Aanloopfase wietexperiment op kleine schaal in Tilburg en Breda

Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) hebben besloten om te starten met een aanloopfase. Dit betekent dat in de gemeenten Tilburg en Breda telers naar verwachting in het vierde kwartaal van dit jaar kunnen starten met leveren aan de coffeeshops. Tijdens de aanloopfase kan er op kleine schaal in de gemeenten Breda en Tilburg, naar een initiatief van de burgemeesters van deze gemeenten, eerder gestart worden met levering aan coffeeshops. Waarbij coffeeshops ook nog mogen inkopen bij hun oude leveranciers.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Doel aanloopfase

Het doel van de aanloopfase is om te oefenen met alle processen en systemen die hierbij komen kijken. Zodat de start in alle gemeenten van de overgangsfase soepeler kan verlopen. De aanloopfase kan van start gaan onder een aantal voorwaarden. Namelijk een beperkt aantal gemeenten: Breda en Tilburg. Daarnaast een beperkte handelsvoorraad van 500 gram van gereguleerde producten, een beperkte duur van de aanloopfase waarbij het streven maximaal 6 maanden is. De start als minimaal drie telers gereed zijn en een stopknop om de aanloopfase te stoppen indien er zich ernstige problemen voordoen op het vlak van openbare orde en veiligheid. De burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de handhaving op de gereguleerde cannabis die in de coffeeshop komt te liggen. Er worden afspraken gemaakt in de lokale driehoek om onduidelijkheden over het handhavingsregime te voorkomen.

Start experiment

Minister Ernst Kuipers: “Samen met minister Yesilgoz-Zegerius zet ik mij er voor in dat het wietexperiment gaat slagen. Ik proef ook bij alle deelnemers enthousiasme en ben dan ook blij dat we hierbij ook al eerder dan de officiële start van het experiment een eerste kleinere stap kunnen gaan zetten.’’

Kwantiteit, kwaliteit en diversiteit

De verwachting is dat de aanloopfase start in het vierde kwartaal van 2023, het moment dat minimaal drie telers gereed zijn om te leveren. Om het experiment in alle deelnemende gemeenten kunnen starten is het belangrijk dat de kwantiteit, kwaliteit en diversiteit van wiet en hasj voldoende is. Dit moment wordt naar verwachting bereikt in het eerste kwartaal van 2024. Vanaf dat moment kunnen alle coffeeshops in deelnemende gemeente legale cannabis verkopen. De voortgang van de telers blijven de ministeries monitoren om te bepalen of daadwerkelijk in het eerste kwartaal van 2024 gestart kan worden met het experiment.


Afgepakt crimineel vermogen gaat naar leerwerkplek in Schiedam

In de Schiedamse wijk de Gorzen wordt een leerwerkplek voor jongeren ingericht met behulp van afgepakt crimineel vermogen. Dit is het eerste project uit de afspraak van het kabinet in het coalitieakkoord om van criminelen afgepakt geld vaker terug te investeren in wijken waar die criminelen actief waren. Dankzij samenwerking tussen het Openbaar Ministerie (OM) en het Rijksvastgoedbedrijf met de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat deze keer de opbrengst van een aantal in beslag genomen panden niet naar de staatskas, maar wordt de opbrengst geïnvesteerd in de leefbaarheid van de buurt.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid is na het sluiten van het coalitieakkoord met maatschappelijk herbestemmen aan de slag gegaan. Het OM had al geschikte afgepakte panden van criminelen op het oog om het vastgoed, of zoals in de Schiedamse wijk de opbrengst ervan, te herbestemmen in dezelfde omgeving. Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam heeft deze week ingestemd om het project voor maatschappelijke herbestemming samen met het OM en de wijk te realiseren.

