Crimineel vermogen harder aangepakt

Afpakken van crimineel vermogen is een belangrijke sleutel om misdadige machtsstructuren te breken. Om de jacht op crimineel geld te intensiveren en daarmee rechtsherstel te bevorderen heeft de ministerraad op voorstel van minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid besloten om een wetsvoorstel voor afpakken zonder voorafgaande veroordeling voor een misdrijf voor te leggen voor advies aan de Raad van State.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Minister Yeşilgöz: “Als de politie een pand of auto doorzoekt en een tas met contanten of dure spullen aantreft, is er niet altijd een verband te leggen met de verdachten. Met de nieuwe wet maakt het niet uit op wiens naam een goed staat, of dat de eigenaar onbekend is. Ook zonder dat dit bekend is, kan beslag worden gelegd op hun crimineel verkregen geld, panden, luxe auto’s en andere dure spullen. Zo voorkomen we dat crimineel vermogen dat vaak met geweld en over de rug van slachtoffers is verkregen, onze samenleving en economie infecteert. En gaan we tegen dat het illegale geld kan worden gebruikt voor het plegen van nieuwe strafbare feiten.’’

Rechtmatige toestand herstellen

Met het uit de samenleving halen van illegaal verkregen goederen wordt de rechtmatige toestand hersteld en worden criminele herinvesteringen voorkomen. Het is in het wetsvoorstel van belang dat het Openbaar Ministerie bij de rechter aannemelijk kan maken dat goederen afkomstig zijn uit een misdrijf. Het kan gaan om geld maar ook om andere waardevolle goederen met een waarde van ten minste € 25.000. Trucs met verhullende eigendomsconstructies, waarbij criminelen bijvoorbeeld auto’s en panden op naam van anderen zetten, hebben geen zin meer. Inspiratie voor de procedure, ook wel aangeduid als Non Conviction Based Confiscation (NCBC), is opgedaan in Italië en ook is gekeken naar het Britse en Ierse model. Elementen uit de procedures in deze landen zijn overgenomen die goed passen in het Nederlandse rechtssysteem.

Alternatieve werkwijze

De kracht van de nieuwe procedure schuilt in het kantelen van de huidige werkwijze: niet de verdachte persoon, maar het verdachte goed staat centraal in het afpakken. Vanwege de inbreuk op het eigendomsrecht is de confiscatie alleen mogelijk na een onherroepelijke rechterlijke beslissing. Daarvoor moet de overheid aannemelijk maken dat het goed is verkregen uit de criminaliteit of is betaald uit opbrengsten van misdrijven. Belanghebbenden kunnen zich melden in deze procedure als zij aanspraak maken op het in beslag genomen voorwerp. Van hen mag worden verwacht dat ze kunnen verklaren over de legale herkomst.

Meer nodig

Volgens minister Yeşilgöz is het crimineel verdienmodel voor de georganiseerde misdaad nog veel te groot. Meer is nodig om misdadige machtsstructuren die drijven op enorme sommen crimineel geld, te doorbreken. Naast het wetsvoorstel voor het afpakken zonder strafrechtelijke veroordeling worden daarom verschillende maatregelen uitgewerkt om ervoor te zorgen dat alle betrokken overheidsdiensten sneller kunnen ingrijpen. Ook wordt de samenwerking met andere landen – zowel binnen Europa als daarbuiten – versterkt. Het merendeel van het criminele vermogen verlaat immers ons land en wordt elders witgewassen via verhullende geld- en goederenstromen die de hele wereld overgaan. Internationale samenwerking is daarom cruciaal om tegen te gaan dat crimineel geld ons over de landsgrenzen door de vingers glipt.


