
Delen van persoonsgegevens met als doel intimidatie wordt strafbaar
Het delen van persoonsgegevens om iemand te intimideren, ook wel doxing genoemd, moet strafrechtelijk kunnen worden aangepakt. Denk daarbij aan het delen van persoonsgegevens om iemand bang te maken. Daarom stuurt minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) een wetsvoorstel daarover naar de Raad van State voor advies. Het fenomeen waarbij in chatgroepen adresgegevens worden gedeeld, waarna bijvoorbeeld iemand thuis angst wordt aangejaagd, heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. De slachtoffers voelen zich onveilig en geïntimideerd.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
Vaak zijn het hulpverleners, politieagenten, journalisten en politici die slachtoffer worden van doxing. Maar ook wetenschappers, opiniemakers of medewerkers van gemeenten krijgen te maken met mensen die hun persoonsgegevens verspreiden of doorsturen met als doel om hen angst aan te jagen. Eerder hebben ook de Tweede Kamer en werkgevers zoals de politie aangegeven zich zorgen te maken over hun medewerkers en hebben zij gepleit voor een strafrechtelijke aanpak van dit probleem.
Onbelemmerd je werk kunnen doen
“Je blijft af van hulpverleners, agenten, journalisten en andere mensen die zich op welke manier dan ook inzetten voor onze vrije samenleving. Binnen die vrije samenleving kunnen we het niet tolereren dat sommigen denken anderen te moeten intimideren door hun privégegevens te verspreiden. Thuis moeten jij en je gezin veilig zijn. Je moet je te allen tijde vrij kunnen uitspreken. En je moet onbelemmerd je werk kunnen doen. Daarom trekken we hier de grens en leggen we in de wet vast dat we dit niet accepteren. Zo weten ook online platformen dat ze moeten optreden en dit gedrag niet onbeantwoord kunnen laten. En wie die grens toch overgaat, verdient straf. “ aldus minister Yeşilgöz-Zegerius.
Intimiderend gedrag
Veel intimiderend gedrag is al strafbaar. Denk daarbij aan bedreiging en stalking. Intimidatie door het delen van persoonsgegevens is in de praktijk vaak niet strafrechtelijk aan te pakken. Bijvoorbeeld omdat er geen sprake is van een bedreiging met een ernstig misdrijf of van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. Met het wetsvoorstel dat minister Yeşilgöz-Zegerius naar de Raad van State stuurt voor advies, kan de politie eerder ingrijpen. Ook voor internetplatformen is duidelijk dat zij een rol hebben om hiertegen op te treden, bijvoorbeeld door het verwijderen of ontoegankelijk maken van de content. Nadat de Raad van State advies heeft gegeven zal het wetsvoorstel zo snel als mogelijk worden aangeboden aan de Tweede Kamer.
Anderen schrik aanjagen of hinderen bij de uitoefening van hun ambt
Op het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van identificerende persoonsgegevens van een ander of een derde met het oogmerk om die ander vrees aan te (laten) jagen, ernstige overlast aan te (laten) doen of ernstig te (laten) hinderen in de uitoefening van zijn ambt of beroep, komt een maximale gevangenisstraf te staan van één jaar. Het nieuwe wetsartikel regelt expliciet dat mensen die te goeder trouw hebben kunnen aannemen dat het openbaar maken van gegevens in het algemeen belang is, niet strafbaar zijn. Het kan dus niet worden ingeroepen tegen journalisten en klokkenluiders die nieuwsfeiten en misstanden openbaar maken.
Optreden tegen doxing
De verwachting is dat het wetsvoorstel van minister Yeşilgöz-Zegerius de politie en het Openbaar Ministerie een steviger basis zal geven om op te treden tegen doxing. Het slachtoffer kan daarnaast ook zelf een civiele procedure starten indien bekend is wie de gewraakte content online heeft geplaatst. Dan kan een schadevergoeding en het offline halen van de onrechtmatige content worden geëist. Mocht de dader niet bekend zijn, dan kan bij de tussenpersoon die de content host een melding worden gemaakt. Tussenpersonen als providers en online platformen hebben een rol om op te treden, indien zij ervan op de hoogte zijn dat op hun platformen of servers strafbare of onrechtmatige content staat.
