Eerste Kamer akkoord met verdragen VAE tegen georganiseerde misdaad

De Eerste Kamer heeft ingestemd met twee bilaterale verdragen met de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) in de aanpak van de grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. Het gaat om een verdrag over het verlenen van wederzijdse rechtshulp en een verdrag over uitlevering. Deze treden in werking na publicatie in het Staatsblad. De bilaterale verdragen zijn onderdeel van de bredere agenda van minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid voor meer internationale samenwerking in de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Samenwerken

“Alleen door meer met andere landen samen te werken, kunnen we internationaal opererende criminelen die zich bezighouden met zaken als witwassen, drugs-, wapen- en mensenhandel beter aanpakken. Nu misdadigers met geweld en intimidatie onze samenleving en open economie bedreigen, moeten we alles op alles zetten om te voorkomen dat zij zich veilig wanen met hun criminele vermogen in het buitenland. De afgelopen jaren zijn de VAE al een belangrijke partner gebleken voor onze opsporingsdiensten in strafrechtelijke onderzoeken. Met deze verdragen wordt de samenwerking die we hebben opgebouwd verder versterkt”, aldus minister Yeşilgöz-Zegerius. 

Rechtshulp en uitlevering

Met het sluiten van bilaterale verdragen op het gebied van rechtshulp en uitlevering worden de mogelijkheden voor uitlevering en rechtshulp, met inbegrip van beslaglegging, verder verruimd, vereenvoudigd en gestructureerd. Hierdoor kunnen de opsporingsdiensten van beide landen straks sneller reageren op elkaars verzoeken in de strijd tegen de georganiseerde misdaad in het algemeen, en de bestrijding van financieel-economische criminaliteit in het bijzonder. De verdragen bevatten afspraken over horen van verdachten, getuigen, slachtoffers of deskundigen, het onderzoeken van bankrekeningen en het in beslag nemen van goederen en winsten die afkomstig zijn uit illegale praktijken. Verder worden de mogelijkheden voor samenwerking in uitleveringszaken verbreed.

Wettelijke kaders

Ieder verzoek voor rechtshulp en uitlevering wordt met bilaterale verdragen altijd afzonderlijk beoordeeld op basis van wettelijke en verdragsrechtelijke kaders. Zo wordt bijvoorbeeld niet meegewerkt aan rechtshulp- en uitleveringsverzoeken wanneer er goede gronden zijn om aan te nemen dat de verdachte wordt vervolgd in verband met zijn geloof, politieke overtuiging, nationaliteit, ras of bevolkingsgroep. Nederland vraagt ook garanties over het niet opleggen of uitvoeren van de doodstraf en lijfstraffen als dat aan de orde is in het andere land. Zonder dergelijke garanties zal het verlenen van rechtshulp of uitlevering niet mogelijk zijn.

Internationale agenda

De verdragen met de VAE zijn een belangrijke pijler in de internationale agenda van de minister van Justitie en Veiligheid. Momenteel wordt in de strijd tegen de georganiseerde misdaad ook gewerkt aan bilaterale afspraken met andere landen, zoals Marokko en Colombia. Daarnaast worden coalities gevormd en de samenwerking versterkt in Europa, met Turkije, de Verenigde Staten, Latijns Amerika en de Caribisch regio in de aanpak van drugscriminaliteit en crimineel vermogen.


Minister omarmt verbeteringen van inspecties in Den Hey-Acker

Alle aanbevelingen van de inspecties worden overgenomen naar aanleiding van twee ernstige gebeurtenissen bij Rijks Justitiële Jeugdinrichting Den Hey-Acker in Breda. Dat schrijft minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming in een brief aan de Tweede Kamer.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Vier inspecties hebben onderzoek gedaan naar het overlijden van een jongere nadat hij januari vorig jaar was ontsnapt en twee medewerkers van Den Hey-Acker had gegijzeld. Het gaat om de inspecties van Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie. In april vorig jaar werd in Den Hey-Acker een andere gevangene neergestoken die later overleed.

“Twee van zulke ernstige gebeurtenissen vanuit een hoog beveiligde jeugdgevangenis vind ik onacceptabel. Dat dit allemaal in korte tijd in dezelfde jeugdinrichting is gebeurd, is zorgelijk,”  schrijft Weerwind aan de Kamer. Ik realiseer mij heel goed dat het personeel dagelijks onder moeilijke omstandigheden moet werken met de doelgroep en er risico’s zijn, maar tegelijkertijd trek ik mij de stevige conclusies aan en moeten we de kans verkleinen dat dit in de toekomst vaker gebeurt.”