Teruggeven aan de samenleving

“De schade die criminelen aan onze samenleving toebrengen, is groot. Geweld en schietpartijen op straat, door de brievenbus gegooide explosieven en intimidatie zorgen ervoor dat bewoners zich niet altijd meer veilig voelen in hun eigen buurt. Daarom investeren we fors in de bestrijding van georganiseerde misdaad. Extra mooi als we dat afgepakte geld van criminelen en alles waarmee ze willen pronken – van dure kleding, auto’s tot panden – kunnen teruggeven aan de samenleving. Dit doen we onder andere door de opbrengst ervan te investeren in de leefbaarheid van onze buurten. Zo laten we zien dat misdaad niet loont’’,

aldus minister Yeşilgöz-Zegerius.

Structurele regeling

Er wordt gewerkt aan meer projecten waarbij afgepakt vermogen van criminelen wordt ingezet voor een publieke bestemming. Het liefst in wijken die te lijden hebben of hadden onder criminaliteit. Zo wordt geïnvesteerd in het bieden van sociaaleconomische kansen op lokaal niveau, waarmee ook de ondermijnende criminaliteit wordt tegengegaan. Hierbij gaat het om panden, zoals in Schiedam, maar het kan ook gaan om in beslag genomen goederen door de overheid die nu opgeslagen liggen en gebruikt kunnen worden in sociale- en/of leerprojecten. Dan gaat het bijvoorbeeld om auto’s, meubilair en gereedschap. Minister Yeşilgöz-Zegerius wil op basis van de opgedane ervaringen in de projecten een structurele regeling maken, waardoor het publiek herbestemmen voortaan makkelijker wordt. Het kost nu veel tijd om dit telkens apart met alle betrokken partijen te regelen, omdat er nog geen vaste regeling voor is. Voor de regeling wordt dit jaar eerst 2 miljoen euro uitgetrokken en dat loopt op naar een bedrag van 5 miljoen euro per jaar vanaf 2025.

Misdaad loont niet

Hoofdofficier Hillenaar van het arrondissementsparket Rotterdam: “In 2017 hebben we als OM Rotterdam al eens een van drugscriminelen afgepakte boot aan het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam gegeven. Door opnieuw afgepakt crimineel bezit aan de maatschappij te schenken wordt voor iedereen zichtbaar dat misdadigers verre van onoverwinnelijk zijn. In Italië is het maatschappelijk herbestemmen van met misdaad verkregen eigendommen al langer ingeburgerd en het is daar een enorm succes. Ik hoop dat het project in Schiedam op veel meer plekken in ons land navolging krijgt. Misdaad loont niet, maar in dit geval profiteert wél een hele wijk in Schiedam!’’

Schiedam

In Schiedam wordt met bewoners uit de wijk De Gorzen verder uitgewerkt hoe de leerwerkplek voor jongeren het beste ingericht kan worden. Verschillende bewoners hebben al aangegeven dat ze graag met de jeugd aan de slag willen om hun vakkennis over te dragen. Met hen wordt besproken welke faciliteiten hiervoor nodig zijn.

Investeren in jongeren

Burgemeester Lamers van Schiedam: “Misdaad loont niet. De opbrengst van het crimineel bezit brengen we terug in de wijk door te investeren in onze jongeren. We bieden ze een plek waar ze onder goede begeleiding aan zichzelf kunnen werken. We willen graag de vakkennis en kunde van wijkbewoners gebruiken om jongeren meer toekomstperspectief te geven en ze beter weerbaar te maken tegen verleidingen van de criminaliteit.’’


Gegevensdeling stevig geborgd voor privacy en veiligheid

Heldere grondslagen en stevige waarborgen voor gegevensuitwisseling door samenwerkingsverbanden zijn nodig ter bescherming van onze persoonsgegevens, voor onze veiligheid en de rechtsstaat. Dat maakt voor iedereen duidelijker onder welke voorwaarden informatie kan worden verwerkt binnen de vier bestaande samenwerkingsverbanden die complexe problemen rond bijvoorbeeld verwarde personen op het snijvlak van zorg en veiligheid, de georganiseerde criminaliteit, witwassen en crimineel vermogen aanpakken.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Minister Yeşilgöz-Zegerius heeft hiertoe vandaag in aanvulling op het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) dat op dit moment in behandeling is in de Eerste Kamer, een algemene maatregel van bestuur in internetconsultatie gebracht.