Beschermen nationale veiligheid vereist stevige maatregelen
Het bestrijden en voorkomen van terrorisme en terroristisch geweld is van wezenlijk belang voor de bescherming van onze nationale veiligheid. Er zijn nog steeds personen in Nederland die een dreiging kunnen vormen voor onze nationale veiligheid. Om te voorkomen dat iemand zich aansluit bij een terroristische organisatie of terroristisch geweld pleegt, moet het mogelijk zijn maatregelen op te leggen. Ook wil het kabinet voorkomen dat uitreizigers terugkeren naar Nederland door waar mogelijk het Nederlanderschap in te trekken.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
Uitreizigers die terugkeren verdienen stevige straffen
“Uitreizigers in Syrië en Irak hebben zich aangesloten bij een strijd die erop gericht is alles te vernietigen waar wij voor staan. Terugkomst naar Nederland moet waar mogelijk worden voorkomen. Uitreizigers die terugkeren verdienen stevige straffen. Als zij na detentie nog steeds een gevaar voor de nationale veiligheid vormen moet de overheid kunnen handelen door bijvoorbeeld een gebiedsverbod of meldplicht op te leggen”, aldus Minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz-Zegerius.
Deelname terroristische organisatie
“Het Nederlanderschap staat voor vrijheid, gelijkwaardigheid en de democratische rechtstaat. Als iemand er bewust voor kiest om zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie, dan moet voorkomen worden dat diegene naar Nederland terugkeert. Dat kan door het Nederlanderschap in te trekken”, zegt staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Van der Burg.
Wet- en regelgeving
Twee belangrijke wetten die deze bevoegdheden regelen, zijn na instemming van de Eerste en Tweede Kamer verlengd voor de duur van 5 jaar: de Wet Intrekken Nederlanderschap in het belang van de Nationale Veiligheid en de Tijdelijke Wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Twbmt).
Wet Intrekken Nederlanderschap
Met de bevoegdheid tot het intrekken van het Nederlanderschap kan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, in overleg met de Minister van Justitie en Veiligheid, zonder voorafgaande strafrechtelijke veroordeling het Nederlanderschap in trekken van uitreizigers die zich hebben aangesloten bij een terroristische organisatie. Bij terugkeer naar Nederland kunnen deze uitreizigers een direct gevaar vormen voor de nationale veiligheid. De mogelijkheid van intrekking van nationaliteit is beperkt tot personen met een dubbele nationaliteit. Na het intrekken van het Nederlanderschap wordt de uitreiziger ook tot ongewenst vreemdeling verklaard. Hierdoor wordt het voor de uitreiziger onmogelijk om legaal terug te keren naar Nederland en het overige schengengebied.
Tijdelijke Wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
Op basis van de Tbwmt kan de Minister van Justitie en Veiligheid bijvoorbeeld een persoon een gebiedsverbod, meldplicht of uitreisverbod opleggen indien dat noodzakelijk is voor de bescherming van de nationale veiligheid. Zulke maatregelen kunnen voorkomen of bemoeilijken dat iemand zich aansluit bij een terroristische organisatie of terroristische activiteiten onderneemt.
Kabinet versterkt aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld met regeringscommissaris
Op voordracht van het kabinet wordt Mariëtte Hamer regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Verschillende incidenten in de afgelopen jaren leggen een breder vraagstuk bloot waarop actie vereist is. Met de nieuwe regeringscommissaris wil het kabinet meer doen aan bewustwording en een veilige cultuur, want intimidatie en misbruik horen niet thuis in Nederland. Daarbij moet onder andere de cultuur van genderstereotypering en machtsmisbruik die leidt tot seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld worden doorbroken.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
Incidenten leggen breder vraagstuk bloot
Seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld is een pijnlijk én hardnekkig maatschappelijk probleem. Recente incidenten in de samenleving, waaronder in de sport en media (onder andere recentelijk de onthullingen van #BOOS over het televisieprogramma The Voice of Holland en Ajax), laten zien dat het noodzakelijk is om nu een doorbraak te forceren.
Werken aan cultuurverandering
Minister Dijkgraaf (OCW): ‘‘Recente incidenten in de sport- en televisiewereld laten ons zien dat de aanleiding van de #MeToo beweging in ons land nog altijd leeft. Dit moet veranderen. We moeten in iedere organisatie actief het gesprek gaan voeren om ervan bewust te zijn dat dit op iedere plek kan gebeuren. We werken aan een cultuurverandering waarin niemand wegkijkt en waarin mensen elkaar aanspreken op verkeerd gedrag. Want elk slachtoffer van seksueel overschrijdend gedrag en seksueel geweld is er één te veel. Ik ben blij dat we, samen met Mariëtte Hamer als regeringscommissaris, hier vanuit de overheid grondig mee aan de slag gaan.’’
