 2025 bracht de commissie haar eerste advies uit. Het volgende, tweede advies wordt begin 2027 verwacht.

Taken en rol van de commissie

De commissie monitort de voortgang van de afspraken uit de Hervormingsagenda Jeugd en brengt de ontwikkelingen en de uitgaven in beeld. Ook wordt gekeken of de gezamenlijke inspanningen daadwerkelijk bijdragen aan de beweging die partijen met elkaar willen bereiken in de jeugdzorg. De commissie houdt rekening met knelpunten en bredere maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn, zoals druk op de bestaanszekerheid of het mentaal welzijn van jongeren. Deze uitkomsten vormen samen de basis voor een advies aan de Rijksoverheid en de VNG.

Samenstelling van de commissie

De leden van de commissie zijn Tamara van Ark (voorzitter), Han Polman, José Lazeroms, Bernard ter Haar en Bert Wienen. Deze vijf leden hebben gezamenlijk kennis van het jeugdstelsel, overheidsfinanciën en bestuurlijke verhoudingen.


Kabinet wil bevoegdheid tot intrekken Nederlanderschap bij terrorisme permanent maken

Het kabinet heeft ingestemd met het in consultatie brengen van een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt het Nederlanderschap in te kunnen trekken van een persoon die zich in het buitenland bevindt en zich heeft aangesloten bij een terroristische organisatie. Op dit moment geldt deze bevoegdheid al, maar deze is tijdelijk en vervalt in februari 2027. Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat deze bevoegdheid permanent in de wet opgenomen wordt.

Deze wet maakt het mogelijk om het Nederlanderschap in te trekken van iemand ouder dan achttien jaar die zich buiten Nederland bevindt en zich aangesloten heeft bij een terroristische organisatie die een bedreiging vormt voor onze nationale veiligheid. Hiervoor is geen strafrechtelijke veroordeling nodig. De intrekking heeft als doel om legale terugkeer naar Nederland of andere delen van het Koninkrijk onmogelijk te maken en illegale terugkeer te bemoeilijken. Tegelijk met de intrekking wordt deze persoon tot ongewenst vreemdeling verklaard.

Land veilig houden

Staatssecretaris Rutte van Justitie en Veiligheid: “We willen niet dat mensen die zich in het buitenland bij terroristische organisaties aansluiten zomaar terug kunnen keren naar het Koninkrijk. Door het Nederlanderschap in te kunnen trekken voorkomen we dat zij aanspraak kunnen maken op het Nederlanderschap en houden we ons land veilig. Daarom is het belangrijk dat deze bevoegdheid straks permanent wordt.”

Bevoegdheid

Door deze bevoegdheid permanent in de wet op te nemen wil het kabinet voorkomen dat mensen die zich aansluiten bij een terroristische organisatie kunnen terugkeren naar Nederland of andere delen van het Koninkrijk. Nederlanders die uitreizen naar het buitenland om zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie vormen een groot risico voor de nationale veiligheid. De verwachting is dat deze aanhoudende terroristische dreiging de komende tijd niet zal afnemen, mede door de huidige geopolitieke verhoudingen.

Consultatie

Het wetsvoorstel gaat voor een periode van vier weken in (internet)consultatie. Dit is korter dan gebruikelijk omdat het een bestaande bevoegdheid is. Zo kan de wet voortvarend worden behandeld. Iedereen kan reageren op het voorstel. De reacties worden gebruikt om het wetsvoorstel verder te verbeteren voordat het aan de Raad van State voor advies wordt voorgelegd en vervolgens aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.


Vergoeding van affectieschade voor broers en zussen

Het kabinet wil dat broers en zussen van slachtoffers die zijn overleden of ernstig en blijvend letsel hebben opgelopen door toedoen van een ander, voortaan ook recht hebben op vergoeding van affectieschade. De ministerraad heeft besloten een wetsvoorstel daartoe in consultatie te brengen. Hierin wordt ook de vergoeding van affectieschade in Caribisch Nederland geïntroduceerd. Daarnaast worden de vaste vergoedingsbedragen voor affectieschade verhoogd.