Onduidelijkheid

“Alleen met stevige waarborgen en het doelgericht vastleggen in welke situaties gegevensdeling wel kan, kunnen we een einde maken aan de gevoelde tegenstelling tussen veiligheid en privacy. Onduidelijkheid over het delen van informatie zorgt nu vaak voor een patstelling. Dat zien we bijvoorbeeld op het snijvlak van zorg en veiligheid, terwijl complexe problemen rond verwarde personen juist vragen om met urgentie te worden opgepakt. Dat geldt ook voor de aanpak van de georganiseerde misdaad en crimineel vermogen. Het is zaak dat we duidelijkheid creëren wanneer wel informatie gedeeld kan worden.’’ aldus minister Yeşilgöz.

Internetconsultatie

Door de algemene maatregel van bestuur die nu in internetconsultatie is gegaan, worden grondslagen om gegevens te kunnen delen verduidelijkt en meer waarborgen ingebouwd voor bescherming van persoonsgegevens. Zo wordt ook gevolg gegeven aan vragen uit het parlement en adviezen van het College voor de Rechten van de Mens, de Autoriteit Persoonsgegevens en voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State, die op verzoek van de Eerste Kamer zijn uitgebracht.

Waarborgen

De algemene maatregel van bestuur, het zogeheten Besluit gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden, zorgt voor meer waarborgen rond de informatiedeling. Het beoogt zo exact mogelijk te omlijnen wat de samenwerkingsverbanden mogen doen. Het ontwerpbesluit regelt waarborgen, zoals de criteria waaraan een signaal, verzoek of casus moet voldoen om aanleiding te mogen zijn voor gegevensverwerking. Andere waarborgen zijn onder meer de instelling van rechtmatigheidsadviescommissies voor de beoordeling van rechtmatigheid en tegengaan van discriminatierisico’s, de verplichting van onafhankelijke privacy audits, kwaliteitstoetsen op gegevens en het instellen van een contactpunt waar burgers hun rechten kunnen uitoefenen op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming. Daarnaast gelden er veel meer waarborgen, zoals een plicht tot passende opleidingen en trainingen over gegevensverwerking.

Het wetsvoorstel WGS regelt dat deelnemers van vier bestaande samenwerkingsverbanden straks beter gegevens kunnen delen om op hun veiligheidsterrein een volledig beeld te krijgen:

  • de Zorg- en Veiligheidshuizen (ZVH’s) als het gaat om bijvoorbeeld huiselijk geweld en complexe problemen met ernstig verward gedrag,
  • de Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s) in de strijd tegen georganiseerde en ondermijnende criminaliteit,
  • het Financieel Expertisecentrum (FEC) richt zich op de integriteit van de financiële sector en specifiek op de aanpak van illegale financiële activiteiten, terrorismefinanciering en witwassen.
  • de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV) stelt rapportages op waaruit kan worden opgemaakt waar mogelijk crimineel of fiscaal ontdoken vermogen wordt verborgen.

Als de wens ontstaat om nieuwe samenwerkingsverbanden toe te voegen, moet dat bij wijziging van wet worden geregeld. Alleen in geval van spoed en na advies van de Raad van State is een overbruggingsregeling gedurende zo’n wetswijziging mogelijk.


Nederland werkt met Marokko aan uitleveringsverdrag

Nederland en Marokko onderhandelen over een uitleveringsverdrag om de strijd tegen de georganiseerde misdaad te intensiveren. Dat schrijft minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Gewelddadige criminele netwerken opereren wereldwijd om hun drugs- en wapenhandel verder te brengen en proberen via internationale constructies hun criminele vermogen wit te wassen. Nederland en Marokko willen de krachten hiertegen verder bundelen en een bilateraal verdrag over uitlevering zal de samenwerking verder versterken.