Maatregelen

Na de gebeurtenissen zijn door de directie in april maatregelen genomen om de veiligheid voor personeel en jongeren te verbeteren. Zo zijn scherpe messen verboden en is voor medewerkers een betere handleiding gemaakt om te bepalen wanneer een jongere tijdens het onderwijs een mes mag gebruiken. In aanvulling hierop krijgt het personeel nieuwe instructies om smokkelwaar en crimineel handelen in gevangenschap te herkennen. De trainingen voor weerbaarheid worden uitgebreid.

Informatie uitwisseling verbeterd

In Den Hey-Acker wordt voortaan op een andere manier gewerkt om dossiers op te stellen en te rapporteren. Ook is de uitwisseling van informatie binnen teams met verschillende specialismes verbeterd. Medewerkers van alle justitiële jeugdinrichtingen van het rijk houden vaker bijeenkomsten om ervaringen met elkaar uit te wisselen en van elkaar te leren. Ze raken daardoor beter bewust van hun veiligheid en kunnen beter handelen.

Verlof

In het onderzoek naar de ontsnapping concluderen de inspecties dat de opbouw van het onbegeleid verlof erg snel ging, terwijl de risico’s nog groot waren. De Dienst Justitiële Inrichtingen en het ministerie gaan naar aanleiding hiervan bekijken of jongeren te snel weer op verlof mogen. Ook wordt de interne veiligheid onderzocht voor het personeel op het gebied van agressie en geweld.

Intensief toezicht

De inspecties voeren intensief toezicht op de justitiële jeugdinrichtingen. Op aanbevelingen van de inspecties zijn meer maatregelen genomen die bijdragen aan de veiligheid. Enige tijd geleden kondigde de minister al aan dat er voortaan drie medewerkers per leefgroep worden ingeroosterd om de personele bezetting in de gevangenis te verbeteren. Door een tekort aan personeel wordt er gewerkt met kwalificeerde uitzendkrachten, maar wel beperkt. Zoals de inspecties adviseren kunnen voortaan uitzendkrachten dossiers inzien.


Straffer strafrechtelijke aanpak tegen georganiseerde misdaad

De strafrechtelijke aanpak van de georganiseerde misdaad wordt aangescherpt in de strijd tegen nietsontziende criminelen die onze vrije samenleving bedreigen met geweld en intimidatie. De aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit is breed, met veel aandacht voor preventie en voorkomen. Maar ook straffere middelen zijn nodig om criminele machtsstructuren bloot te leggen, te doorbreken en te verslaan. Zo gaan de maximum straffen omhoog voor de zwaarste vormen van drugscriminaliteit. En de kroongetuigenregeling wordt met strakkere kaders verbeterd.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid schrijft vandaag aan de Tweede Kamer hieraan te werken. Hiermee reageert ze ook op het onderzoek ‘Hoofdlijnen van de bestrijding van maffiacriminaliteit in Italië – een verkennende studie voor het debat over de bestrijding van criminele samenwerkingsverbanden in Nederland’ van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onder leiding van mr. dr. Laura Peters.

Steviger optreden waar grenzen worden overschreden

“Naïviteit kunnen we ons niet meer permitteren. Er wordt gesproken over Italiaanse toestanden, maar hier worden we dagelijks geconfronteerd met de verwoestende georganiseerde misdaad. Explosies in woonwijken, jongeren worden geronseld voor drugscriminaliteit, boeren onder druk gezet om hun schuren voor drugslabs te laten gebruiken, onze maatschappij en open economie worden gecorrumpeerd. En de mensen die criminelen dwarszitten – waaronder burgemeesters, rechters, advocaten en journalisten – kunnen niet zonder beveiliging door het leven. Willen we onze veilige rechtsstaat behouden, dan moeten we als samenleving een vuist vormen en stevig optreden waar grenzen worden overschreden”, aldus minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid.

Italiaanse maffia-aanpak

Italië heeft de afgelopen decennia helaas veel ervaring opgedaan in de aanpak van intimiderende en gewelddadige praktijken van maffiose criminele organisaties. Het keerpunt kwam circa dertig jaar geleden met de afschuwelijke moorden op de twee onderzoeksrechters; Falcone en Borsellino. Na deze schokkende gebeurtenissen veranderde iets fundamenteel. De samenleving keerde zich meer dan ooit tegen alles wat met de maffia te maken had en met grote voortvarendheid werden maatregelen genomen. Hoewel de kenmerkende elementen van de Italiaanse anti-maffia aanpak niet zonder meer (integraal) in Nederland kunnen worden toegepast, bieden deze wel inspiratie. 

