
Wetsvoorstel om seksueel geweld beter aan te pakken naar Tweede Kamer
Seksuele interactie moet altijd vrijwillig en gelijkwaardig zijn, zowel in de fysieke wereld als online. Om die norm ook goed in de strafwetgeving vast te leggen stuurt minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) het wetsvoorstel seksuele misdrijven naar de Tweede Kamer.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
“Seksueel grensoverschrijdend gedrag zien we overal in de maatschappij terug komen. Het is tijd dat we dat een halt toe roepen want iedereen moet zich overal veilig kunnen voelen. Wanneer je over straat loopt, aan het werk bent, online contact hebt met iemand of gewoon in je eigen huis bent”. aldus de minister.
Herziening van de wet en nieuwe strafbaarstellingen
De huidige strafwetgeving met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag is verouderd en schiet op onderdelen tekort. Daarom is het nodig die wetgeving fundamenteel te herzien en dat is precies wat dit wetsvoorstel doet. Hiermee wordt de wet meer bij de tijd gebracht als het gaat om digitale ontwikkelingen en de huidige seksuele normen. Zo wordt bijvoorbeeld seksueel contact met iemand waarvan je weet of moest vermoeden dat die ander niet wilde strafbaar als een vorm van aanranding of verkrachting. Ook wordt seksuele intimidatie, in het openbaar (offline en online), strafbaar. Daarop is maximaal drie maanden hechtenis gesteld. Daarnaast komt er maximaal twee jaar gevangenisstraf te staan op sexchatting: het seksueel benaderen van kinderen onder de 16, bijvoorbeeld door het sturen van online berichten.
Minister Yeşilgöz-Zegerius: “Seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag zijn onaanvaardbaar en moeten worden gestopt. Dat vergt een breed maatschappelijk offensief. Het strafrecht is het sluitstuk maar wat mij betreft onmisbaar in deze brede aanpak. Daarom wil ik de wet aanpassen zodat slachtoffers van seksueel geweld beter worden beschermd. Met de nieuwe wet hebben slachtoffers van verkrachting en aanranding meer mogelijkheden om aangifte te doen, daarnaast worden seksuele intimidatie en sexchatting strafbaar gesteld.”
2024 en voorbereidingen
Het streven is om de nieuwe wet in 2024 in werking te laten treden. Tot die tijd is, gezien de brede modernisering van de strafwetgeving over seksuele misdrijven, voor een effectieve uitvoering een zorgvuldige voorbereiding met alle betrokken partijen essentieel. Daarom is een implementatietraject gestart om de betrokken organisaties voor te bereiden op de inwerkingtreding van de wet. Tot de inwerkingtreding van de wet werken alle betrokken partijen, zoals de politie en het OM onder meer aan opleiding, training en werving van de nodige specialistische medewerkers in de hele strafrechtketen.
Er is 20 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de nieuwe wet. Incidenteel is voor de uitvoering van het wetsvoorstel 3,6 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Aanranding en verkrachting, online seksueel geweld en seksuele intimidatie
In het wetsvoorstel worden verschillende delictsvormen van aanranding en verkrachting geïntroduceerd, waarmee eerder sprake is van strafbaar gedrag. Beide delicten bestaan uit een schuld- en een opzetvariant. Voor strafbaarheid in de opzetvariant is leidend of degene die seksuele handelingen met het slachtoffer verrichtte, wist dat bij de ander daartoe de wil ontbrak en toch doorzette. In tegenstelling tot het huidig recht zijn dwang, geweld en bedreiging hierbij strafverzwarende omstandigheden, maar niet langer vereist voor een veroordeling. Van de schuldvariant is sprake indien iemand duidelijke signalen van een ontbrekende wil bij de ander helemaal verkeerd heeft ingeschat, door er ten onrechte van uit te gaan dat de wil tot seksueel contact bij die ander wel aanwezig zal zijn. De initiator moet alert zijn of de ander hetzelfde wil. Is er reden voor twijfel dan moet worden geverifieerd of die ander daadwerkelijk instemt met seksueel contact.
Door de toename van het gebruik van internet, sociale media en smartphones is er meer online seksueel contact. Vooral kinderen zijn kwetsbaar voor online seksueel misbruik. Zij beschikken op steeds jongere leeftijd over een smartphone en zijn makkelijker bereikbaar voor mensen die kwaad willen. Het seksualiserend benaderen van kinderen is de afgelopen tijd in omvang en vaak ook in indringendheid toegenomen. Het online seksueel stalken of seksueel inkapselen van een kind gaat heel snel – soms is één chatsessie al voldoende – en kan soms maanden of jaren voortduren. Daarom wordt sexchatting strafbaar gesteld. Dit is een vorm van seksuele benadering van kinderen onder de 16 jaar in de voorfase van seksueel misbruik.