De impact van georganiseerde misdaad op onze samenleving is zorgwekkend. We zien criminele netwerken met internationale drugshandel grof geld verdienen, waarmee ze door ondergronds bankieren en witwasconstructies proberen onze legale economie te infiltreren en corrumperen. Ondertussen hebben we te maken met drugsgerelateerd geweld in onze straten en worden onze jongeren geronseld in de criminaliteit. In strijd hiertegen kunnen we samen met Marokko de misdadige machtsstructuren met hun criminele spelers beter onderuithalen en oprollen.’’ aldus minister Yeşilgöz-Zegerius. 

De samenwerking met Marokko is onderdeel van de internationale toekomstagenda in de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, die de minister van Justitie en Veiligheid in juni vorig jaar bekend maakte. Door een bilateraal verdrag wordt het aantal feiten waarop uitlevering tussen beide landen mogelijk is, verbreed en kunnen specifieke afspraken worden gemaakt over procedures. Met een bilateraal verdrag blijft ook gelden dat elk verzoek voor uitlevering afzonderlijk wordt beoordeeld op basis van wettelijke en verdragsrechtelijke kaders. Zodra er met Marokko afspraken zijn gemaakt voor een uitleveringsverdrag, wordt dit voor verdere implementatie via gebruikelijke procedures aan het parlement voorgelegd.


Minister Schouten wil schuldhulpverlening sneller en beter toegankelijk maken

Schuldhulpverlening duurt te lang en te weinig mensen melden zich voor hulp bij de gemeente als ze met problematische schulden kampen. Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) gaat daarom de duur van schuldhulpverleningstrajecten bij gemeenten verkorten tot anderhalf jaar en de drempel naar de gemeentelijke hulp verlagen. Op die manier wil de minister bereiken dat meer mensen hulp krijgen en dat zij sneller van hun schulden af zijn.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Mensen lopen lang door met hun schulden voordat zij aan de bel trekken. Vervolgens duurt het nog drie jaar voordat zij een schuldhulptraject hebben doorlopen en weer vooruit kunnen kijken. Tijdens deze periode moeten zij lange tijd van het absolute minimum zien rond te komen. Dat trekt een zware wissel op mensen, waardoor velen het traject niet volhouden en de financiële problemen juist groter worden. Ik wil dat we er eerder bij zijn bij geldzorgen en dat mensen zo snel mogelijk weer verder kunnen met hun leven, aldus minister Schouten.

Saneringskredieten

Schouten wil een snellere aflossing van schulden onder meer bereiken door alle gemeenten saneringskredieten te laten inzetten. Hierbij neemt de gemeente de schulden over van schuldeisers waarmee de totale schuld wordt afgelost tegen finale kwijting. Huishoudens lossen dan nog maar af bij één schuldeiser, namelijk de gemeente of de kredietbank. Dit geeft rust en verkort de duur van de schuldhulpverlening. Het kabinet heeft in 2021 een Waarborgfonds ingesteld dat het risico voor gemeenten bij het afgeven van deze kredieten afdekt. Op dit moment heeft ongeveer driekwart van de gemeenten de mogelijkheid om deze kredieten in te zetten. De minister kijkt ook naar mogelijkheden om mensen met problematische schulden die bij de overheid bekend zijn proactief te benaderen voor hulp, te beginnen met de mensen die hun zorgverzekering niet kunnen betalen en bij het CAK bekend zijn.

Preventie

De verwachting is dat het aantal huishoudens met schulden de komende periode zal toenemen als gevolg van de energiecrisis. Schouten wil er voor zorgen dat huishoudens met beginnende geldzorgen eerder in beeld komen bij hulpverleners, om te voorkomen dat de schulden hoog oplopen. Het kabinet heeft vorig jaar op Prinsjesdag structureel veertig miljoen euro vrijgemaakt voor onder meer betere vroegsignalering van schulden door gemeenten. Hierbij krijgt de gemeente van energieleveranciers, zorgverzekeraars, woningverhuurders en drinkwaterbedrijven informatie over betalingsachterstanden van hun klanten. Gemeenten bieden vervolgens hulp aan. Gemeenten kunnen met deze extra middelen meer inwoners met geldzorgen persoonlijke hulp aanbieden.