Eensgezinde front

De belangrijkste les is volgens minister Yeşilgöz-Zegerius het eensgezinde front van de Italiaanse samenleving wat ervoor zorgt dat ze sterker is in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. In de Nederlandse opsporing is al een verschuiving gaande van de focus op individuele kopstukken in de criminaliteit naar het gezamenlijk ontmantelen van criminele machtsstructuren met alle betrokken organisaties in de strafrechtketen. Daar wil de minister op doorpakken, door te investeren in de recherchecapaciteit en meer coördinatie op de aanpak van criminele machtsstructuren.

Crimineel vermogen afpakken

Daarnaast werkt Italië met verkorte procedures en wordt op crimineel vermogen effectief beslag gelegd. Hier wordt in Nederland ook aan gewerkt. Zo is een wettelijk kader in voorbereiding voor procesafspraken. Daarnaast verwacht minister Yeşilgöz-Zegerius later in 2023 een wetsvoorstel in te dienen bij de Tweede Kamer, waardoor confiscatie van vermogen zonder veroordeling mogelijk wordt als aannemelijk is dat goederen en geld afkomstig zijn uit een misdrijf. En recent is een eerste pilot gestart met maatschappelijk herbestemmen van afgepakt crimineel vermogen, waarmee een leerwerkplaats in een Schiedamse wijk voor plaatselijke jeugd is geopend.

Kroongetuigenregeling

De kroongetuigenregeling is een zwaar instrument dat terughoudend wordt toegepast. Het kan echter cruciaal zijn in de opsporing om zo de afscherming te doorbreken waarmee criminele netwerken zich omhullen en om informatie te achterhalen over de modus operandi van criminele machtsstructuren. Afspraken met kroongetuigen worden alleen gemaakt als dat verantwoord is uit oogpunt van hun veiligheid, hun omgeving en betrokken functionarissen. De komende periode wordt het instrument verbeterd.

Actieplan in werking gesteld

Om lessen uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van de moorden op de broer, toenmalige advocaat Derk Wiersum en vertrouwenspersoon Peter R. de Vries van de kroongetuige in het Marengo-proces, te kunnen toepassen voordat alle verbeteringen zijn doorgevoerd, heeft het Openbaar Ministerie een actieplan in werking gesteld. Daarbij zijn lopende en afgeronde kroongetuigentrajecten geanalyseerd en zijn acute verbeteringen doorgevoerd vooruitlopend op nieuwe wet- en regelgeving. Zo wordt vanaf het eerste moment dat met een potentiële kroongetuige wordt gesproken direct in kaart gebracht welke beschermingsmaatregelen nodig zijn.

Getuigenbeschermingsovereenkomst

Een getuigenbeschermingsovereenkomst met een crimineel is een zakelijke deal en daarbij horen strakke afspraken volgens minister Yeşilgöz-Zegerius. Hiervoor wil ze aan de voorkant met wet- en regelgeving een kader inrichten. Er wordt ook gekeken naar hoe dit in andere landen wettelijk is geregeld. Voor iedereen moet duidelijk zijn welke gestandaardiseerde afspraken er gelden. Als een kroongetuige zich gaandeweg niet aan de afspraken houdt, kan een kroongetuigendeal door de Staat eenzijdig ontbonden worden. Het kader dat wordt uitgewerkt, gaat over de te treffen beschermingsmaatregelen, de rechten en plichten van de Staat en die van de te beschermen personen en tegemoetkomingen voor levensonderhoud.

Onafhankelijke toets

Ook moet er naast de interne toetsing op de kroongetuigendeal rond een strafproces  een onafhankelijke toets komen op de getuigenbeschermingsovereenkomst. Er wordt nog onderzocht wie deze toets gaat uitvoeren. Er wordt gedacht aan een rechter-commissaris, een andere onafhankelijke rechter of een onafhankelijke commissie. Het doel is meer transparantie, maar dit  vergt grote zorgvuldigheid. De getuigenbeschermingsovereenkomst bevat immers zeer gevoelige informatie die, als deze breder bekend wordt, gevaar voor alle betrokkenen kan opleveren. Bij de uitwerking van de wet- en regelgeving zal de minister ook het onderzoek betrekken van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad hierover, dat voor het einde van dit jaar wordt verwacht.