Ongewenst gedrag op de werkvloer tegengaan
Minister Van Gennip (SZW): ‘‘Je veilig en thuis voelen op je werk en er jezelf kunnen zijn: het hoort vanzelfsprekend te zijn. Maar dat is het helaas niet. Het is duidelijk dat we meer moeten doen om ongewenst gedrag op de werkvloer tegen te gaan. Het is nodig om regels aan te passen, maar er is ook een cultuurverandering op de werkvloer nodig. En dat begint met het voorbeeld aan de top. Het is belangrijk dat dit onderwerp nu vol op de agenda staat en goed dat Mariette Hamer hieraan gaat werken.”
Opdracht regeringscommissaris
Onder regie van de minister van OCW en de minister van SZW wordt toegewerkt naar een Nationale aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Vanuit het kabinet krijgt de regeringscommissaris de opdracht het kabinet gevraagd en ongevraagd te adviseren bij de totstandkoming en uitvoering van een actieplan. Daarnaast wordt van Hamer verwacht dat zij een herkenbaar boegbeeld én aanjager is van de verandering die nodig is om de cultuur die leidt tot seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te doorbreken. Daar hoort het organiseren van een langjarig maatschappelijk debat bij. Hamer wordt benoemd voor een periode van 3 jaar. Zij zal samenwerken met vele betrokken mensen en organisaties. De commissaris wordt ondersteund door een compact bureau dat zal vallen onder het ministerie van OCW. Zij zal rapporteren aan de ministers van OCW en SZW.
Mariëtte Hamer
Hamer is voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) sinds september 2014. Ook heeft zij in het afgelopen jaar in de rol als informateur bijgedragen aan de coalitieonderhandelingen. Voor haar aanstelling bij de SER was zij lid van de Tweede Kamer voor de fractie van de Partij van de Arbeid. Zij won de Joke Smit Oeuvreprijs in 2019 en stond als SER-voorzitter aan de wieg van het advies Diversiteit in de Top. Tijd voor versnelling. Het ministerie waar de regeringscommissaris onder gaat vallen is voor haar niet onbekend. Voordat zij de Tweede Kamer betrad was ze onder meer hoofd van de afdeling Strategisch Beleid en Beleidsverkenningen bij de directie Hoger Beroeps Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en directeur van een instelling voor volwassenenonderwijs in Zuid-Holland. Hamer begon haar loopbaan als de eerste voorzitter van de LSVb.
Kabinet start consultatie om meer inzicht te krijgen in knellende wetten en regels
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een consultatie gestart over hardvochtige wetten en regels. Deze online consultatie stelt iedereen in staat om wetten en regels door te geven die als onbedoeld gevolg hebben dat mensen buitensporig in de knel komen. Het kabinet voert dit onderzoek uit op verzoek van de Tweede Kamer.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
Wetten en regels kunnen soms onbedoeld leiden tot onrechtvaardigheden waardoor mensen in de knel komen te zitten, zonder dat dit was voorzien of bedoeld. Een voorbeeld hiervan is een opeenstapeling van (financiële) problemen, omdat er te weinig oog is voor de achterliggende situatie van mensen. Om dit in de toekomst te voorkomen, toetst het kabinet daarom nieuwe wetten en regels hierop. Daarnaast wordt onderzocht door welke bestaande wetten en regels mensen in de knel komen. Daarvoor is deze consultatie ingericht.
Elk ministerie onderzoekt op dit moment de wetten en regels waar het over gaat. Dat doen de ministeries op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met organisaties die de wetten en regels uitvoeren. Maar ook door met deze consultatie het oor te luister te leggen bij mensen. Het doel van de consultatie is om voorbeelden van wetten of regels te vinden die onbedoeld het effect hebben dat mensen in de knel komen.