Geldfit

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is eind vorig jaar met Geldfit een offensief gestart om mensen met geldzorgen te wijzen op de beschikbare ondersteuning en aan te moedigen de stap naar hulp te zetten. Mensen kunnen anoniem bellen met de hulplijn van Geldfit, wat de drempel om hulp te zoeken verlaagt. Met extra middelen van het kabinet heeft Geldfit dit jaar de capaciteit van het nummer 0800-8115 verhoogd, zodat deze ook bij de verwachte verdere stijging van het aantal hulpvragen goed bereikbaar blijft.

Schuldsanering

De plannen van minister Schouten om de duur van de schuldhulpverlening bij gemeenten te halveren van drie naar anderhalf jaar sluiten aan bij de kortere periode van schuldsanering bij de rechter waartoe de Tweede Kamer eerder deze maand heeft besloten. Ook die termijn wordt in principe gehalveerd tot anderhalf jaar. Schuldsanering bij de rechter is aan de orde wanneer het afspreken van een schuldregeling via de gemeente niet lukt. De verkorting van de periode van schuldsanering wordt in wetgeving vastgelegd. Het beperken van de duur van een gemeentelijke schuldregeling, waarvoor in principe geen wetswijziging nodig is, zal idealiter gelijktijdig doorgevoerd worden.


Landelijke regie op om- en afbouw gesloten jeugdhulp, aantal plaatsingen bijna gehalveerd

Met het uitvoeringsplan voor de om- en afbouw van de gesloten jeugdhulp zet staatssecretaris Van Ooijen (VWS) in op landelijke regie voor kwetsbare jongeren die bescherming en veiligheid nodig hebben. In 2025 moet de gesloten jeugdhulp volledig kleinschalig werken en de beweging maken naar nul gesloten plaatsingen in 2030. Die beweging is al fors ingezet, dankzij de inzet van bevlogen professionals. Sinds 2017 is het aantal gesloten plaatsingen op jaarbasis al bijna gehalveerd. Ook is het aantal plaatsen in gesloten instellingen de afgelopen jaren fors afgenomen en zijn nieuwe kleinschalige plaatsen gecreëerd.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Heldere routekaart

Staatssecretaris Van Ooijen: “Het Rijk, gemeenten, aanbieders en jongeren zelf zijn het allemaal eens dat we toe moeten naar jeugdhulp die kleinschalig, zoveel mogelijk open en zo thuis mogelijk georganiseerd is. Met als doel menswaardige en liefdevolle zorg voor kwetsbare jongeren. Ik ben blij te zien dat die beweging stevig is ingezet. Dat hebben we vooral te danken aan de enorme inzet van jeugdzorgprofessionals. Mijn complimenten! Samen zetten we nu de volgende stap om deze beweging in de praktijk verder te brengen. Ik heb al vaker gezegd dat de zorg voor de meest kwetsbare kinderen het beste geregeld moet worden en daarvoor meer centraal moet worden georganiseerd. Daarom pakken we op landelijk niveau de regie.”

Perspectief jongeren een volwaardige plek

Er is brede overeenstemming over de om- en afbouw van de gesloten jeugdzorg. Dit uitvoeringsplan is het resultaat van die overeenstemming tussen het Rijk, de VNG, jeugdzorgaanbieders en jongeren zelf. Het perspectief van jongeren is nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming van het plan. In de uitvoering zelf krijgen jongeren een volwaardige plek, onder andere in de vorm van jongerenpanels. Voor de participatie van jongeren wordt o.a. samengewerkt met het Jeugdwelzijnsberaad en ExpEx. Het gaat dan zowel om de jongeren die nu in de gesloten jeugdhulp verblijven als om ervaringsdeskundigen.