Strafmaat zware drugsdelicten 

De afgelopen decennia is de georganiseerde misdaad enorm veranderd en verhard. Nederland heeft zich ontwikkeld tot een grote producent van synthetische drugs en doorvoerland van harddrugs. Drugs en crimineel vermogen gaan razendsnel over landsgrenzen. Nietsontziend geweld wordt gebruikt als iets de criminelen in de weg zit. Volgens minister Yeşilgöz-Zegerius is het bestraffen het sluitstuk, naast het opsporen en zoveel mogelijk oppakken van criminelen. Het zijn vooral de opsporingsdiensten die de harde klappen uitdelen in het oprollen van criminele netwerken dankzij het kraken van versleutelde communicatiediensten, zoals EncroChat, SkyECC en recent nog Exclu.

Strafmaxima verhoogd

Daarbij is van belang dat er voldoende mogelijkheden zijn om ook duidelijk normerend op te treden bij de zwaarste vormen van de georganiseerde misdaad. Om hier meer ruimte aan te geven, worden de strafmaxima voor zware drugsdelicten verhoogd: voor het aanwezig hebben van harddrugs van 6 naar 8 jaar, voor de handel en productie van harddrugs van 8 naar 12 jaar, voor de in- en uitvoer van harddrugs van 12 naar 16 jaar en voor het plegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van harddrugsdelicten van 6 naar 8 jaar. De verwachting is dat komend najaar het wetsvoorstel hiertoe in consultatie kan gaan.


Reactie minister Carola Schouten op eerste rapport Commissie sociaal minimum

Voor het eerst is er onderzoek gedaan naar de hoogte van het bedrag dat ten minste nodig is om van te leven en mee te doen, het zogenaamde sociaal minimum. Vandaag overhandigde de voorzitter van de commissie – hoogleraar Godfried Engbersen – het eerste rapport aan minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen). 

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Minister Schouten: “Dit is een belangrijk rapport. Wij willen dat iedereen in Nederland rond kan komen. Het bestaansminimum moet niet alleen kloppen op papier, maar ook in de dagelijkse praktijk van mensen. In de portemonnee, bij de kassa en aan het eind van de maand.”

Onderzoek sociaal minimum

Het kabinet heeft in het coalitieakkoord afgesproken om vanaf deze kabinetsperiode iedere vier jaar opnieuw te bekijken of het mogelijk is van het sociaal minimum te leven en mee te doen in de samenleving. Als eerste stap heeft het kabinet, mede naar aanleiding van een motie van Kamerlid Omtzigt, een onafhankelijke commissie gevraagd om dit te onderzoeken.

Systematiek sociaal minimum

In het tussenrapport staan aanbevelingen aan het kabinet over de hoogte van het sociaal minimum voor verschillende soorten huishoudens. In het eindrapport, dat in september wordt verwacht, gaat de commissie nader in op de systematiek van het sociaal minimum. Het kabinet zal dit najaar een inhoudelijke reactie geven op de rapporten.

Huidige stelsel sociale zekerheid te complex

De commissie adviseert het sociaal minimum aanzienlijk te verhogen. Ook stelt zij dat het huidige stelsel van sociale zekerheid te complex is, waardoor mensen lang niet altijd gebruik maken van regelingen die er voor hen zijn. De commissie wijst daarnaast op het feit dat een ontoereikend en onzeker inkomen kan leiden tot ernstige problemen, zoals stress en een slechtere gezondheid en daarmee ook tot hogere kosten voor de maatschappij.

Ambitie om armoede te verminderen

Minister Carola Schouten: “Als kabinet hebben wij de ambitie de armoede in Nederland fors te verminderen. Die opgave is een stuk lastiger geworden door de fors gestegen prijzen en tegelijkertijd is het bestrijden van armoede daardoor ook nog noodzakelijker geworden. De aanbevelingen van dit rapport betrekken we bij de besluitvorming voor volgend jaar. Daarnaast moeten we ook structureler kijken hoe we kunnen zorgen voor meer bestaanszekerheid. Daarvoor is een simpeler stelsel nodig dat meer zekerheden biedt, zodat mensen de weg weten te vinden naar de regelingen die er zijn. Ik kijk daarom uit naar het eindrapport van de commissie, waarin het aanbevelingen zal doen voor het verbeteren van het stelsel.”