Seksuele intimidatie in het openbaar wordt strafbaar als overtreding. Dat geldt zowel online als offline. In het kader van het implementatietraject wordt onderzocht of op lokaal niveau naast de politie buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) kunnen worden ingezet bij het tegengaan van seksuele intimidatie op straat. Daarom worden gemeenten nauw betrokken bij het implementatietraject.
Coalitie Europese landen in de strijd tegen georganiseerde misdaad
De coalitie van Europese landen in strijd tegen zware en georganiseerde misdaad wordt versterkt. Dat hebben België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Nederland vandaag in Amsterdam afgesproken. De opsporingsdiensten van de zes landen werken in onderzoeken veel samen, bijvoorbeeld dankzij het kraken van versleuteld berichtenverkeer van criminelen EncroChat en Sky ECC. De samenwerking wordt opgevoerd en verbreed, bijvoorbeeld in verbinding met andere landen zoals in Latijns Amerika. De internationale drugscriminaliteit slaapt immers nooit, verlegt continu smokkelroutes tussen zeehavens in West Europa, probeert nieuwe witwasconstructies uit en bedreigt met intimidatie en geweld onze samenleving en democratische rechtsstaat.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid heeft met ministers en vertegenwoordigers van Justitie en van Binnenlandse zaken uit België, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje een meerjarig actieplan afgesproken om meer als één front samen te werken in de strijd tegen georganiseerde misdaad. Ook vertegenwoordigers van de Europese Commissie, Europol en Eurojust namen aan de bespreking. Het doel is om criminele netwerken en hun bedrijven te verstoren, te doorbreken en neer te halen door elkaars krachten meer te bundelen: middelen, expertise en interventies meer op elkaar afstemmen en gezamenlijk inzetten.
“De georganiseerde misdaad gaat letterlijk en figuurlijk over al onze grenzen heen. Zodra het drugscriminelen te heet onder de voeten wordt in de haven van Rotterdam wijken ze uit naar Antwerpen of Hamburg en andersom. Daarbij bedreigen en intimideren ze alles wat ons lief is om hun illegale praktijken verder te brengen. Niet alleen onze hoeders van de rechtsstaat worden geraakt, zoals rechters, officieren van justitie, politieagenten, journalisten, burgemeesters en ministers. Maar ook werknemers in de haven, mensen met financiële expertise en burgers gewoon in hun woonwijk worden geconfronteerd met geweld en vergismoorden. Door één front te vormen, pakken we deze nietsontziende criminelen aan’’, aldus minister Yeşilgöz-Zegerius.
Zo wordt een platform ingericht waar de zes landen samen werken om de drugssmokkel via hun logistieke knooppunten – (lucht)havens en vervoersstromen, die fungeren als toegangspoorten tot Europa – te verstoren en in te perken. De internationale samenwerking wordt uitgebouwd, onder meer met een taskforce op georganiseerde drugscriminaliteit met Latijns-Amerikaanse landen. Daarbij wordt ingezet op het versterken van de capaciteit in de samenwerking met zogenoemde bron- en transitlanden in de drugshandel, veelal in Latijns Amerika, om meer weerstand te bieden tegen criminele netwerken. Ook wordt samengewerkt om de export van drugs en de doorvoer daarvan aan te pakken, bijvoorbeeld met de Verenigde Staten, het Caribisch gebied en verder in Europa met onder meer de Balkan-landen.
Daarnaast gaan de zes landen de screening opvoeren op financiële stromen, het bedrijfsleven en zaken, zoals schepen en andere voertuigen, die (on)bewust voor misdadige praktijken worden gebruikt. Crimineel geld wordt wereldwijd weggezet en wordt dan ook internationaal opgespoord en afgepakt door in te zetten op versterkte EU wetgeving en samenwerkingsafspraken met landen van waaruit de betaling en handel in crypto’s wordt ondersteund. Innovaties worden ondersteund om de detectie van illegale goederen te vergroten en om informatievergaring -en deling tussen opsporingsautoriteiten te vergroten terwijl de bescherming van gegevens wordt behouden.
Het meerjarig actieplan is een vervolg op de afspraak die België, Frankrijk, Spanje en Nederland op 9 december 2021 hebben gemaakt om de handen meer ineen te slaan tegen de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Nu hebben ook Italië en Duitsland zich hierbij aangesloten. Beide landen zijn belangrijke partners in de strijd tegen zware misdaad en brengen veel ervaring en expertise mee om criminele machtsstructuren onderuit te halen. Er is afgesproken voortaan regelmatig bij elkaar komen om de aanpak actueel en scherp te houden. Volgend jaar voorjaar komt dezelfde groep opnieuw samen in de Belgische havenstad Antwerpen.