Meer inzet op schuldhulpverlening en het voorkomen van geldzorgen

Het kabinet trekt de komende jaren structureel € 120 miljoen uit voor de aanpak van geldzorgen, armoede en schulden. Het geld gaat onder meer naar gemeenten zodat zij meer mensen schuldhulpverlening kunnen aanbieden, financiële educatie ter voorkoming van geldzorgen en naar maatschappelijke organisaties die zich inzetten om kinderarmoede terug te dringen.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Een van de speerpunten in de meerjarige aanpak is het verlagen van de drempel voor schuldhulpverlening en het verkorten van schuldhulptrajecten. Geldzorgen duren nu vaak lang en schulden lopen hoog op voordat mensen aan de bel trekken en hulp krijgen. Schouten wil de duur van schuldhulptrajecten sterk terugbrengen deze kabinetsperiode en het aantal huishoudens dat schuldhulp ontvangt meer dan verdubbelen.

Saneringskredieten

De minister wil een snellere aflossing van schulden onder meer bereiken door de inzet van saneringskredieten. Hierbij neemt de gemeente de schulden over van schuldeisers tegen een gedeeltelijke kwijtschelding van de schuld. Huishoudens lossen dan nog maar af bij één schuldeiser, namelijk de gemeente of de kredietbank. Dit geeft rust en verkort de duur van de schuldhulpverlening. Het kabinet heeft vorig jaar een waarborgfonds ingesteld dat het risico voor gemeenten bij saneringskredieten afdekt. 

Als tijdelijke crisismaatregel heeft het kabinet besloten om het verstrekken van deze kredieten vanaf 1 december 2022 ook toe te staan aan huishoudens die vanwege de gestegen (energie)prijzen hun schulden niet meer (volledig) kunnen aflossen of geen of onvoldoende afloscapaciteit hebben om een schuldregeling overeen te komen met schuldeisers. Gemeenten kunnen zo rekening houden met individuele omstandigheden en de schuldregeling laten meebewegen met iemands betalingsmogelijkheden. 

Aanpak kinderarmoede 

Het kabinet heeft de ambitie om het aantal kinderen in armoede in 2025 te halveren ten opzichte van 2015. Naast inkomensmaatregelen, zoals een hoger minimumloon en meer kindgebonden budget, zet het kabinet in op betere financiele educatie. Het wil ervoor zorgen dat alle kinderen en jongeren via school, maar ook daarbuiten, financiële basiskennis krijgen waardoor op de lange termijn geldzorgen en armoede worden tegengegaan. Ook komen er traineeships en stages voor kinderen en jongeren in armoede waarmee zij hun vaardigheden kunnen versterken en waarmee kansenongelijkheid wordt tegengegaan

Gevolgen energiecrisis beperken

Naast de structurele middelen voor de aanpak geldzorgen, armoede en schulden is er voor de periode 2023-2024 aanvullend € 150 miljoen beschikbaar om de gevolgen van de energiecrisis voor huishoudens zoveel mogelijk te beperken. Het kabinet wil deze middelen onder meer gebruiken voor de verwachte extra inzet die nodig zal zijn op het gebied van vroegsignalering van schulden en voor het verwachte extra beroep van huishoudens op de bijzondere bijstand van de gemeente.

Actieplan geldzorgen armoede en schulden

Het kabinet heeft deze zomer een actieplan geldzorgen, armoede en schulden gepresenteerd met een veertigtal maatregelen die moeten leiden tot een halvering van het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in 2015 (ten opzichte van 2015), een halvering van het aantal mensen in armoede in 2030 (ten opzichte van 2015) en een halvering van het aantal mensen met problematische schulden in 2030. In haar brief aan de Tweede Kamer schetst minister Schouten op welke manier de gekozen maatregelen bijdragen aan deze doelstellingen, wanneer ze worden uitgevoerd en welke middelen het kabinet hiervoor inzet. 


€ 45 miljoen beschikbaar voor stevigere aanpak overlastgevende en criminele asielzoekers

Het kabinet stelt structureel € 45 miljoen euro beschikbaar voor een intensievere en strengere aanpak van overlastgevende en criminele asielzoekers. Door het extra geld kan sneller worden opgetreden tegen deze groep. Een strafrechtelijke aanpak is daarbij cruciaal.  