Nieuwe wetten per 1 juli 2023

Per 1 juli 2023 treedt er nieuwe wetgeving in werking. Hieronder een overzicht van deze wetten op het terrein van Justitie en Veiligheid.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht i.v.m. de verhoging van het strafmaximum voor doodslag

Per 1 juli wordt de maximale gevangenisstraf voor doodslag verhoogd van 15 naar 25 jaar. In 2006 is met een amendement bij de Wet herijking wettelijke strafmaxima de maximumduur van de tijdelijke gevangenisstraf als alternatief voor de levenslange gevangenisstraf verhoogd van 20 naar 30 jaar, om het gat tussen deze straf en de levenslange gevangenisstraf te verkleinen. Daardoor is het strafmaximum op moord verhoogd naar 30 jaar. Door het maximum voor doodslag te verhogen naar 25 jaar, wordt de balans tussen doodslag en moord hersteld. Het verschil in de maximumstraf gaat weer 5 jaar bedragen, gelijk aan het oorspronkelijke verschil. Rechters krijgen hiermee bij zeer ernstige doodslagzaken meer ruimte om passend te straffen mochten zij dat nodig achten.

Strafbaarstelling van het bezit van instructief materiaal over het seksueel misbruiken van kinderen

Het Wetboek van Strafrecht wordt verruimd met een nieuwe strafbepaling die voorbereidingshandelingen met het oog op seksueel kindermisbruik zelfstandig strafbaar stelt. Met deze strafbaarstelling wordt het verspreiden, verwerven of in bezit hebben van een handleiding met tips en trucs voor het seksueel misbruiken van kinderen verboden. Er komt een gevangenisstraf van maximaal vier jaar op te staan.

Wetsvoorstel tegengaan huwelijkse gevangenschap

Bij het wetsvoorstel tegengaan huwelijkse gevangenschap wordt ervoor gezorgd dat de rechter bij een echtscheiding een regeling kan treffen waarmee een echtgenoot bevolen wordt mee te werken aan de ontbinding van een religieus huwelijk. Ook wordt in de wet vastgelegd dat huwelijkspartners in principe verplicht zijn om mee te werken aan de ontbinding van een religieus huwelijk als de andere partner daarom vraagt. Hiermee wil het kabinet huwelijksgevangenschap tegengaan.

Besluit ongerichte reclame kansspelen op afstand

Per 1 juli wordt ongerichte reclame voor online kansspelen verboden. Het verbod moet kwetsbare groepen, waaronder jongeren, beter beschermen tegen het risico op kansspelverslaving. Reclame voor online kansspelen die per 1 juli verboden is, zijn in het kort radio- en tv-commercials en billboards op straat. Onder strikte voorwaarden mag nog wel gerichte reclame op het internet getoond worden.

Besluit aanpassing wettelijke rente

Met ingang 1 juli wordt de wettelijke rente aangepast van 4% naar 6%. Wettelijke renteis een schadevergoeding voor het niet of te laat betalen van een geldvordering. Onbetaalde vorderingen mogen met wettelijke rente verhoogd worden. Burgers met vorderingen ontvangen wettelijke rente als schadevergoeding; burgers met schulden betalen wettelijke rente als schadevergoeding wegens niet-betalen. Op grond van de wet moet de hoogte van de wettelijke rente ieder half jaar worden beoordeeld op basis van de ECB-rente. Die is sinds de vorige verhoging meer dan 2% gestegen. Daarom stijgt de wettelijke rente nu ook met 2%.


Advocatuur onder toezicht van onafhankelijke landelijke toezichthouder

De advocatuur komt onder toezicht van één onafhankelijke landelijke toezichthouder. Minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind heeft zijn plannen voor deze landelijke toezichthouder aan de Tweede Kamer gestuurd. Op dit moment staat de advocatuur onder toezicht van de 11 dekens, advocaat-bestuurders van de lokale orde van advocaten. Minister Weerwind verplaatst deze toezichttaak naar een nieuw op te richten Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur (OTA). Deze toezichthouder zal toezicht uitoefenen en handhaven op alle in Nederland ingeschreven advocaten, onafhankelijk van zowel de overheid als de beroepsgroep.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Minister Weerwind: “Advocaten vervullen een onmisbare rol in onze rechtsstaat. Zij vormen een essentiële toegang tot het recht. Als samenleving moeten we erop kunnen vertrouwen dat advocaten deze bijzondere rol waarmaken, inclusief alle bijbehorende rechten en plichten. Daarom is het van belang om adequaat toezicht uit te oefenen op de advocatuur. De actualiteit maakt bovendien duidelijk dat de beroepsgroep onder hoge druk staat. Met de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur komt er centraal en helder toezicht. In de organisatie van de toezichthouder is een zorgvuldige balans gevonden tussen onafhankelijkheid van de advocatuur en van de overheid, en inhoudelijke kennis van toezicht en advocatuur.”