Smartengeld

Een vergoeding van affectieschade is een vorm van smartengeld voor naasten in verband met het verdriet dat zij hebben omdat een dierbare overlijdt of ernstig en blijvend gewond raakt. Op dit moment kunnen kortgezegd partners, ouders en kinderen van slachtoffers deze schadevergoeding krijgen. Dat moet volgens het kabinet ook mogelijk worden voor broers en zussen.

Onrechtvaardigheid

Staatssecretaris Rutte van Justitie en Veiligheid: “In eerdere zaken hebben we kunnen zien dat de onmogelijkheid van vergoeding van affectieschade voor broers en zussen als zeer pijnlijk en onrechtvaardig kan worden ervaren. Met dit wetsvoorstel wordt de positie van broers en zussen als nabestaanden versterkt; een grote wens van zowel de Tweede Kamer als het kabinet. Ik ben verheugd dat het wetsvoorstel nu in consultatie kan gaan.”

WODC-onderzoek

Vorig jaar concludeerde het WODC na een integraal evaluatieonderzoek van de wet dat deze goed werkt: de wet geeft erkenning aan naasten en nabestaanden van slachtoffers. Ook in dit onderzoek kwam het knelpunt rondom broers en zussen naar voren. De voorgestelde wetswijziging beoogt erkenning te geven aan het leed van deze groep naasten van slachtoffers. De Tweede Kamer heeft meermaals aandacht gevraagd voor de positie van broers en zussen wat affectieschade betreft. Het toekennen van de vergoeding van affectieschade voor broers en zussen en het mogelijk maken van de vergoeding van affectieschade op de BES is onderdeel van het regeerprogramma.

Consultatie

De regelingen gingen op 24 november in consultatie. Na de consultatieperiode worden deze naar de Raad van State gestuurd. Daarna volgt voor het wetsvoorstel nog de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De regelingen zullen gelijktijdig in werking treden.


Leefbaarheid NPLV-gebieden verbetert iets, maar achterstand blijft groot

De leefbaarheid verbeterde in de 20 gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) gemiddeld iets sterker dan het landelijk gemiddelde tussen 2018 en 2024. De leefbaarheid in de NPLV-gebieden blijft nog wel flink achter bij het landelijk gemiddelde. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage die minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Uit de Leefbaarometer blijkt dat overlast en onveiligheid de grootste invloed hebben op de achterblijvende leefbaarheid in de NPLV-gebieden, gevolgd door het soort woningen in de wijk. Positief is dat relatief meer mensen werken en bewoners gemiddeld meer verdienen. Ook groeit een kleiner deel van de kinderen op in armoede, is het aantal jongeren met een verdenking gedaald en is ook het risico op onderwijsachterstanden afgenomen.

Effecten gebiedsgerichte aanpak

 “Het is goed om te zien dat de eerste ontwikkelingen van de gebiedsgerichte aanpak zichtbaar worden”, zegt minister Mona Keijzer. “We zien nu de eerste effecten van de eerste 3 jaar van een aanpak die 15 tot 20 jaar inzet vraagt. In deze buurten wonen mensen met vaak meerdere problemen op het gebied van wonen, veiligheid, inkomen of gezondheid. 6 ministeries trekken in de NPLV-wijken op met lokale partijen en bewoners om het tij te keren. De problemen zijn hardnekkig en vragen om structurele investeringen om het toekomstperspectief van de 1,2 miljoen bewoners te verbeteren.”

Leefbaarheid en nieuwe woningen

Het aandeel woningen in de NPLV-gebieden dat in een gebied staat met een ‘zwakke’ of lagere leefbaarheid is afgenomen van 60% in 2018 naar 55% in 2024. De leefbaarheid blijft desondanks nog steeds flink achter bij het landelijke gemiddelde van slechts 11%. Ook ervaren minder mensen in de NPLV-gebieden hun gezondheid als (zeer) goed: dat aantal ligt 5 tot 10 procentpunten lager dan gemiddeld in Nederland.