EBI-regime wordt strenger
Het regime in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught moet strenger voor die gedetineerden die er vanwege levensbedreigend voortgezet crimineel handelen of zware georganiseerde misdaad zitten. Dat schrijft minister Weerwind voor Rechtsbescherming, mede namens minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid, in een brief aan de Tweede Kamer. Met de nieuwe regels wil de minister voorkomen dat gedetineerden in de EBI hun contacten met de buitenwereld misbruiken om crimineel te handelen.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
Aanscherping EBI-regels
Recente ontwikkelingen laten zien dat het huidige wet- en regelgevend kader tekort schiet. Na aanpassing van de regelgeving mogen gedetineerden die op de zogenaamde C- en D-gronden in de EBI geplaatst zijn nog maar één keer per week 10 minuten bellen met iemand die zich fysiek op een door DJI aangewezen locatie bevindt, en één keer per week maximaal één bezoeker ontvangen. Voorheen mochten deze gedetineerden drie keer per week 10 minuten bellen en 3 bezoekers per week ontvangen. De aangepaste regelgeving wordt zo snel mogelijk ingevoerd
Minister Weerwind: “Met de nieuwe regels wordt het opleggen van beperkingen voortaan mijn verantwoordelijkheid. Hiermee wil ik voorkomen dat gevangenismedewerkers een doelwit worden van criminelen die druk uitoefenen om opgelegde beperkingen op te heffen. In de strijd tegen internationale georganiseerde criminaliteit zet het kabinet alles op alles om de mannen en vrouwen te beschermen die dagelijks voor onze democratische rechtsstaat en veiligheid werken.”
Minister Yeşilgöz-Zegerius: “Mensen moeten er op kunnen vertrouwen dat criminelen die we opsluiten niet langer een gevaar vormen voor de samenleving. De professionals in de strafrecht- en executieketen werken daar dagelijks aan. Als zij tegen de grenzen van wetten en regels oplopen, is het onze taak die wetten zo in te richten dat we criminelen altijd een stap voor kunnen zijn.”
Visueel toezicht EBI-gedetineerde en advocaat
Minister Weerwind bereidt ook met spoed een aanpassing van de Penitentiaire Beginselenwet voor om voor een kleine groep gedetineerden nog verdere beperkingen te kunnen opleggen. Zo kunnen bijvoorbeeld bepaalde communicatiemogelijkheden of contacten op basis van zeer ernstige risico’s voor de veiligheid van de samenleving helemaal verboden worden. Hierin wordt ook de mogelijkheid van visueel toezicht op gesprekken tussen die specifieke groep gedetineerden en hun advocaat geïntroduceerd. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2023 ingediend bij de Tweede Kamer.
Stevig juridisch instrumentarium
Op initiatief van minister Weerwind wordt begin 2023 een Europese conferentie georganiseerd over voortgezet crimineel handelen tijdens detentie. Het doel is een internationale uitwisseling van kennis en ervaring op alle mogelijke maatregelen. Verder wordt in de eerste helft van 2023 het aangekondigde WODC-onderzoek naar het Italiaanse 41bis-regime opgeleverd. Met alle informatie wordt het wetgevend kader dat we nodig hebben om criminelen een stap voor te blijven verder uitgewerkt.
Verdere verbetering van aanpak van witwassen
Het kabinet zet extra stappen om witwassen te voorkomen. Zo wordt het toezicht op niet-financiële instellingen zoals cryptoaanbieders, notarissen en advocaten verbeterd. Tegelijkertijd biedt het kabinet ruimte om ongewenste gevolgen van de strenge regelgeving tegen te gaan. Zo wordt het openen van een bankrekening voor mensen die in sectoren werken met een hoog witwas-risico, zoals sekswerkers en autohandelaren, beter geborgd.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
Dit schrijven de ministers Kaag van Financiën en minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid in de nieuwe beleidsvisie aanpak witwassen die ze aan de Eerste en Tweede Kamer sturen. De aanpak van witwassen staat bij dit kabinet hoog op de prioriteitenlijst. Uit diverse (inter)nationale onderzoeken blijkt dat de basis goed op orde is in de aanpak van witwassen. Wel is op een aantal terreinen verbetering noodzakelijk. Het kabinet gaat daar mee aan de slag, samen met publieke en private partijen.
Streng waar nodig
Criminelen die grote sommen geld willen witwassen doen dit op slinkse manieren en via schimmige constructies. Het is belangrijk om dit te voorkomen. De ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid hebben via regelgeving financiële instellingen en bepaalde niet-financiële instellingen, zoals cryptoaanbieders, notarissen en advocaten, verplicht te zorgen voor een schoon financieel systeem. Een van de internationaal erkende uitgangspunten bij de aanpak van witwassen is dat bedrijven in het financieel-economische verkeer hun klanten goed kennen, weten met wie ze zaken doen en voorkomen dat ze worden gebruikt door criminelen.