Onafhankelijk van overheid

De toezichthouder krijgt een onafhankelijke positie ten opzichte van de overheid. Zo heeft de minister geen rol bij benoemingen, de vaststelling van de begroting en dagelijkse gang van zaken en zijn besluiten van de OTA niet vernietigbaar per Koninklijk Besluit. Het bestuur van de toezichthouder kan zelfstandig beslissen en beschikken over personeel, financiën, huisvesting en ICT. Daarbij krijgt de toezichthouder de mogelijkheid  een tuchtklacht in te dienen bij de tuchtrechter of een boete of last onder dwangsom op te leggen. Advocaten kunnen zich richting de toezichthouder niet beroepen op hun geheimhoudingsplicht, omdat de toezichthouder een soortgelijke geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht krijgt.

Onafhankelijk van advocatuur

De OTA wordt een orgaan van de publiekrechtelijke beroepsorganisatie de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) maar voert als toezichthouder zijn werk onafhankelijk van de advocatuur uit. Zo zal het bestuur van de toezichthouder bestaan uit 5 personen, waarvan de meerderheid van de bestuursleden én de voorzitter geen advocaat zijn. Deze bestuursleden zullen benoemd worden door een benoemingsadviescommissie, bestaande uit 1 vertegenwoordiger van de advocatuur, 1 vertegenwoordiger uit de wetenschap of het toezicht en 1 lid van een Hoog College van Staat. Het al bestaande College van Toezicht krijgt een andere rol en wijzigt van samenstelling. De algemeen deken maakt geen onderdeel meer uit van dit College. In plaats daarvan zal het College van Toezicht bestaan uit 3 door de Kroon benoemde leden. Dit College van Toezicht zal in het openbaar rapporteren over het beleid en de algemene gang van zaken van de OTA en de begroting voor de toezichthouder goedkeuren.

Meldpunt

De OTA krijgt 1 centraal meldpunt waar alle informatie, signalen en klachten over advocaten binnenkomen. De toezichthouder verwijst klachten door naar de lokale dekens voor verdere afhandeling. Wettelijk wordt geregeld dat de toezichthouder en lokale dekens ten behoeve van deze klachtbehandeling informatie met elkaar mogen uitwisselen. Naast de klachtbehandeling blijven de lokale dekens tevens voorzitter van de lokale orde van advocaten en vertrouwenspersoon. De deken blijft ook voorlichting geven aan advocaten.

Overgang naar nieuw toezicht

Bij het uitwerken van het vandaag aangekondigde voorstel heeft minister Weerwind advies gehad van 3 hoogleraren en gesprekken gevoerd met vele partijen, waaronder de NOvA en de lokale dekens, over hoe het toezicht versterkt kan worden. Minister Weerwind zal het voorstel spoedig verder uitwerken in wetgeving en is in gesprek met de advocatuur over de overgang naar het nieuwe toezicht.


Minister Weerwind versterkt de toegang tot het recht

Minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind neemt diverse maatregelen om de toegang tot het recht te versterken. De minister trekt geld uit om het gebruik van mediation, herstelrecht en geschillencommissies te stimuleren. Daarnaast worden de griffierechten verlaagd. De aangekondigde maatregelen zijn een aanvulling op bestaande initiatieven om de toegang tot het recht te versterken.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Een geschil of juridisch probleem kan iedereen overkomen. Levensgebeurtenissen, zoals het verbreken van een relatie, het verliezen van een baan of een conflict met de werkgever, maar ook alledaagse activiteiten, zoals het doen van aankopen, kennen vaak een juridisch aspect. Meestal levert het omgaan met die juridische dimensie geen problemen op. Wanneer er wel sprake is van een juridisch probleem of geschil, dan is het niet voor iedereen mogelijk om daar een goede oplossing voor te vinden. Dat wil minister Weerwind veranderen.

Laagdrempelig, duurzaam en passend oplossen

Minister Weerwind: “Iedereen moet een juridisch probleem of geschil laagdrempelig, duurzaam en passend kunnen oplossen. En dat gaat over zoveel meer dan de gang naar de rechter. Een passende oplossing kan ook gevonden worden met hulp van een mediator, door het treffen van een betalingsregeling of door het geschil voor te leggen aan een geschillencommissie. Daarom neem ik maatregelen om niet alleen de gang naar de rechter, maar ook de inzet van deze mogelijkheden te versterken.”