Slecht onderhouden woningen

In de NPLV-gebieden staan relatief veel goedkope en slecht onderhouden woningen. Daarom worden woningen gebouwd en bestaande huizen en maatschappelijke voorzieningen verbeterd. Met geld uit de Woningbouwimpuls (Wbi) en de Startbouwimpuls (Sbi) is gestart met de bouw van zo’n 2.500 woningen van in totaal 33.000 woningen in de NPLV-gebieden. Tussen 2025 en 2029 worden nog eens 50.000 woningen en collectieve voorzieningen zoals scholen verbeterd en gebouwd.

Woningen verbeterd

In 2024 werden met geld van het Volkshuisvestingsfonds (VHF) ruim 7.500 woningen verbeterd in de NPLV-gebieden. Ook werden circa 27.470 huishoudens ondersteund bij het treffen van energiebesparende voorzieningen voor een lagere energierekening en een gezonder binnenklimaat. In totaal zijn 8.298 sociale huurwoningen in de NPLV-gebieden verbeterd in energieprestatie.

Meer mensen van bijstand naar werk, minder armoede

Het aandeel werkenden in de NPLV-gebieden is gestegen van 60% in 2018 naar 64% in 2024. Wel blijft het gemiddelde ongeveer 7% lager dan landelijk. Ook het aandeel mensen in de bijstand daalt gestaag. 8% van de huishoudens leefde in 2023 in armoede, tegen 18% in 2018. Dit is in lijn met de landelijke daling van armoede. Wel leven nog altijd dubbel zoveel huishoudens onder de armoedegrens als gemiddeld in Nederland. 

Verschillende interventies

Verschillende interventies – zoals baangaranties voor jongeren, verlengde leertijd, begeleiding naar werk voor mensen in de bijstand en activerende kinderopvang – droegen hieraan bij. Deze interventies worden onder meer bekostigd uit de SPUK Kansrijke Wijk 2023-2025, een gebundelde geldstroom van het Rijk specifiek voor de NPLV-gebieden. Dit jaar hebben de ministeries van OCW, SZW en VRO nog eens € 400 miljoen vrijgemaakt voor de SPUK Kansrijke Wijk 2026-2028.

Meer ontwikkeltijd voor kinderen

Het risico op onderwijsachterstanden in zowel het basis- als het voortgezet onderwijs nam iets af in de NPLV-gebieden, maar blijft hoger dan gemiddeld in Nederland. In 2024 kwamen 11.088 kinderen uit de NPLV-gebieden in aanmerking voor voorschoolse educatie, zoals peuteropvang. Zo’n 3/4 daarvan nam ook daadwerkelijk deel. Ongeveer 53.000 kinderen in NPLV-gebieden kregen verlengde leertijd op de basisschool.

Overlast en onveiligheid

Bewoners van NPLV-gebieden ervaren bijna 2 keer zoveel overlast en onveiligheid als gemiddeld in Nederland. De ervaren onveiligheid neemt sinds 2018 wel iets af, hoewel relatief iets minder snel dan gemiddeld in Nederland. In bijna alle NPLV-gebieden ervaart meer dan de helft van de bewoners overlast, met uitschieters tot 70%.

Preventie met gezag

Het aantal geregistreerde verdachte jongeren van 12 tot en met 22 jaar per 10.000 bewoners daalde in 2024 licht, in lijn met de landelijke ontwikkeling. Met onder meer de inzet van het programma Preventie met Gezag zetten de NPLV-gebieden flink in op het weerbaar maken van jongeren, het voorkomen van jeugdcriminaliteit en straffen indien nodig. Om deze aanpakken te continueren hebben de NPLV-gebieden in 2025 een tweede tranche van Preventie met Gezag kunnen aanvragen.