De afgelopen jaren zijn hier goede stappen in gezet. Financiële instellingen, zoals banken, zijn hier volop mee bezig. Daarnaast moeten niet-financiële instellingen aan dezelfde regels voldoen om witwassen te voorkomen. Om de aanpak van witwassen verder te verbeteren, zet het kabinet in op het verbeteren van de toepassing van de regelgeving door deze partijen en het toezicht daarop.
Daarnaast is transparantie volgens beide ministers het sleutelwoord. Daarom wil het kabinet inzetten op beter zicht op de uiteindelijk belanghebbenden in een onderneming, trust, vereniging of stichting. Een gevuld UBO-register speelt hierbij een belangrijke rol. Verder zet het kabinet in op goede samenwerking tussen publieke partijen onderling, en ook met private partijen en tussen private partijen.
Ruimte waar mogelijk
De strenge regelgeving kan onbedoelde gevolgen hebben. De ministers willen daarom ruimte laten waar mogelijk. Zo worden de kleinere financiële instellingen niet uit het oog verloren. Het kabinet wil hen helpen de regelgeving na te leven, zonder dat hun werk onuitvoerbaar wordt. Hierbij kijkt het kabinet ook naar mensen die werken in sectoren waar het risico op witwassen hoog is, zoals sekswerkers en autohandelaren. Op dit moment krijgen zij door de sector waarin ze werken te maken met hoge financiële drempels, zoals het niet kunnen openen van een bankrekening. Het kabinet wil de focus verleggen van een gehele sector naar een individuele afweging.
Meten om te weten
In de aanpak van witwassen is nog beter zicht nodig op de effectiviteit. Het belangrijk om te monitoren of de aanpak werkt, zodat deze daar waar nodig kan worden aangepast en verbeterd in samenwerking met betrokken partners; publiek én privaat. Het kabinet zal de Tweede en Eerste Kamer regelmatig op de hoogte houden van de voortgang van de beleidsagenda. Een eerste update over de voortgang van de acties zal in het voorjaar van 2023 worden gegeven.
Kabinet zorgt voor een toekomstbestendige Dienst Justitiële Inrichtingen
Het kabinet investeert de komende jaren 210 miljoen euro extra in de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Hierdoor groeit de begroting van DJI van 2,8 miljard euro in 2022 naar 3,1 miljard euro in 2027. Die investering is nodig omdat de huidige begroting van DJI onvoldoende berekend is op de kosten in ICT, (duurzame) huisvesting en personeel. Ook drukt de zwaardere populatie in detentie en forensische zorg extra op de begroting.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
De afgelopen jaren is hierop gereageerd door vooral incidentele maatregelen te treffen en investeringen uit te stellen. Naast de investering van 210 miljoen euro blijft echter nog een tekort over van 187 miljoen euro. Om dit op te lossen worden maatregelen genomen en op de lange termijn wordt bekeken hoe het sanctiestelsel kan worden verbeterd. Op die manier kan DJI ook in toekomst zijn taken voor de veiligheid van zijn medewerkers, justitiabelen en de samenleving op een kwalitatief verantwoorde wijze uitvoeren. De ministerraad heeft hier op voorstel van minister Weerwind voor Rechtsbescherming mee ingestemd.
De volgende maatregelen worden genomen:
- Het aantal plaatsen in het gevangeniswezen wordt bevroren op het huidige niveau van 11.100. De laatste twee jaar blijkt in de praktijk een fors lagere bezetting dan voorspeld is in de ramingen. Mocht de benodigde capaciteit de beschikbare capaciteit binnen overstijgen, dan kunnen er bijvoorbeeld daarvoor geschikte gedetineerden in de (goedkopere) Beperkt Beveiligde Afdeling geplaatst worden. Veroordeelden met een laagrisico-inschatting met een zogenaamde zelfmeldstatus zouden hun detentie thuis kunnen afwachten totdat er plek is.
- De eigen bijdrage van cliënten voor hun verblijf in de forensische zorg wordt heringevoerd. Het gaat om een inkomensafhankelijke bijdrage. Als een justitiabele geen inkomen heeft, zal geen eigen bijdrage worden gevraagd.
- De renovaties van DJI-locaties gaan door, maar de verduurzaming richt zich op die maatregelen die wettelijk verplicht zijn.
- Er wordt bespaard op de kosten voor kantoorhuisvesting en externe inhuur en het minder hard laten groeien van de opleidingsbudgetten voor DJI-personeel. Dat kan omdat een deel van de opleidingskosten al vanuit ondermijningsgelden zijn betaald.