Jaarwisseling 2021-2022
Voor agenten, ME’ers, BOA’s, brandweer- en ambulancemensen betekende de jaarwisseling weer een drukke enerverende nacht. Dankzij hun enorme inzet, professionaliteit en de goede voorbereiding van de hulpdiensten en de gemeenten konden incidenten onder controle worden gehouden. De Mobiele Eenheid (ME) was waar nodig snel ter plekke om erger te voorkomen. Wij zijn hen grote dank verschuldigd. Het is dan ook verschrikkelijk en tegelijk misdadig dat opnieuw hulpverleners op diverse plekken in het land gewelddadig zijn gehinderd in hun werk en met veel gevaarzetting zijn bekogeld met explosieven en stenen. De politie heeft afgelopen nieuwjaarsnacht terecht prioriteit gegeven aan de veiligheid van de hulpverleners en het beschermen van onschuldige burgers tegen relschoppers.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
Voor geweldplegers is er geen pardon. Er zijn al verschillende aanhoudingen verricht en er zullen er meer volgen. De politie doet er alles aan om de daders van dit verschrikkelijke geweld zo snel mogelijk op te pakken. Het gaat niet alleen om rellende pubers, maar ook om ronduit crimineel gedrag. Waar mogelijk wordt snelrecht toegepast en zullen veroordeelden opdraaien voor de herstelkosten van hun spoor van vernielingen.
Het tijdelijk vuurwerkverbod heeft het kabinet net als voorgaande jaarwisseling ingesteld om de zorg te ontlasten nu met corona. De eerste indruk van de spoedeisende hulpdiensten van de ziekenhuizen en het Oogziekenhuis in Rotterdam is dat het vuurwerkverbod ook deze Oud&Nieuw heeft bijgedragen aan minder druk op de zorg. Precieze cijfers over de jaarwisseling van verschillende hulpdiensten, politie en het Openbaar Ministerie worden nu verzameld. De verwachting is dat rapportages met het totaalbeeld in de eerste helft van januari 2022 naar de Tweede Kamer kunnen worden gestuurd.
Nieuwe wetten op veiligheid per 1 januari 2022
Welke belangrijke wet- en regelgeving is vanaf 1 januari 2022 van kracht? Hieronder is een overzicht te vinden van de belangrijkste wetten op het terrein van veiligheid die in werking treden.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
Wet strafbaarstelling misbruik prostitué(e)s die slachtoffer zijn van mensenhandel
Vanaf 1 januari 2022 zijn klanten strafbaar wanneer zij seks kopen van sekswerkers van wie zij weten of vermoeden dat er sprake is van dwang, uitbuiting of mensenhandel. Sekswerk is een legaal beroep in Nederland. Er zijn echter mensen die dit werk niet vrijwillig doen. Zij kunnen slachtoffer zijn van een zedendelict of mensenhandel. Om kopers van seks te informeren, is het ministerie van Justitie en Veiligheid eind december 2021 gestart met de campagne ‘Niet alles is wat het lijkt’ waarin duidelijk wordt dat een aanbod tot seks soms op het tweede gezicht niet vrijwillig is.
Verruiming mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen
Het kabinet zorgt voor een verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van organisaties waarvan doel of werkzaamheden een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid, rechtsorde of de democratische rechtsstaat. De regering wil radicale of extremistische organisaties, waarvan het doel of de activiteiten in strijd zijn met de openbare orde (waaronder de nationale veiligheid of de internationale rechtsorde), steviger aanpakken. Als de werkzaamheden of het doel van de rechtspersoon in strijd zijn met de openbare orde, dan dit kan leiden tot een verbodenverklaring en ontbinding. Rechters kunnen de rechtspersoon in het belang van de openbare orde bevelen om activiteiten stop te zetten, uiterlijk totdat over een verboden verklaring onherroepelijk is beslist. Het opzettelijk niet nakomen van dit rechterlijk bevel wordt strafbaar.
Strafrechtelijke aanpak ondermijning
Dit wetsvoorstel versterkt de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hiermee wil de regering het criminele proces verstoren, waardoor crimineel gedrag voor de daders niet loont en de samenleving er geen last van heeft. Dit wetsvoorstel vormt onderdeel van de wetgevingsagenda ondermijning. Met dit voorstel worden verschillende vormen van faciliterende criminaliteit zwaarder bestraft en geeft het de politie en het Openbaar Ministerie meer mogelijkheden om op te treden. Zo wordt het illegaal verblijf op bepaalde logistieke terreinen strafbaar en kan daardoor sneller worden opgetreden als zogenoemde uithalers op zoek zijn naar drugs in havens. Ook wordt bijvoorbeeld het importeren, exporteren en voorhanden hebben van stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van drugs (precursoren) strafbaar, waardoor het productieproces eerder kan worden verstoord.