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Het kabinet stelt structureel € 45 miljoen beschikbaar voor een intensievere en strengere aanpak van overlastgevende en criminele asielzoekers. Door het extra geld kan sneller worden opgetreden tegen deze groep. Een strafrechtelijke aanpak is daarbij cruciaal.  

Mensen die misbruik maken van onze gastvrijheid moeten daarvan sneller de consequenties voelen. Onrust in en rond AZC’s, straatintimidatie, winkeldiefstal en overlast in het openbaar vervoer zijn voorbeelden waar mensen dagelijks mee te maken krijgen. Iedereen moet zich veilig kunnen voelen, of je nu bewoner bent van een AZC, omwonende bent of je werk doet.

De Coördinator Nationale Aanpak Overlast gaat de samenwerking tussen de vreemdelingenketen, politie en het Openbaar Ministerie versterken. Goede samenwerking voorkomt dat overlastgevers uit beeld verdwijnen en ergens anders opduiken. Ook draagt dit bij aan een strakkere dossieropbouw, zodat beter opgetreden kan worden tegen herhaaldelijke overlast en snelrecht mogelijk ingezet kan worden.

Daarnaast zijn er vier ketenmariniers die gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en de asielketen lokaal ondersteunen met de aanpak van overlast. Gemeenten hebben namelijk te maken met verschillende vormen van overlast waarbij maatwerk cruciaal blijft.  

Overlastgevende en criminele asielzoekers moeten zo snel mogelijk uit ons opvangstelsel gehaald worden. Deze groep verpest het voor de rest en ondermijnt het draagvlak van opvang voor mensen die vluchten voor oorlog of vervolging.

Meer informatie over deze maatregelen en de aanpak van overlastgevende asielzoekers is te vinden via: Aanpak overlastgevende asielzoekers.


Minister breidt kosteloze rechtsbijstand uit

Als de Staat ingrijpt in het gezin en daarbij het gezag wil weghalen, dan krijgen ouders vanaf het nieuwe jaar kosteloos rechtsbijstand tijdens de rechtszaak. Zij worden dan altijd bijgestaan door een gespecialiseerd jeugdrechtadvocaat, schrijft minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming in een brief aan de Tweede Kamer.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Nu al kunnen ouders die door de kinderopvangtoeslagenaffaire gedupeerd zijn kosteloos gebruik maken van rechtsbijstand. In aanvulling daarop wil de minister 1,5 jaar zo’n regeling beschikbaar stellen aan ouders die te maken krijgen met een gezagsbeëindigende maatregel. De rechter draagt het ouderlijk gezag dan op aan een jeugdzorginstelling. Ouders mogen dan geen beslissingen meer nemen over hun kinderen.

“Hoewel ouders in de praktijk al gebruik kunnen maken van gesubsidieerde rechtsbijstand, komt het vaak voor dat zij bij ingrijpende procedures niet worden vertegenwoordigd door een advocaat. Ik wil met de kosteloze rechtsbijstand die ouders extra helpen, doordat de advocaat de belangen van de ouders goed kan vertegenwoordigen”, stelt Weerwind.

Meest ingrijpende procedures

De kosteloze rechtsbijstand wordt in stappen ingevoerd zodat het voor de Rechtspraak en de Raad voor Rechtsbijstand uitvoerbaar is. Eerst komen de meest ingrijpende procedures in aanmerking, de gezagsbeëindigende maatregelen. De rechtbank, Raad voor de Rechtsbijstand en de advocatuur werken samen. De partijen zorgen er samen voor dat bij deze procedures het gezin een telefoontje krijgt van de advocaat met het aanbod om juridisch kosteloos bijgestaan te worden. Vanaf juli wordt de regeling uitgebreid met (spoed) uithuisplaatsingen.  Het streven is de regeling vanaf juli uit te breiden met (spoed) uithuisplaatsingen.