Naast het op korte termijn nemen van maatregelen, is het nodig om voor de lange termijn te kijken naar mogelijkheden voor verbeteringen en doorontwikkeling in het sanctiestelsel en de sanctietoepassing. Bij zware misdrijven is detentie de enige passende straf, maar voor lichtere delicten liggen kansen om met nieuwe of aanvullende straffen meer maatwerk toe te passen. De inzet van een enkelband kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat iemand wel zijn werk en huis kan behouden. Ook zou het maximum aantal taakstrafuren verruimd kunnen worden, of de leerstraf ge(her)introduceerd. Bij een leerstraf wordt een taakstraf gecombineerd met leren, zodat iemand bijvoorbeeld een diploma kan halen, er meer kansen op de arbeidsmarkt kunnen ontstaan en de kans op het voldoen van een schadevergoeding aan een slachtoffer kan worden vergroot. Minister Weerwind is hierover in gesprek met het werkveld, waarvan de verkenning voor de zomer van 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd wordt.
Investeren in de aanpak van misdaad en toegang tot het recht
De zware georganiseerde misdaad werkt ontwrichtend op onze samenleving. Het kabinet investeert de komende jaren fors in een brede aanpak van de georganiseerde misdaad. Door de krachten te bundelen kan zware criminaliteit beter worden aangepakt. Tegelijk moet de deur van ons rechtssysteem voor iedereen openstaan. Daarom neemt het kabinet ook maatregelen om toegang tot het recht te verbeteren, zoals een verlaging van de griffietarieven.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
Dagelijks werken duizenden mensen aan onze veiligheid: van politieagenten en buitengewoon opsporingsambtenaren tot officieren van justitie en rechters. Deze mensen zorgen ervoor dat de rechtsstaat goed functioneert en Nederland een veilig en vrij land is.
Aanpak georganiseerde misdaad en ondermijning
De zware georganiseerde misdaad pakken we aan in samenwerking met alle betrokken partijen in de strafrechtketen, en daarbuiten. Het gezamenlijk doel is om zware criminelen geen ruimte te geven. Dat gebeurt door een combinatie van: voorkomen, doorbreken, bestraffen en beschermen.
Belangrijke inzet is dat kleine jongens niet uitgroeien tot grote criminelen. Kwetsbare jongeren vormen een prooi voor criminelen, die hen de vuile klusjes laten opknappen. Eenmaal verstrikt in het circuit kunnen deze jongeren in de zware criminaliteit belanden. Wijkagenten, jeugdwerkers, leraren en gemeenten werken samen om te voorkomen dat jongeren de criminaliteit in worden gezogen. Volgend jaar wordt € 103 miljoen gestoken in deze preventieve en wijkgerichte aanpak.
Het handelsmodel van criminelen wordt aangepakt door onder meer de logistieke criminele ketens te verstoren. In 2023 investeert het kabinet € 23,5 miljoen om drugshandel via de havens, transportbedrijven en luchthaven Schiphol, aan te pakken. Met dit geld kunnen toegangscontroles, cameranetwerken en screening van medewerkers worden versterkt. Daarnaast wordt € 40 miljoen uitgetrokken voor de strijd tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
De inspanningen om criminelen op te sporen en streng te straffen, hebben inmiddels geleid tot de arrestatie van een buitencategorie van zware criminelen. Deze buitencategorie blijkt vaak meedogenloos en gevaarlijk, ook vanuit de gevangenis. Ze hebben er veel voor over om hun criminele handel vanuit de gevangenis voort te zetten. Of om te proberen uit de gevangenis te breken.
Het kabinet investeert volgend jaar € 34 miljoen om te voorkomen dat criminelen in detentie hun handel en wandel voortzetten. Er komt een vierde Afdeling Intensief Toezicht in een gevangenis. Gevangenissen krijgen extra geld om inlichtingen te verzamelen over hun gedetineerden. En er wordt geïnvesteerd in veiliger vormen van berechting. Het gebruik van videoconferentie zorgt er bijvoorbeeld voor dat er geen risicovol vervoer naar rechtbanken nodig is.
Toegang tot het recht
Naast een strenge aanpak van criminaliteit is het voor een goed functionerende rechtsstaat belangrijk dat mensen een goede toegang hebben tot het recht. De deur van ons rechtssysteem moet openstaan voor iedereen die recht zoekt. Die toegang kan worden geboden via goede, begrijpelijke informatie, helder juridisch advies of – uiteindelijk – de beslechting van een juridisch geschil door een rechter.
Om de deur naar de rechter goed open te houden, verlaagt het kabinet de tarieven van de griffie. Deze kosten voor het voeren van een rechtszaak kunnen een drempel vormen voor burgers en MKB-bedrijven om hun recht te zoeken. Vanaf 2024 gaan de tarieven voor eenvoudige zaken met een kwart omlaag. Hiervoor wordt € 55 miljoen euro uitgetrokken.
Daarnaast trekt het kabinet € 155 miljoen uit voor extra rechters en ander rechtbankpersoneel. Dit zorgt ervoor dat rechtszaken sneller kunnen worden behandeld. Het geld is ook bedoeld om de rechtspraak dichterbij bij mensen te brengen, bijvoorbeeld met rechters die zitting houden in de wijk. En voor verdere digitalisering en innovaties.