Concrete maatregelen

Om de toegang tot het recht te versterken neemt minister Weerwind bovenop lopende initiatieven aanvullende maatregelen. Deze maatregelen richten zich op het verbeteren van de beschikbaarheid van informatie, het toegankelijker maken van (juridisch) advies en ondersteuning en het verlagen van de drempel om een beslissing te krijgen van een neutrale instantie, zoals de rechter.

Informatie over veelvoorkomende juridische problemen

Informatie over oplossingen voor veelvoorkomende juridische problemen en geschillen moet bereikbaar, begrijpelijk en objectief moet zijn. Daarom wordt bijvoorbeeld de website van de Rijksoverheid aangepast. Om het gebruik van mediation te stimuleren is vanaf 1 maart, bij verwijzing vanuit de rechtspraak, de mediation de eerste tweeënhalf uur kosteloos. Deze startbijdrage zal twee jaar gelden en, als deze goed werkt, structureel worden. Daarnaast wil  minister Weerwind de inzet van herstelrecht vergroten, zodat slachtoffers en verdachten of veroordeelden vaker de gevolgen van een (mogelijk) strafbaar feit kunnen bespreken en herstellen. Hiervoor investeert minister Weerwind 1,2 miljoen euro extra.

Verlagen griffierechten

Een andere maatregel die minister Weerwind neemt is het verlagen van de griffierechten. Dit zijn kosten die iedereen betaalt die een zaak voor de rechter wil brengen. Deze tarieven worden voor de meeste zaken verlaagd met circa 13,5 procent ten opzichte van het prijspeil. Burgers en bedrijven kunnen hun geschil ook voorleggen aan een geschillencommissie. Dit is een laagdrempelige manier om geschillen op te lossen. De Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken speelt hierin een belangrijke rol. De subsidie aan deze organisatie zal structureel met 260.000 euro worden verhoogd.

Aanpak

Minister Weerwind heeft tal van partijen, zoals de Rechtspraak, vertegenwoordigers van de juridische beroepen en belangenorganisaties, geraadpleegd om knelpunten op te halen en in kaart te brengen welke maatregelen mogelijk zijn, in aanvulling op bestaande initiatieven om de toegang tot het recht te versterken. Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd onder burgers en ondernemers die met juridische problemen te maken hebben gehad. Minister Weerwind geeft aan dat de aangekondigde maatregelen een eerste start zijn. Er zal, in samenwerking met partijen, blijvend gekeken worden of het mogelijk is de toegang tot het recht verder te versterken.


Maximaal 4 jaar gevangenisstraf voor bezit van pedohandboeken

Vanaf  1 juli 2023 is het verboden om in bezit te zijn van materiaal waarin instructies staan voor het seksueel misbruiken van kinderen. Het Wetboek van Strafrecht wordt verruimd met een nieuwe strafbepaling die voorbereidingshandelingen met het oog op seksueel kindermisbruik zelfstandig strafbaar stelt. Met deze strafbaarstelling wordt het verspreiden, verwerven of in bezit hebben van een handleiding met tips en trucs voor het seksueel misbruiken van kinderen verboden. Er komt een gevangenisstraf van maximaal 4 jaar op te staan.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Sinds enige tijd circuleert er op het zogeheten dark web van het internet instructief materiaal om kinderen seksueel te misbruiken. Ze beschrijven onder meer hoe men ‘op jacht’ kan gaan naar kinderen, een kind kan verleiden en het vertrouwen van een kind kan winnen. Zo’n handleiding brengt kinderen in gevaar, omdat het een voedingsbodem is voor de kindermisbruiker die zijn slag wil slaan.

Seksueel misbruik van kinderen is een van de meest verwoestende vormen van criminaliteit voor de slachtoffers en hun omgeving. Kinderen hebben recht op een veilige omgeving om op te groeien. Het is gruwelijk en onacceptabel dat mensen bezig zijn om adviezen te delen over hoe ze kinderen kunnen misbruiken. Misbruiksituaties – offline en online – moeten worden gestopt. Daarbij moeten we ook zoveel mogelijk voorkomen dat kinderen in een misbruiksituatie terechtkomen’’, aldus minister van Justitie en Veiligheid Yesilgöz-Zegerius. 

De minister vindt het daarom belangrijk dat meer in een vroeg stadium wordt opgetreden tegen potentiële kindermisbruikers. De nieuwe strafbepaling verruimt het instrumentarium voor vroegtijdig optreden.  