Ook worden de rechten van gezinnen waar een kind uit huis is geplaatst op andere manieren op korte termijn verbeterd. De gecertificeerde instellingen zorgen ervoor dat vanaf begin volgend jaar al hun besluiten over waar het kind kan opgroeien worden voorgelegd aan de rechter. Ook bekijken de gecertificeerde instellingen hoe de besluitvorming over de omgang tussen ouders en kinderen bij een uithuisplaatsing beter kan.  

Trainingen

Jeugd- en gezinsprofessionals krijgen trainingen om beter feitenonderzoek te doen. Ook worden ze beter geschoold om te gaan met onvrede en (tucht) klachten. Het klachtenformulier wordt vergemakkelijkt. Op de lange termijn wordt onderzocht of de rol van de kinderrechter actiever kan worden en de rechtspositie van kinderen onder voogdij verbeterd kan worden. De minister wil bij uithuisplaatsingen wettelijk verankeren dat zoveel mogelijk broers en zusjes samen ergens onderdak krijgen.


Versterking veilig onderwijs en aanpak uitwassen informele scholing

We moeten zuinig zijn op onze democratische rechtsstaat. Op school leren kinderen hier alles over. Over hoe we met elkaar omgaan en dat je mag zijn wie je bent. Dat is van groot belang, want als leerling of leraar moet je je altijd vrij en veilig voelen. Vaak gaat dit goed, maar soms ook niet. Het kabinet gaat scholen hier beter bij helpen en steviger ingrijpen als het misgaat. Scholen werken er doordeweeks hard aan om kinderen klaar te stomen voor onze maatschappij. En ook informeel onderwijs draagt in veruit de meeste gevallen positief bij aan de ontwikkeling van de eigen identiteit en hun plek in de maatschappij. Dat neemt niet weg dat er sprake kan zijn van uitwassen, waar kinderen het tegenovergestelde leren. Geen leerling mag leren dat discriminatie, onverdraagzaamheid en isolationisme acceptabel is. Daar moeten zij tegen worden beschermd. Daarom kondigt het kabinet maatregelen aan die zich richten op deze uitwassen en wordt gewerkt aan een wet die het mogelijk maakt om hier met signaal gestuurd toezicht tegen op te kunnen treden.  

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs: “Geen enkel kind mag leren dat de Nederlandse samenleving giftig is, dat je anderen mag discrimineren of dat de wetenschap ‘ook maar een mening is’. Bij de meeste informele scholen gaat het goed en helpen ze bij de ontwikkeling van jongeren, maar helaas is er een kleine kern waar het echt mis gaat. Waar je als kind bijvoorbeeld te horen krijgt dat onze rechtsstaat niets voorstelt of jongens en meisjes ongelijkwaardig zijn. Als we hier niets aan doen wordt het goede werk van docenten op onze scholen teniet gedaan. Het is mijn taak als minister om kinderen, leerlingen en docenten te beschermen. Daarom maken we een nieuwe wet, zodat we adequaat kunnen optreden wanneer kinderen worden opgezet tegen de Nederlandse samenleving.”

Toezicht en controle

De afgelopen jaren zijn er signalen geweest over een gering aantal lesinstituten binnen het informeel onderwijs dat de democratische rechtsstaat en de gelijkwaardige samenleving verwerpt. Dit is gevaarlijk voor kinderen en straalt ook af op al die informele lesinstituten die wel een positieve bijdrage leveren. Minister Wiersma wil daarom zorgen dat er meer zicht is op deze scholing en kan worden opgetreden bij ernstige incidenten. Om te komen tot een wettelijke norm die toezicht op de excessen van anti-integratieve, antidemocratische en antirechtstatelijke activiteiten bij informele scholing mogelijk maakt, is een scherpe juridische definitie van het probleem randvoorwaardelijk.

Ouders en leraren die zich zorgen maken over informele scholing kunnen straks via een onafhankelijk meldpunt hun zorgen uiten. Minister Wiersma kijkt samen met de inspectie naar de invulling van deze nieuwe taak. De inspectie onderzoekt de signalen en kan, indien nodig, direct ingrijpen waar het mis gaat. Daarvoor wordt, zodra deze gevonden is, een goede juridische definitie van informeel-, anti-integratief-, antidemocratisch- en antirechtstatelijk onderwijs in de wet verankerd. De uitwerking hiervan en het wetsvoorstel worden begin volgend jaar naar de Kamer gestuurd.