Maar lang niet altijd is een rechter nodig om een juridisch geschil op te lossen. Vaak zijn mensen juist beter geholpen met andere oplossingen. Goede informatie en kundig advies kunnen bijvoorbeeld helpen om uit de schulden te komen. Daar zijn mensen meer mee geholpen dan met een rechtszaak over betaling. Datzelfde geldt voor de inzet van bijvoorbeeld mediation. Het kabinet maakt er werk van deze vormen van ondersteuning bij juridische problemen laagdrempelig te organiseren: bijvoorbeeld via spreekuren in de buurt of online.
Effectief asiel- en migratiebeleid
Het kabinet stelt extra geld beschikbaar voor de crisisopvang van asielzoekers, huisvesting en inburgering van statushouders. Tussen 2022 en 2027 gaat het om opgeteld ruim € 1 miljard.
Daarnaast heeft het kabinet bestuurlijke afspraken gemaakt met de veiligheidsregio’s, provincies en gemeenten om meer opvanglocaties voor asielzoekers te realiseren en de uitstroom van statushouders te bevorderen. Het kabinet neemt ook maatregelen om de instroom en doorstroom van asielzoekers te reguleren, bijvoorbeeld door de periode voor gezinshereniging te verlengen.
Tweede Kamer stemt in met maximale gevangenisstraf van 4 jaar voor bezit pedohandboek
Het verspreiden, verwerven of in bezit hebben van een handleiding met tips en trucs voor het seksueel misbruiken van kinderen wordt expliciet strafbaar gesteld. Er komt een gevangenisstraf van maximaal vier jaar op te staan. Zo’n ‘pedohandboek’ of ‘pedohandleiding’ brengt kinderen in gevaar, omdat het een voedingsbodem is voor de kindermisbruiker die zijn slag wil slaan. Dit is de kern van een wetsvoorstel dat vandaag is aangenomen door de Tweede Kamer.
Volgens minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid is de wetswijziging van groot belang: “Er circuleren al langer, onder andere op het internet, handleidingen over het seksueel misbruik van kinderen. De handleidingen gaan zo ver dat tot in details wordt uitgelegd hoe met kinderen seksuele handelingen te verrichten zonder dat er beschadigingen ontstaan of hoe bij seksueel contact dna-sporen kunnen worden vermeden. Deze praktijken zijn weerzinwekkend en echt te gruwelijk voor woorden. Daders van seksueel misbruik van kinderen moeten dan ook stevig kunnen worden aangepakt. Daarom komt er een maximale gevangenisstraf op te staan van 4 jaar.”
Dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan de in de Tweede Kamer aangenomen motie (van het lid Van Wijngaarden) om het in bezit hebben van teksten met advies en/of richtlijnen over het seksueel misbruiken van kinderen expliciet strafbaar te stellen. De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog behandelen.
Kabinet komt met overkoepelende aanpak op armoede en schulden
Voor een grote groep Nederlanders staat de bestaanszekerheid onder druk. Voor hen is de dagelijkse zorg om rond te komen groot, door onvoldoende of onzekere inkomsten of doordat ze te maken hebben met problematische schulden. Dit zorgt voor stress, gezondheidsproblemen, sociaal isolement en schaamte en zet kinderen langdurig op achterstand, vaak van generatie op generatie. Het kabinet wil deze vicieuze cirkel doorbreken en met een brede, meerjarige aanpak geldzorgen beter voorkomen, het aantal mensen in armoede en schulden substantieel terugdringen en de bestaanszekerheid van alle Nederlanders versterken.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
De aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden van het kabinet bestaat uit een groot aantal acties, initiatieven en maatregelen op diverse terreinen. Hierbij wordt ook aangesloten bij andere kabinetsprogramma’s, zoals het Nationaal programma Leefbaarheid en Veiligheid (VRO) en de Gelijke Kansen Alliantie (OCW). Het kabinet trekt bij de uitvoering samen op met gemeenten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, uitvoeringsorganisaties, de wetenschap en ervaringsdeskundigen. Met als concrete doelen een halvering, ten opzichte van 2015, van het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in 2025, en een halvering van het aantal mensen in armoede en het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030.
Problematische schulden
Minister Carola Schouten: ‘De doelen zijn ambitieus. Tegelijkertijd is de realiteit weerbarstig en dreigt nu juist een grotere groep huishoudens in de financiële problemen te raken door de hoge prijzen van energie en boodschappen. Het kabinet zet vol in op maatregelen om de gevolgen te beperken en zoekt verder naar oplossingen. Toch moeten we ook verder kijken en ervoor zorgen dat het aantal mensen in armoede en met problematische schulden structureel afneemt op termijn. Deze plannen vormen hiervoor het startpunt.’