Landelijke regie

In het plan staan duidelijke afspraken met gemeenten en aanbieders over wat nodig is voor een goede af- en ombouw van de gesloten jeugdhulp, hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld en wat de planning is. Zo is afgesproken dat de afbouw van gesloten jeugdhulp en opbouw van alternatieven plaatsvindt op het niveau van de jeugdregio’s. Gemeenten en aanbieders werken samen met professionals en jongeren aan een passend zorgaanbod. Landelijk nemen het ministerie van VWS en de VNG de regie op de voortgang in en de samenhang tussen de regio’s. Ook wordt landelijk ingezet op het versterken van kwaliteit van de zorg, de beschikbaarheid van onderwijs voor deze kinderen en het omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen.

Plaatsen en plaatsingen gesloten jeugdhulp nemen af

Het aantal kinderen in gesloten jeugdhulp blijft de afgelopen jaren afnemen. Sinds 2017 is het jaarlijkse aantal gesloten plaatsingen bijna gehalveerd. Het aantal plaatsen in gesloten instellingen is dan ook fors afgenomen, van 994 plaatsen in 2020 naar 696 in 2022. Tegelijkertijd zijn 50 nieuwe plaatsen gecreëerd in een kleinschalige setting. Het zorgaanbod en de organisatie daarvan moeten goed bij deze beweging aansluiten: de continuïteit van zorg voor kwetsbare kinderen is immers essentieel. De afname van het aantal gesloten plaatsingen en het aantal plaatsen heeft voor zorgaanbieders ook grote financiële gevolgen. Dat vraagt om een gecontroleerde afbouw om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip raken.


Betere hulp voor gezinnen met meerdere problemen

Om mensen met meerdere problemen beter te kunnen helpen is de Wet aanpak meervoudige problematiek in het sociaal domein (Wams) bij de Tweede Kamer ingediend. De Wams regelt dat gemeenten de wettelijke mogelijkheid krijgen om tot een gecoördineerde aanpak te komen voor mensen of gezinnen met meerdere problemen. Zo kan die hulp goed op elkaar worden afgestemd. Met dit wetsvoorstel kan ervoor gezorgd worden dat gemeenten en andere betrokken organisaties die deze gezinnen helpen, makkelijker gegevens kunnen uitwisselen.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: “Sommige gezinnen hebben meerdere problemen waar verschillende organisaties voor naar een oplossing zoeken. Denk aan de situatie waarbij het verstandig is als een ouder thuis blijft voor de kinderen, maar dat vanwege de bijstand wordt ingezet op werk. Of een oudere mevrouw die zorgt voor haar echtgenoot met beginnende dementie, maar door een ongeluk die hulp niet meer kan bieden. Met de Wams lukt het gemeenten en organisaties straks beter om de problemen in samenhang op te lossen waardoor deze mensen beter kunnen worden geholpen.”

Noodzakelijke wijzigingen

Het helpen van mensen met meerdere problemen binnen het sociaal domein vraagt veel van gemeenten en professionals: alle partijen moeten goed samenwerken om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Op dit moment is gegevensuitwisseling tussen deze partijen juridisch onvoldoende geregeld. Dit zorgt ervoor dat een onderling afgestemde aanpak van de problematiek vaak niet lukt. Dit is een van de belangrijkste knelpunten die de Wams straks oplost. Daarnaast zorgt het er ook voor dat mensen niet steeds dezelfde gegevens aan de gemeente hoeven te verstrekken. De uitwisseling van gegevens is overigens wel aan voorwaarden verbonden: alleen die gegevens die nodig zijn om gezamenlijk tot een gecoördineerde aanpak te komen mogen worden gedeeld. Bovenal worden de mensen om wie het gaat altijd betrokken.

Dienstverlening voor het sociaal domein

Om de Wams goed te kunnen laten werken is het nodig dat de dienstverlening voor het sociaal domein bij gemeenten op de juiste wijze is ingericht. Zo moeten onder andere de loketten voor zorg, jeugdhulp, bijstand, schuldhulpverlening en maatschappelijke ondersteuning goed kunnen samenwerken. Dit is in veel gemeenten nog niet het geval. Daarnaast kan afstemming ook nodig zijn met partijen buiten de gemeente zoals zorg- en onderwijsinstellingen en politie. De Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Rijksoverheid en andere betrokken organisaties werken samen om gemeenten te ondersteunen bij een inrichting van hun integrale dienstverlening. De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel is op 1 januari 2024.