Nederland host internationale conferentie over grensbeheer

Nederland host als eerste EU-lidstaat de 8e editie van de International Border Management Conference. Deze tweedaagse conferentie die volledig in het teken staat van grensbeheer vindt op 18 en 19 november 2025 plaats in Amsterdam. David van Weel, minister van Asiel en Migratie, opende het programma met een speech.

De internationale samenwerking op het gebied van grensbeheer verder versterken. Dat is het doel van deze jaarlijkse conferentie die jaarlijks vertegenwoordigers van partnerlanden, EU-instellingen en internationale organisaties samenbrengt.

Nederland vervult een belangrijke voortrekkersrol bij het stimuleren van dialoog en kennisdeling over migratie- en grensbeheer binnen de Europese Unie om brede partnerschappen op te zetten. Tijdens de conferentie werd de Nederlandse inzet op grensmanagement benadrukt:

  • sterker extern grensbeheer en innovatie;
  • betere samenwerking met derde landen;
  • effectievere terugkeer;
  • meer digitalisering en informatie-uitwisseling.
     

Minister Van Weel: “De uitdagingen op het gebied van grensbeheer zijn groot. We moeten irreguliere migratie en grensoverschrijdende criminaliteit aanpakken en tegelijkertijd investeren in meer terugkeer. Daarom goed om vandaag met zoveel landen bij elkaar te komen om onze kennis te delen en de samenwerking te versterken.”

Onder andere de invoering van het Europese Asiel- en Migratiepact, het Entry/Exit Systeem (EES), het European Travel Information and Autorisatie System (ETIAS) werden besproken. Dit gebeurde tijdens interactieve panelgesprekken en werksessies. Daarnaast was er ruimte voor het bespreken van nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals digitale grenscontrolesystemen en datadeling tussen landen. Ook werd aandacht besteed aan de rol van opleiding en training van grenswachten.

Achtergrond van conferentie

De International Border Management Conference is sinds 2018 een jaarlijks evenement dat wereldwijd professionals en experts op het gebied van grensbeheer samenbrengt. Het wordt georganiseerd door International Centre for Migration Policy Development (ICMPD). Voorgaande edities waren in Turkije (2023) en Tunesië (2024).


Handhavingsplan jaarwisseling naar Tweede Kamer

Afgelopen jaar is de Wet veilige jaarwisseling aangenomen door de Tweede Kamer en Eerste Kamer. Deze initiatiefwet van GroenLinks-PvdA wet regelt een algeheel vuurwerkverbod voor consumenten. Voor fop- en schertsvuurwerk (categorie F1) zoals sterretjes, fonteintjes en knalerwten geldt dat deze net als nu het hele jaar zijn toegestaan. De Tweede Kamer heeft, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet, een aantal voorwaarden gesteld. Een van die voorwaarden is het opstellen van een effectief handhavingsplan. Dit plan is door het ministerie van Justitie en Veiligheid naar de Kamer gestuurd.

Handhavingsplan

Het doel van het handhavingsplan is om de jaarwisseling zo veilig mogelijk te laten verlopen, incidenten tot een minimum te beperken en overtredingen effectief aan te pakken. In het handhavingsplan zijn (inter)nationale en lokale instrumenten, initiatieven en ‘best practices’ verzameld. Het plan dient als handreiking voor gemeenten, politie en andere (lokale) betrokken partijen om zich voor te bereiden op de aankomende jaarwisselingen.

Verschillende invalshoeken

Het handhavingsplan gaat in op verschillende thema’s: preventie, handhaving, opsporing, internationale samenwerking en aanpak in de grensregio’s en communicatie. Het plan is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de politie, het Openbaar Ministerie, gemeenten, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Inspectie Leefomgeving en Transport, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en andere partners.