Werken meer lonend, meer aandacht voor financiële educatie
Als onderdeel van de aanpak verhoogt het kabinet het minimumloon en verruimt het de bijverdiengrenzen in de bijstand, zodat werken meer gaat lonen. Mensen met een uitkering krijgen extra hulp bij het vinden van werk. Iedere vier jaar bekijkt het kabinet of het sociaal minimum toereikend is om van te leven en mee te doen in de samenleving. We maken financiële regelingen en voorzieningen eenvoudiger en toegankelijker, zodat ze beter worden benut. De overheid gaat mensen die recht hebben op regelingen hier zoveel mogelijk actief op wijzen. Er komt meer aandacht voor financiële educatie van kinderen en jongeren en het voorkomen van geldzorgen bij levensgebeurtenissen, zoals een scheiding of 18 jaar worden. Kindvoorzieningen voor gezinnen met een minimuminkomen, zoals sport- of muziekles, breiden we uit met activiteiten en stage- of traineeplekken waarmee kinderen hun vaardigheden en zelfvertrouwen kunnen versterken.
Volwaardig meedoen in de maatschappij
Minister Carola Schouten: ‘Als mensen de eindjes niet aan elkaar weten te knopen, dan bemoeilijkt dat ze in het volwaardig meedoen aan onze maatschappij. Dat gaat ons allemaal aan. Armoede en schulden kan echt iedereen overkomen. Nederland zou een samenleving moeten zijn waarin niemand aan de kant staat. Waarin we naar elkaar omzien en oog hebben voor de problemen van de ander.‘
Armoede vaak verborgen
Armoede blijft vaak verborgen, bijvoorbeeld uit schaamte. Het kabinet wil onder meer door een bredere inzet van brugfunctionarissen op scholen armoede beter signaleren. Zij bieden een luisterend oor aan ouders en staan in directe verbinding met zowel de school als hulpverleners in de wijk. In meer gemeenten komen lokale allianties tussen publieke en private partijen om armoede in gezinnen tegen te gaan. Het kabinet neemt ook maatregelen om de toegang tot mondzorg voor minima te verbeteren en wil bereiken dat meer kinderen naar de tandarts gaan in wijken waar het tandartsbezoek laag is.
Schulden op pauze, betere hulp voor ondernemers
Mensen worstelen vaak langdurig met schulden. Dit beperkt hen in het dagelijkse leven. Het kabinet wil snellere en effectievere schuldhulpverlening, met meer saneringskredieten, waarbij de gemeente de schulden van andere schuldeisers overneemt, de mogelijkheid om schulden te pauzeren en betere schuldhulp voor zelfstandig ondernemers. Gemeenten krijgen hier extra middelen voor. Er komt zoveel mogelijk 1 loket voor overheidsincasso, zodat mensen met meerdere schulden met 1 gerechtsdeurwaarder te maken hebben en 1 gezamenlijke betalingsregeling kunnen treffen. Het kabinet stelt ook extra geld beschikbaar aan gemeenten voor de vroegsignalering van schulden. Zij kunnen dan beter hulp bieden aan inwoners om te voorkomen dat betalingsachterstanden verder oplopen.
Innovatieve armoede- en schuldenaanpakken
In 20 kwetsbare wijken investeert het kabinet in innovatieve armoede- en schuldenaanpakken. Het gaat bijvoorbeeld om projecten waarbij private bedrijven sociale investeringen doen (social impact bonds) en hulpverleners mogen afwijken van de regels wanneer sprake is van stapeling van problematiek. Opgedane kennis en ervaringen gebruiken we om deze aanpakken in meer wijken te starten.
Een overheid die werkt voor mensen
Het kabinet werkt met de geschetste integrale aanpak toe naar een overheid die laagdrempelige hulp biedt, naast mensen staat en hen vertrouwen geeft. Te lang is uitgegaan van de gedachte dat mensen de regels begrijpen en dus volgen. Terwijl regels en regelingen vaak complex zijn en een fout snel is gemaakt, met soms hoge terugvorderingen en boetes tot gevolg. Dat heeft het vertrouwen in de overheid geschaad. Het kabinet wil ervoor zorgen dat mensen die in de knel zitten zich gezien en gehoord voelen, weten waar ze terecht kunnen en goede ondersteuning krijgen, zodat zij weer verder kunnen met hun leven.