Daarnaast stelt minister Wiersma voor dat een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) ook verplicht wordt voor mensen die werken binnen het informeel onderwijs. Deze zogenoemde VOG is al verplicht voor medewerkers binnen regulier onderwijs omdat ze, net als in het informeel onderwijs, met kinderen of kwetsbare groepen werken.

Vrij en veilig onderwijs

De genoemde toezicht en controle bij informele lesinstituten zijn onderdeel van een flink pakket aan maatregelen. Ook voor het regulier onderwijs zitten hier nieuwe hulpmiddelen tussen. Zo wordt een uitbreiding van de jaarlijkse schoolmonitor voorgesteld. Dit moet een beter beeld geven van wat er op school speelt. Ook moet de bestaande meldplicht seksueel misbruik worden uitgebreid naar seksuele intimidatie en moet er steviger worden ingegrepen bij ernstige incidenten. Met een versterking van het zogeheten klachtenstelsel wil minister Wiersma ervoor zorgen dat meldingen van leerlingen, ouders en docenten beter worden verwerkt en onderzocht.


Kabinet wil bij uitvoering sociale zekerheid meer uitgaan van vertrouwen

Het kabinet wil bij de uitvoering van de sociale zekerheid meer uitgaan van vertrouwen in mensen. Dat schrijven de ministers Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen in de kabinetsreactie op het rapport ‘Hardvochtige effecten van overheidshandelen voor burgers binnen de sociale zekerheid’ van Panteia, Muzus, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Hogeschool Utrecht.  Volgens beide ministers is de balans in regelgeving de afgelopen jaren doorgeslagen naar handhaving en fraudebestrijding. Ze kondigen daarom meerdere maatregelen aan om meer te kijken naar individuele omstandigheden.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

In het onderzoek wordt geconcludeerd dat een regeling die voor de één hardvochtig kan uitpakken, dat niet hoeft te zijn voor de ander. Het is erg afhankelijk van wat er speelt bij de persoon in kwestie. Beide ministers schrijven daarom aan de Kamer dat ze de mens weer centraal willen zetten.

Er wordt aangekondigd dat verschillende regelingen op het gebied van de sociale zekerheid worden aangepast. Veel is al in gang gezet. De Participatiewet wordt eenvoudiger gemaakt en de balans tussen menselijke maat en rechten en plichten wordt hersteld. Samen met vakbonden en werkgevers wordt gekeken wat er op korte en op middellange termijn gedaan kan worden aan hardheden in de arbeidsongeschiktheidswetgeving. Ook is er een commissie aangekondigd om het hele WIA-stelsel tegen het licht te houden. 

De ministers schrijven verder dat de handhaving van sociale zekerheid wordt aangepast, zodat er meer wordt uitgegaan van vertrouwen. Het UWV zet in op meer persoonlijk contact met uitkeringsgerechtigden en de Sociale Verzekeringsbank neemt bij ingrijpende beslissingen actief contact op en let daarbij op signalen die wijzen op bijzondere persoonlijke omstandigheden. Beide organisaties kijken ook meer naar wat de bedoeling van wetgeving is. Daarnaast wordt er bekeken waar er meer discretionaire bevoegdheden en hardheidsclausules moeten komen in wetgeving, zodat er in schrijnende gevallen kan worden afgeweken van regels. Deze punten worden verder uitgewerkt zodat de Kamer daar spoedig over kan worden geïnformeerd.