Maatregelen voor beter onderscheid tussen huur en short stay

Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) wil het huurrecht wijzigen om duidelijker onderscheid te maken tussen huurcontracten voor bewoning en toeristische verhuur (short stay). Dit versterkt de positie van arbeidsmigranten, expats en studenten op de woningmarkt. De minister kondigt de wijzigingen aan in een kamerbrief. De maatregelen gaan begin 2026 in consultatie en vervolgens naar de Tweede Kamer.

Short-stay-contracten worden beperkt tot 30 dagen, wat aansluit bij de maximale termijn voor vakantieverhuur. In de huidige wet is de duur niet begrensd. Met name arbeidsmigranten, expats en studenten krijgen daarom soms een short-stay-contract aangeboden. Zo betalen ze vaak meer voor de woning dan volgens het huurrecht is toegestaan. Ook kan de verhuurder een short-stay-contract altijd opzeggen. Dit verstoort de huurmarkt en maakt het voor alle woningzoekenden lastiger om betaalbare woonruimte te vinden. De maximale termijn van 30 dagen maakt het voor gemeenten ook makkelijker om toezicht te houden op het juiste gebruik van de regels.

Tijdelijk huurcontract

Daarnaast krijgen arbeidsmigranten de mogelijkheid om een tijdelijk huurcontract aan te gaan, aangezien een vast contract vaak niet past bij hun tijdelijke woonsituatie. Ook wil de minister dat een tijdelijk contract in de toekomst eenmalig kan worden verlengd, met een maximale duur van in totaal twee jaar.

Huurbescherming

Bij tijdelijke huurcontract geldt huurbescherming. Ook de huurprijs is aan regels gebonden en de verhuurder kan een huurcontract niet zomaar beëindigen. Verder blijft short stay een optie voor arbeidsmigranten die maximaal 30 dagen onderdak nodig hebben, bijvoorbeeld tijdens het oogstseizoen.

Passende huisvesting

“Met deze maatregelen krijgen arbeidsmigranten, expats en studenten meer kans om passende huisvesting te vinden”, zegt minister Mona Keijzer. “Door voor arbeidsmigranten ook tijdelijke contracten mogelijk te maken, kunnen zij hier tijdelijk werken en wonen binnen de regels van de huurbescherming. Dit biedt verhuurders en werkgevers meer ruimte om passende woonruimte aan te bieden.”

Huisvesting aanbieden aan werknemers

Werkgevers die woonruimte op het eigen terrein aanbieden, krijgen de mogelijkheid om een vast huurcontract te beëindigen als de overeenkomst eindigt en de woning nodig is voor een nieuwe werknemer. Dit moet werkgevers verder stimuleren om werknemers huisvesting aan te bieden.

Tijdelijk huurcontract

Een tijdelijk huurcontract mag in het voorstel van de minister alleen worden aangeboden aan een arbeidsmigrant als de huisvesting voldoet aan de zogenoemde Roemer-norm. Dit betekent onder andere dat elke bewoner een eigen slaapkamer van minimaal 5,5 m² heeft, minimaal 15 m² leefruimte per persoon beschikbaar is, en alle voorzieningen onder één dak aanwezig zijn. De woonruimte moet hiervoor gecertificeerd zijn.

Aanpassingen

De maatregelen zijn aanpassingen in het Burgerlijk Wetboek, de Wet goed verhuurderschap en de Wet vaste huurcontracten.


Minister Van Weel: grenscontroles Nederland met 6 maanden verlengd

Het kabinet heeft besloten de tijdelijke controles aan de binnengrenzen met 6 maanden te verlengen, tot en met 8 juni 2026. Minister David van Weel (Asiel en Migratie) geeft aan dat dit besluit is genomen om de aanhoudende impact van irreguliere migratie en grensoverschrijdende criminaliteit tegen te gaan.

Van Weel benadrukt in een brief aan de Tweede Kamer dat het belang van de openbare orde zwaar weegt en neemt alle nodige maatregelen om het migratiesysteem te beschermen tegen verdere overbelasting. Tegelijk wordt alles in het werk gesteld om de impact van grenscontroles op economie, verkeer, grenswerkers en grensregio’s zoveel mogelijk te beperken. Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat de Nederlandse grenscontroles een significant negatief effect hebben gehad.