Douane onderschept fors meer drugs in de post

De douane heeft in 2022 bijna 27.000 keer drugs in beslag genomen in de uitgaande post. Dat is fors meer dan de 15.500 keer dat de douane in 2021 drugs in de post onderschepte. Het grootste deel van de inbeslagnames bestaat uit XTC/MDMA die vanuit Nederland naar landen als de Verenigde Staten en Australië wordt gesmokkeld. Dat blijkt uit de drugscijfers 2022 die de douane vandaag bekend heeft gemaakt.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

De stijging van het aantal inbeslagnames kan het gevolg zijn van de intensievere controles van de douane op drugs in de post. Daarnaast speelt mogelijk een rol dat in 2022 het aantal dancefeesten wereldwijd weer is toegenomen na het coronajaar 2021. De smokkel in pakketpost neemt juist licht af. In pakketten trof de douane in 2022 in totaal ruim 116 kilo XTC/MDMA aan, tegenover 172 kilo in 2021. Drugs versturen per briefpost kan anoniemer dan via een pakket. Daarom kiezen smokkelaars mogelijk vaker voor briefpost. Behalve XTC treft de douane ook steeds vaker LSD aan in de post. Het aantal inbeslagnames van LSD is bijna verdubbeld, van ruim 1.600 naar bijna 3.200 keer.

Bijdrage aan aanpak ondermijnende criminaliteit

“Met het onderscheppen van drugs levert de douane een belangrijke bijdrage aan de aanpak van de ondermijnende criminaliteit”, zegt staatssecretaris Aukje de Vries van Toeslagen en Douane. “Criminele drugshandelaren worden steeds meedogenlozer en de gevolgen hiervan worden steeds breder voelbaar in de maatschappij. Met elke gram die we in beslag nemen, worden criminelen geraakt in hun inkomsten en wordt de samenleving een stukje veiliger.”

In beslag genomen drugs

In 2022 heeft de douane in totaal 29.808 keer drugs onderschept. Bij elkaar ging het om 64.383 kilo. In omvang vormt cocaïne het grootste deel van de vangsten. Hoewel het aantal vangsten van cocaïne met ruim 160 nagenoeg gelijk was aan 2021 daalde het aantal kilo’s tot ruim 51.447 kilo cocaïne. In 2021 ging het om 71.796 kilo. Bij alle andere drugssoorten constateert de douane een stijging in het aantal in beslag genomen kilo’s. Zo nam de douane 2.611 kilo heroïne in beslag, ten opzichte van 1.734 kilo een jaar eerder. Het aantal in beslag genomen kilo’s marihuana nam toe van 734 in 2021 naar 5.492 in 2022. De meeste drugs werd afgelopen jaar onderschept in de haven van Rotterdam en op luchthaven Schiphol. Ook in de andere zeehavens en vliegvelden onderschepte de douane in 2022 drugs.

Drugs met bestemming Nederland

Uit de drugscijfers 2022 blijkt verder dat er vorig jaar in het buitenland veel meer cocaïne met bestemming Nederland in beslag is genomen dan in 2021. In totaal hebben Zuid-Amerikaanse douane- en politiediensten in 2022 bijna 110 ton cocaïne in beslag genomen met als bestemming Nederland. In 2021 ging het nog om 41 ton. De Nederlandse douane werkt steeds meer samen met andere landen. Zo gaan er scanbeelden worden uitgewisseld met Brazilië en België, en komen er liaisons in Zuid-Amerikaanse landen.

Rip-off

De douane ziet dat cocaïne vooral gesmokkeld wordt met zogeheten rip-off. Dat betekent dat de cocaïne niet in de lading verwerkt wordt, maar bijvoorbeeld aan een legale lading in een container wordt toegevoegd. Dan stoppen smokkelaars bijvoorbeeld een sporttas met cocaïne tussen de lading, in plaats van dat ze de drugs in het product of de verpakkingsmaterialen verwerken. Deze ontwikkeling constateert de douane zowel bij scheepsladingen als in de luchtvracht.