Extra maatregelen voor acuut betere jeugdbescherming

Het kabinet gaat extra maatregelen nemen om op korte termijn de druk op de jeugdbescherming te verlichten. Concreet richten zij zich op het verlichten van de werkdruk voor professionals, een voorrangsregeling voor de meest kwetsbare kinderen en het voorkomen dat kinderen uit gezinnen met ernstige problemen een kinderbeschermingsmaatregel opgelegd krijgen. Met zo’n maatregel van de kinderrechter krijgen gezinnen verplicht hulp bij de opvoeding. Dit zijn noodzakelijke stappen om voor een acuut betere jeugdbescherming te zorgen.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

“Ieder kind heeft het recht om thuis veilig op te groeien en zich te ontwikkelen. Wanneer dit in gevaar dreigt te komen, moet er hulp en ondersteuning geboden worden aan gezinnen om het tij te keren. De overheid kan als laatste redmiddel ingrijpen in het gezinsleven om het kind in veiligheid te brengen,’’ schrijven de bewindspersonen in een brief aan de Tweede Kamer. ,,Het gaat ons zeer aan het hart dat die ondersteuning en zorg op dit moment tekortschiet, ondanks de tomeloze inzet van de hardwerkende professionals. Wij begrijpen het belang en we voelen de urgentie.”

Werkdruk verlichten

Minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming en staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport willen dat de jeugdbeschermers verlichting krijgen in hun werk. Dat kan door hen taken uit handen te nemen. Juridische medewerkers en gedragsdeskundigen kunnen bijvoorbeeld voor verlichting zorgen.

In september kondigde het kabinet al een stevig pakket aan maatregelen aan in de jeugdbescherming dat nu verder wordt uitgebreid. Zo wordt volgend jaar 20 miljoen euro uitgetrokken door gemeenten en het Rijk om de werkdruk van jeugdbeschermers te verlagen en komt er verspreid over meerdere jaren 10 miljoen euro om meer professionals als zij-instromers te werven. Daarnaast wordt al gewerkt aan een versnelde structurele verbetering. Belangrijk is daarbij dat gehoor wordt gegeven aan de roep vanuit de sector om niet met nieuw beleid te komen, maar om verder te bouwen aan bestaande goede ervaringen en hen hiervoor tijd te geven. Daarmee wordt voorkomen dat de werkdruk toeneemt.

Voorrang bij toewijzing jeugdhulp

De bewindslieden roepen gemeenten en aanbieders op om bij het toewijzen van jeugdhulp kinderen met een beschermingsmaatregel van de rechter voorrang te geven bij de verdeling van jeugdhulp. Wél wordt een uitzondering gemaakt als de hulpvraag van kinderen zonder maatregel urgenter is. Vanaf het tweede kwartaal volgend jaar wordt hiervoor een afwegingskader gemaakt om te bepalen hoe de afweging gemaakt kan worden.

Daarnaast komt het kabinet met maatregelen die als doel hebben dat minder kinderen worden doorverwezen naar de jeugdbescherming. In de praktijk wordt nog te vaak de jeugdbescherming ingeschakeld voor bijvoorbeeld een complexe vechtscheiding en als er opvoedproblemen in het gezin spelen door hoge schulden of verslaving, terwijl dat kan worden voorkomen door eerder hulp en ondersteuning te bieden. Daardoor hebben minder kinderen jeugdbescherming nodig en wordt de druk erop ook minder.


Overheid start campagne om mensen met geldzorgen te wijzen op hulp

Steeds meer huishoudens komen financieel in de knel door de hoge inflatie en de fors gestegen energierekening. Ondanks de uitgebreide koopkrachtmaatregelen van de overheid is er de vrees dat het aantal huishoudens met schulden flink zal toenemen de komende periode. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid start daarom met Geldfit een offensief om mensen met geldzorgen te wijzen op de beschikbare hulp en aan te moedigen om de eerste stap te zetten.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Als je maar een kleine buffer hebt, is een betaalachterstand snel opgelopen en kan het van kwaad tot erger gaan.Er vroeg bij zijn en voorkomen dat de problemen boven je hoofd groeien, is dan het allerbelangrijkste wat er is. Dat is moeilijk, want financiële zorgen houden we liever voor onszelf. Ook maakt de stress die gepaard gaat met geldzorgen hulp vragen lastig.