Risicoanalyses

De controles worden, net als in de afgelopen periode, uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee op basis van risicoanalyses en binnen de bestaande capaciteit en budget. Vreemdelingen die niet voldoen aan de toegangsvoorwaarden, zoals het kunnen tonen van geldige reis- of verblijfsdocumenten, worden bij de binnengrens geweigerd. Zij dienen Nederland zo snel mogelijk verlaten.

Binnengrenscontroles

In de periode van 9 december 2024 tot en met 8 september 2025 is tijdens de binnengrenscontroles aan de landsgrenzen met België en Duitsland aan 470 vreemdelingen de toegang tot Nederland geweigerd en zijn 230 personen aangehouden. De aanhoudingen vonden onder andere plaats in het kader van migratiecriminaliteit, zoals documentfraude en mensensmokkel. Sinds 28 juli 2025 worden binnengrenscontroles ook op luchthavens uitgevoerd. In totaal zijn er in de periode tot en met 8 september 500 vliegtuigen gecontroleerd en zijn 20 terugkeerbesluiten opgelegd.


Kabinet verhoogt boetes illegale verkoop vapes

Het kabinet heeft besloten om de boetes op de illegale verkoop van vapes en sigaretten fors te verhogen. Dat geldt voor supermarkten, horecazaken en voor de online verkoop. Het verhogen van boetes heeft een afschrikwekkende werking en daarmee wil het kabinet de illegale verkoop van vapes steviger bestrijden. Als een verkoper voor de eerste keer wordt gepakt, krijgt hij een boete van € 2040 (€ 700 hoger dan nu).

Illegale verkoop komt je duur te staan

Staatssecretaris Tielen (Jeugd, Preventie en Sport): “Nicotine is ontzettend slecht voor je en ook ontzettend verslavend. We doen wat we kunnen om de verkoop van illegale vapes tegen te gaan en daarmee de gezondheid van kinderen te beschermen. De boodschap voor illegale verkopers is helder: illegale vapeverkoop komt je heel duur te staan. Vanaf de eerste keer dat je wordt gepakt.”

Verhoging van € 1000

De boete voor een tweede overtreding voor online verkopers, supermarkten, nachtwinkels of cafés gaat met meer dan € 1000 omhoog tot € 3060. Als illegale verkoop wordt geconstateerd in een organisatie met meer dan 50 medewerkers gaat de boete met meer dan € 1300 omhoog tot € 4040. De verhoging gaat naar verwachting in per 1 juli 2026.


Overheid start campagne Denk vooruit: voorbereiden op noodsituatie steeds belangrijker

72 uur zonder water, stroom of internet. Door geopolitieke ontwikkelingen en klimaatverandering wordt de kans op een noodsituatie groter. Daarom is het belangrijk dat de samenleving weerbaarder wordt. Steeds meer mensen zijn al voorbereid op een noodsituatie, maar nog lang niet iedereen. Daarom start de overheid vandaag een meerjarige Denk vooruit-campagne op tv, radio en online. De campagne helpt mensen zich voor te bereiden in 3 stappen: maak een noodpakket, maak een noodplan, praat met elkaar en help elkaar. Regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke partners ondersteunen de campagne.

Minister van Oosten van Justitie en Veiligheid: “Elke dag vertrouwen we op alledaagse voorzieningen zoals stroom en water uit de kraan. Maar wat doe jij als de stroom plots uitvalt en er geen water uit de kraan komt en dit dagenlang duurt? Bij een noodsituatie kan hulp langer op zich laten wachten. Met de campagne laten we zien hoe belangrijk het is om dan voor jezelf en je huishouden te kunnen zorgen. Met een noodpakket, noodplan of gesprek met je gezin of buren zorg je bij een noodsituatie voor rust. Steeds meer mensen bereiden zich al voor. Ook de overheid en het bedrijfsleven. Maar van iedereen is actie nodig. Daarom roep ik op: Denk vooruit. En bereid je ook voor. Want wie zich goed voorbereidt, kan zichzelf én anderen helpen als het nodig is. Zo zijn we als samenleving weerbaarder en kunnen we weerstand bieden en veerkracht tonen als dat nodig is.”