Gewijzigd wetsvoorstel regulering sekswerk in consultatie

Sekswerkers moeten op een veilige en gezonde wijze hun werk kunnen doen. Misstanden, uitbuiting en dwang moeten we tegengaan. Hiervoor is meer zicht nodig op de branche. Een vergunningsplicht voor prostituees en exploitanten en meer uniforme regels helpen daarbij. Dit staat in het wetsvoorstel regulering sekswerk waarop een wijziging in consultatie gaat.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Bestaand wetsvoorstel

Het bestaande wetsvoorstel bestaat in de kern uit een vergunningsplicht voor seksbedrijven en prostituees. Deze vergunning wordt opgenomen in een landelijk register. Zo wordt het toezicht op de branche vergroot.

Gewijzigd wetsvoorstel

Onderdeel van de aanvraagprocedure voor een prostitutievergunning is het voeren van een gesprek met gespecialiseerde ambtenaren van de gemeente. Tijdens dit gesprek worden onder andere de rechten en plichten van de prostituee besproken. Ook wordt er gekeken naar de mate van zelfredzaamheid en de aanwezigheid van dwang. De wijziging regelt dat een jaar na afgifte van de prostitutievergunning een verplicht herhaalgesprek wordt gevoerd. Met dit extra gesprek kan een completer beeld geschetst worden van de mate van zelfredzaamheid van de prostituee en eventuele aanwezigheid van dwang gedurende de gehele vergunningsperiode.

Bestuurlijke boete

De wijziging regelt daarnaast dat de bestuurlijke boete voor een prostituee die zonder vergunning werkt, wordt geschrapt. Op deze manier hoeven prostituees op dit punt geen belemmering te voelen om bij misstanden melding of aangifte te doen. Klanten van niet-vergunde prostituees zijn strafbaar, tenzij de klant een melding maakt van een misstand. Zij moeten deze melding binnen 24 uur en uit eigen beweging doen bij bijvoorbeeld de politie.


Gevangenis in Vught krijgt eigen zittingszaal

Er komt een zittingszaal binnen de muren van de penitentiaire inrichting in Vught. Hierdoor kunnen onderdelen van strafzaken straks binnen de gevangenis plaatsvinden en hoeven gedetineerden uit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) minder vaak voor zittingen naar de rechtbank te worden gebracht. De gevangenis in Vught wordt de tweede locatie in Nederland waar berechting en detentie op één plek samenkomen, naast het Justitieel Complex Schiphol.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Dat schrijft minister Weerwind (Rechtsbescherming) in een brief aan de Tweede Kamer. Gedetineerden met een extreem risico op bijvoorbeeld een gewelddadige poging tot bevrijding of liquidatie worden voor hun strafzaak naar de rechtbank gebracht in colonnes van gepantserde voertuigen die met verhoogde snelheden, zwaailichten en sirenes rijden. Dit zorgt voor ernstige verkeersoverlast en grote veiligheidsrisico’s.

“Door recht te spreken binnen de muren van de penitentiaire inrichting in Vught vergroten we de veiligheid voor de samenleving,’’ aldus minister Weerwind.

Het gaat om een kleine zittingszaal waar onderdelen van strafzaken kunnen plaatsvinden. De rechter beslist uiteindelijk welke delen van een strafzaak plaatsvinden in de zittingszaal in Vught. Publiek en media kunnen zittingen binnen de gevangenis in Vught bijwonen. Omdat het een kleine zittingszaal betreft, is de ruimte wel beperkt. Bij grote belangstelling zullen zittingen daarom ook elders via een videoverbinding te volgen zijn. De realisatie van de nieuwe zittingszaal in Vught kost 15 miljoen euro en is reeds gestart. De opleveringsdatum is nog niet bekend. Eerder maakte minister Weerwind al bekend dat er in de EBI een videovoorziening komt, zodat de gedetineerden ook digitaal aan hun zitting kunnen deelnemen.