Voorkomen dat problemen verergeren

‘Juist daarom moeten we er alles aan doen om te voorkomen dat mensen hun geldzorgen voor zich houden en dat de problemen zich opstapelen.’ aldus minister Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. ‘En moeten we nog veel beter vertellen welke hulp en ondersteuning er is. Want veel mensen kennen de weg niet naar de schuldhulp van de gemeente, een budgetcoach of een schuldhulpmaatje. Of weten niet dat het mogelijk is om een betalingsregeling te treffen. Ook gebruikt niet iedereen de inkomensregelingen die er zijn. Ik wil dat echt verbeteren, de hulp dichterbij brengen. De campagne die we vandaag starten, helpt om de drempel te verlagen. Daarmee zeggen we: je staat er niet alleen voor.’

Geldfit

Geldfit is de plek waar alle beschikbare hulp samen komt. Op geldfit.nl kan je via een online test zien hoe je financiële situatie is en welke stappen je kunt zetten om weer grip op je geld te krijgen. Als het nodig is, krijg je gelijk contactgegevens van organisaties in de buurt die je daarbij kunnen helpen. Ook kan je voor een persoonlijk advies bellen of chatten met de hulplijn voor geldzorgen, 0800-8115. Medewerkers van Geldfit bieden een luisterend oor denken mee en brengen je in contact met passende hulp in de buurt.

Het afgelopen kwartaal hebben 367.000 duizend mensen de website geldfit.nl bezocht, maar liefst 3 keer zoveel als vorig jaar. Jong en oud, werkend of werkzoekend en ook ondernemers met een eigen bedrijf. Het platform rekent komende winter op een verdere toename van het aantal hulpvragen, mede vanwege de campagne van het ministerie en van andere partijen die naar Geldfit verwijzen, zoals energiemaatschappijen en banken.

Campagne Je staat er niet alleen voor

De campagne ‘Je staat er niet alleen voor’ van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid start vandaag. Andere partijen, zoals gemeenten, zijn uitgenodigd om erop aan te sluiten. Meer informatie: www.geldfit.nl/nietalleen.


Plan bevordert recht op zelfbeschikking

In Nederland vinden we het heel belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn. En dat iedereen volwaardig kan deelnemen aan de samenleving zonder dat inbreuk wordt gemaakt op iemands zelfbeschikkingsrecht. Helaas is dat nog niet het geval.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Een aantal Nederlanders, voornamelijk vrouwen, heeft te maken met dwang rond allerlei keuzes in het leven, zoals opleiding, huwelijk en deelname aan het maatschappelijk leven. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat het grootste aantal slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap in een afhankelijke financiële situatie verkeert en niet over een eigen inkomen beschikt.

Onderdrukking terugdringen

Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap willen samen met maatschappelijke organisaties dergelijke onderdrukking in Nederland terugdringen en zelfbeschikking bevorderen. Deze preventieve inzet staat beschreven in een meerjarenplan dat beide ministers vandaag naar de Tweede Kamer sturen.

Volwaardig deelnemen aan de samenleving

Minister Van Gennip: “Iedereen in Nederland moet volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving zonder inperking van het zelfbeschikkingsrecht. Met het meerjarenplan zelfbeschikking wil ik vrouwen in een afhankelijkheidssituatie financieel weerbaarder maken, opdat ook zij in vrijheid kunnen leven.”

Mentaliteitsverandering bewerkstelligen

Het meerjarenplan zelfbeschikking 2022-2025 wil een mentaliteitsverandering op gang brengen binnen gesloten gemeenschappen. Daarnaast zet het in op het vergroten van financiële basisvaardigheden van vrouwen in een afhankelijkheidssituatie: zij leren daarbij hoe zij bijvoorbeeld een bankpas kunnen aanvragen en hoe zij een rekening kunnen openen.

Ondersteuning bij opvoedingsvraagstukken

Ook is er aandacht voor de bevordering van het cultuur- en gendersensitief werken van professionals betrokken bij de aanpak van geldzorgen, armoede en schulden. Tot slot worden met dit plan professionals en ouders ondersteund bij opvoedingsvragen die samenhangen met het thema zelfbeschikking.