Overheid en hulpdiensten zijn daar waar ze het hardst nodig zijn

Bij een noodsituatie zijn de overheid en hulpdiensten daar waar zij het hardst nodig zijn. Dat doen zij om de crisis snel onder controle te krijgen en mensen in veiligheid te brengen. Ze kunnen niet overal tegelijk zijn. Daardoor zijn de meeste mensen de eerste 72 uur op zichzelf aangewezen. Het is dus belangrijk dat je de eerste 3 dagen voor jezelf en je huishouden kan zorgen.

Denk vooruit: in 3 stappen beter voorbereid op een noodsituatie

Voor de meeste Nederlanders is het niet de vraag óf er een noodsituatie gaat plaatsvinden, maar wannéér dat gebeurt, zo blijkt uit recent onderzoek. Met de campagne helpt de overheid burgers zich voor te bereiden op de gevolgen van langdurige uitval van dagelijkse voorzieningen. Zoals stroom, water of internet. 3 stappen staan centraal: maak een noodpakket, maak een noodplan en praat met elkaar en help elkaar.

Stap 1: Maak een noodpakket

  • Met een noodpakket ben je goed voorbereid om het thuis de eerste 72 uur van een noodsituatie vol te houden. Een noodpakket samenstellen is makkelijker dan je denkt. Veel spullen heb je waarschijnlijk al in huis: flessen water, houdbaar eten, een zaklamp met batterijen, een powerbank, een klein EHBO-setje, contant geld, een deken. Maar is het genoeg voor 72 uur? Kijk goed naar je eigen situatie en wat je extra nodig hebt: denk aan babyvoeding, medicijnen of eten voor je huisdier.

Stap 2: Maak een noodplan

  • Een noodsituatie is moeilijk te voorspellen. Daarom is het goed als je vooraf hebt nagedacht over wat je doet bij een noodsituatie. Dat kan met een noodplan. Daarin staan duidelijke afspraken met de mensen om je heen, over wat jullie doen. Bijvoorbeeld hoe je elkaar kan bereiken, waar je elkaar ontmoet, wie de kinderen van school ophaalt en wie er extra hulp nodig heeft.

Stap 3: Praat met elkaar en help elkaar

  • Mensen kunnen onzeker zijn of bezorgd raken over de gedachte aan een noodsituatie. Of iemand heeft hulp nodig om zich voor te bereiden. Door met elkaar te praten, hoor je hoe anderen ermee omgaan en kun je elkaar helpen. Misschien heeft iemand nog helemaal niet nagedacht over wat te doen en help jij diegene op weg. Of misschien weet jij niet waar je moet beginnen en helpt het als iemand met jou meedenkt.

Op www.denkvooruit.nl staan concrete handelingsperspectieven om je te helpen met voorbereiden op een noodsituatie. Wie zich goed voorbereidt, kan zichzelf én anderen helpen als het nodig is. Ook staat er op de website uitleg over welke risico’s er zijn in Nederland.

Over de campagne

Met de Denk vooruit-campagne informeert de overheid burgers over hoe ze zich voor kunnen bereiden op 72 uur zonder stroom, water of internet. Centraal staan: maak een noodpakket, maak een noodplan en praat met elkaar en help elkaar. De Denk vooruit-campagne is in november onder andere te zien op tv en online, en te horen op de radio.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) coördineert de Denk vooruit-campagne. De uitvoering van de campagne gebeurt in nauwe samenwerking met nationale, regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke partners. Voor meer informatie over weerbaarheid ga je naar www.nctv.nl/onderwerpen/w/weerbaarheid.