Overlast en criminaliteit houdt gelijke tred met aantal asielzoekers

Overlast en criminaliteit door asielzoekers is, net als het aantal bewoners in de opvang, in 2022 toegenomen. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Er werden 8700 incidenten en 5700 misdrijven geregistreerd, waarvan de betrokkene op  een COA- of crisisnoodopvanglocatie verbleef.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

In 2022 verbleven 83.080 asielzoekers op een COA-locatie of in de crisisnoodopvang. Van deze groep was 7% betrokken bij een incident van verbale agressie (zoals schelden en dreigen), fysieke agressie (zoals slaan, schoppen, trappen), non-verbale agressie (zoals agressieve houding of gebaren), verbale suïcidedreiging of zelfdestructieve acties. Van de asielzoekers in de opvang werd 3% verdacht van een misdrijf. Nationaliteiten met relatief veel verdachten zijn Algerijns (44%), Marokkaans (33%) en Tunesisch (31%). Dit en meer concludeert het WODC in zijn rapport.

Staatssecretaris Eric van der Burg: “Met de toename van het aantal asielzoekers stijgen ook de overlast- en criminaliteitscijfers. Elk incident is onaanvaardbaar en er een te veel. We moeten samen met de organisaties in de asielketen en het OM de krachten bundelen en ervoor zorgen dat asielzoekers geen ruimte krijgen om zich te misdragen.”

Harde aanpak overlastgevers

Tegen asielzoekers die de gastvrijheid van Nederland misbruiken en voor overlast zorgen en/of zich crimineel gedragen, past een harde aanpak. Organisaties in de asielketen werken er hard aan om snel te beslissen op asielaanvragen van overlastgevers en om na een afwijzing te zorgen voor terugkeer naar het land van herkomst of overdracht naar de verantwoordelijke Dublinlidstaat.

Het Openbaar Ministerie hanteert voor asielzoekers die een misdrijf plegen een lik-op-stuk aanpak.  Daarmee is het voor de verdachte duidelijk dat het plegen van een misdrijf direct strafrechtelijke gevolgen heeft.Waar mogelijk wordt snelrecht of supersnelrecht toegepast. Het lokaal bestuur, de asielketen en de samenleving moeten erop kunnen vertrouwen dat misdrijven niet getolereerd worden.

Snel duidelijkheid geven op de asielaanvraag en verdachten snel voor de rechter brengen bij misdrijven, moeten ervoor zorgen dat potentiële overlastgevers ontmoedigd worden om nog naar Nederland te komen.

Voorkomen van overlast

De impact van overlastgevers op de omgeving is groot, daarom is het voorkomen ervan belangrijk. Bijvoorbeeld door toezichtteams op straat, zoals in de gemeenten Westerwolde, Cranendonck en Delfzijl en het faciliteren van gemeenten bij lokale initiatieven. Een gerichte aanpak blijft nodig om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden voor zowel asielzoekers, medewerkers als omwonenden. Bijvoorbeeld door de inzet van het Ambulant Ondersteunings Team van het COA voor locaties waar overlast plaatsvindt en intensieve begeleiding van bewoners die (potentieel) overlastgevend gedrag vertonen door daarvoor opgeleide COA-medewerkers.

Meer inzicht in de drijfveren van overlastgevers helpt om effectiever in te zetten op preventie en maatregelen. Het onderzoek hiernaar wordt naar verwachting voor het einde van het jaar gepubliceerd.  


Uitleveringsverdrag met Marokko versterkt aanpak georganiseerde misdaad

Met een bilateraal verdrag voor uitlevering versterken Nederland en Marokko de gezamenlijke aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid schrijft aan de Tweede Kamer dat er ambtelijk overeenstemming is bereikt over een uitleveringsverdrag. De tekst van het verdrag wordt komende maanden gereed gemaakt voor ondertekening. Naar verwachting kan het verdrag in het najaar worden ondertekend en ter goedkeuring aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

“Georganiseerde misdaad gaat al onze grenzen over. Internationale drugscriminaliteit verlegt continu de smokkelroutes en crimineel vermogen wordt razendsnel in andere landen weggezet om uit handen van de opsporingsdiensten te blijven. Alleen door meer met andere landen samen te werken, kunnen we deze internationaal opererende criminele netwerken oprollen en kapot maken’’, aldus minister Yeşilgöz-Zegerius.

Door het bilaterale verdrag met Marokko wordt het aantal feiten waarop uitlevering tussen beide landen mogelijk is, verbreed en worden specifieke afspraken gemaakt over procedures, zodat meer en efficiëntere samenwerking mogelijk is. Ook na het aangaan van een bilateraal verdrag geldt dat elk verzoek voor uitlevering afzonderlijk wordt beoordeeld en getoetst op basis van wettelijke en verdragsrechtelijke kaders.