Dreigingsbeeld NCTV: dreiging in en tegen Nederland veelzijdiger en meer diffuus

Er zijn op dit moment geen concrete aanwijzingen dat geradicaliseerde personen een aanslag voorbereiden. Wel zijn er in Nederland personen en groepen die radicaliseren of geradicaliseerd zijn, die een dreiging kunnen vormen tegen de nationale veiligheid. Een terroristische aanslag in Nederland blijft voorstelbaar. Het dreigingsniveau in Nederland wordt dan ook vastgesteld op ‘aanzienlijk’ (niveau 3 van 5). Dat stelt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 57 (DTN57).

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Aard terroristische dreiging veranderd

Het dreigingsniveau is sinds 2019 niet gewijzigd. Wel constateert de NCTV dat de aard van de terroristische dreiging is veranderd de afgelopen jaren: de dreiging in en tegen Nederland is de afgelopen jaren veelzijdiger en meer diffuus geworden. Het jihadisme blijft de voornaamste terroristische dreiging, maar de dreiging vanuit de jihadistische beweging in Nederland en de ons omringende landen is sinds het vorige decennium wel afgenomen. Met de opkomst van het rechts-extremistische accelerationisme zijn terroristische aanslagen vanuit dit inherent gewelddadige gedachtegoed ook voorstelbaar geworden. Daarnaast kan geloof in complottheorieën binnen het radicale anti-overheidsprotest aanleiding geven tot extremistisch en zelfs terroristisch handelen

Jihadistische beweging Nederland

Vanwege de naar verhouding grote omvang en organisatiegraad blijft de Nederlandse jihadistische beweging de voornaamste bron van terroristische dreiging voor Nederland vormen. Wel stelt de NCTV dat repressief overheidsoptreden en het ontbreken van mobiliserende thema’s zorgen voor stagnatie en relatieve inactiviteit van de beweging. Toch hebben sommige Nederlandse jihadisten nog steeds de intentie om een aanslag te plegen, al zijn er geen aanwijzingen dat zij daar op dit moment plannen voor maken. De ontwikkeling van de beweging blijft onvoorspelbaar. Het is mogelijk dat de dreiging weer kan toenemen onder invloed van bijvoorbeeld mobiliserende gebeurtenissen of omdat terrorismeveroordeelden vrijkomen uit detentie.

Rechts-extremisme

Zoals eerder door de NCTV vastgesteld blijft het zgn. accelerationisme de voornaamste rechts-extremistische geweldsdreiging. Deze stroming propageert terroristisch geweld als legitiem middel om het ideaal van een witte etnostaat te bereiken. Een van de pijlers binnen het accelerationisme is de zogenoemde omvolkingstheorie, een complottheorie die in Nederland steeds meer onderdeel wordt van het publieke debat. Volgens accelerationisten kan de vermeende omvolking worden tegengegaan met geweld en het bespoedigen van een rassenoorlog. Hoewel accelerationistische aanslagen in Europa tot dusverre weinig voorkomen en accelerationisten zich vooral online uiten, maakt het inherent gewelddadige gedachtegoed een aanslag vanuit deze stroming voorstelbaar.

Anti-overheidsextremisme

In Nederland richt een groep anti-overheidsextremisten zich vanuit een fundamenteel wantrouwen, woede en onrechtvaardigheidsgevoel tegen de overheid en andere instituties. Deze groep ontstond als radicale onderstroom van het coronaprotest en richt zich steeds meer op andere onderwerpen, zoals het stikstofvraagstuk en het boerenprotest. Een deel van hen omarmt complottheorieën. Complottheorieën doen afbreuk aan het publieke vertrouwen in de instituties van de democratische rechtsorde. De verspreiding en normalisering van dergelijke theorieën kan aanleiding vormen voor het plegen van extremistische en zelfs terroristische handelingen.