Rechter krijgt ruimere mogelijkheid voor videoconferentie bij verdachten van zware criminaliteit
Op korte termijn kan het vervoer van gedetineerden met ernstige veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen. Door een wijziging van het Besluit videoconferentie kan de rechter bepalen dat een verdachte per videoconferentie deelneemt aan de zitting. Daarmee kan een ernstig veiligheidsrisico bij het vervoer naar en van de zitting worden vermeden. De ministerraad heeft hier op voorstel van minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid mee ingestemd.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
Het vervoer van bepaalde verdachten van zware criminaliteit, met name van en naar de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, kent grote veiligheidsrisico’s. Met de inzet van videoconferentie kunnen deze risico’s worden teruggedrongen. Dit minimaliseert ook het risico dat verdachten rond een zitting toch met elkaar kunnen communiceren. Het Besluit videoconferentie wordt aangepast zodat de rechter zonder instemming van verdachte of raadsman kan beslissen tot de toepassing van videoconferentie als er sprake is van ernstige beveiligingsrisico’s tijdens het vervoer van de verdachte naar en van de zitting. Hiermee gaat hij dan voorbij aan het aanwezigheidsrecht van de verdachte.
Eerder dit jaar heeft er een consultatie voor de wijziging van het Besluit videconferentie plaatsgevonden. De ministerraad heeft er nu mee ingestemd om de wijziging van het Besluit voor advies aan de Raad van State te zenden. Het voornemen is de regeling op 1 januari 2023 in werking te laten treden.
Er is opdracht verleend om in de EBI twee ruimtes te realiseren waar gedetineerden, samen met hun advocaten, digitaal kunnen deelnemen aan hun rechtszaak. In verband met de veiligheidsmaatregelen nemen de bouwwerkzaamheden meer tijd in beslag dan een reguliere bouwactiviteit. Desondanks wordt de installatie nog dit jaar opgeleverd en in de eerste helft van 2023 in gebruik genomen. De advocaat houdt zelf de keuze om bij de cliënt in de EBI of in de zittingszaal aan het proces deel te nemen.
Meer drugs per post door Douane onderschept
Het aantal kilo’s drugs dat de Douane afgelopen halfjaar in beslag nam, is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van de eerste helft van 2021. Dat blijkt uit de gepubliceerde halfjaarcijfers van de Douane over de drugsvangsten. Opvallend is de verdriedubbeling van het aantal poststukken met synthetische drugs dat is onderschept. De Douane is extra gaan controleren op post die Nederland uitgaat.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
In het eerste halfjaar heeft de Douane 22.009 kilogram cocaïne onderschept. Dat is iets lager dan in de eerste helft van 2021. Toen is er 22.456 kilo cocaïne onderschept. Het aantal zendingen voor Nederland dat in het buitenland in beslag is genomen, laat daarentegen een grote stijging zien. Van 30.000 kilo in de eerste helft van 2021, naar 47.000 kilo een jaar later. De Douane heeft de afgelopen jaren de samenwerking met andere landen uitgebreid, bijvoorbeeld door vaker informatie uit te wisselen met landen van waaruit veel cocaïne wordt gesmokkeld.
Meer drugs per post onderschept
Het afgelopen jaar heeft de Douane het aantal fysieke controles op de uitgaande post opgeschroefd. Ook werkt de Douane samen met onder andere de Verenigde Staten en Australië. Dit heeft geleid tot een forse toename van het aantal in beslag genomen postzendingen vanuit Nederland. Het gaat om ongeveer 13.500 in beslag genomen zendingen. Dat is een verdriedubbeling van het aantal onderschepte poststukken een jaar eerder.
Hard en slim aanpakken
‘Drugssmokkel is een groot maatschappelijk probleem en moet hard en slim worden aangepakt. De halfjaarcijfers over de drugsvangsten van Douane laten zien dat door samenwerking, óók internationaal, meer wordt bereikt’, zegt staatssecretaris Aukje de Vries van Toeslagen en Douane. ‘We willen niet dat harddrugs Nederland wordt binnengesmokkeld. Op dezelfde manier moeten we ook onze rol pakken en de drugs die vanuit Nederland naar andere landen wordt verzonden, onderscheppen. Ik vind het heel goed dat we steeds meer uitgaande post met onder meer xtc-pillen tegenhouden.’
XTC en andere drugs
Naast cocaïne heeft de Douane ook andere soorten drugs onderschept, zoals heroïne, marihuana en qat. Opvallend is de 65 kilo XTC die de Douane heeft onderschept in de haven van Rotterdam. De zending was bestemd voor Chili. Het was voor het eerst sinds 2017 dat de Douane weer XTC aantrof, wereldwijd worden al jaren amper maritieme vangsten van XTC/MDMA gemeld.
Nationaal wordt intensief samengewerkt om drugssmokkel tegen te gaan. Zo participeert de Douane met onder andere de FIOD, de politie en het Openbaar Ministerie in Hit and Run Cargo (HARC) Teams. Regelmatig komen vangsten van de Douane mede tot stand dankzij de inlichtingen van partnerorganisatie. De Douane heeft een infographic gemaakt met daarop de soorten drugs die dit eerste halfjaar zijn onderschept.