Vernieuwende aanpak om kwetsbare jongeren een kans te geven
In de voormalige kazerne van de Marechaussee (KMar) aan de Scharnerweg komen 30 woonplekken om kwetsbare jonge mensen in Maastricht betere kansen te geven. Wethouder Jongen van Maastricht, staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de bestuurders Aukje Jacobs van Coöperatie Porthos Scharn, Joop Petit en Tom Dauphin van de Porthos Vastgoed BV hebben daarvoor een samenwerkingsovereenkomst gesloten onder de titel Skills in de Stad voor de duur van 5 jaar.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
De jongeren volgen een Skills programma van leren en werken met coaching en krijgen daar een eigen woonplek. Een eigen veilige woonplek is namelijk een belangrijke voorwaarde voor succes. Na circa twee jaar stromen de deelnemers door naar een eigen woonplek elders, waar ze zelfstandig wonen. Deze integrale aanpak onder één dak is uniek. Het Rijksvastgoedbedrijf wil dat ook zijn overtollige vastgoed waar mogelijk een maatschappelijke meerwaarde krijgt. Het pilotproject Skills in de Stad is daar een voorbeeld van. De coöperatie Porthos Scharn en Porthos Vastgoed BV(m), die het pand koopt en verbouwt, zullen het project in nauwe samenwerking met de gemeente Maastricht en in overleg met de buurt operationeel maken. De verwachting is dat de eerste deelnemers in de loop van 2022 kunnen starten.
Extra steuntje in de rug
Nederland telt veel jongeren die zonder diploma of door andere omstandigheden moeilijk aan het werk kunnen komen. Ook nu er schaarste is op de arbeidsmarkt. Deze jongeren verdienen een extra steuntje in de rug om permanente uitval te voorkomen. Daarvoor hebben het Rijksvastgoedbedrijf en het Atelier Rijksbouwmeester in samenwerking met ICS-Advies, de Skills in de Stad aanpak ontwikkeld en samen met de gemeente Maastricht en Porthos uitgewerkt. Door samenwerking met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen kan het project starten op de KMar locatie. De Skills in de Stad aanpak onderscheidt zich door de toevoeging van de component wonen. Een stabiele woonsituatie is voor deze jongeren van groot belang om talenten te kunnen ontwikkelen.
Grapperhaus maakt Europese afspraken in aanpak ondermijning
De internationale handel in illegale verdovende middelen vormt de grootste criminele markt en levert miljarden aan crimineel vermogen op. Het ondermijnt de Nederlandse samenleving, rechtstaat en economie en ook die van andere landen. Hier zitten nietsontziende internationale erkende criminele organisaties achter. Een succesvolle aanpak daarvan vereist een aanpak van de hele overheid en maatschappelijke partners met preventieve en repressieve maatregelen in Nederland, maar ook stevige samenwerkingsafspraken met andere landen.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.
Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus sloot een overeenkomst met de ministers van Justitie en Binnenlandse zaken uit Frankrijk, België en Spanje om meer en beter gezamenlijk op te trekken tegen nietsontziende criminelen. Grapperhaus: “We moeten voorkomen dat als we in de Rotterdamse haven stevige maatregelen treffen om drugshandel tegen te gaan, het daarna in Antwerpen toeneemt Dat leidt anders tot grote problemen voor onze Belgische buren maar ook voor Nederland en andere Europese landen omdat beide havens een belangrijke toegangspoort tot de Europese markt zijn. Het is ook belangrijk dat als de Nederlandse politie stuit op belangrijke informatie, deze snel gedeeld kan worden met de Spaanse of Franse politie en gezamenlijk wordt opgetreden tegen internationale criminele groeperingen en hun vermogen zowel in Europa als onder meer in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.”
Gelet op de belangrijke kwetsbaarheden in de financiële en logistieke sectoren, en op het misbruik van technologieën en innovaties voor criminele doeleinden, zijn de afspraken op:
– Aanpak criminele organisaties: het voorkomen en bestrijden van georganiseerde drugscriminaliteit in samenwerking met andere landen van herkomst en doorvoer en met internationale partners;
– Gezamenlijk voorkomen van invoer en distributie: het vergroten van de weerbaarheid van logistieke knooppunten en processen, zoals zeehavens, luchthavens en postdiensten, tegen misbruik, corruptie en criminele infiltratie;
– Afpakken van criminele opbrengsten: het opsporen, verstoren en terugdringen van criminele geldstromen en het in beslag nemen en ontnemen van criminele vermogen; en
– Innovatieve opsporing: het tegengaan van crimineel misbruik van innovaties en op het gebruik maken van nieuwe technologie en innovaties bij het opsporen, voorkomen en aanpakken van zware en georganiseerde criminaliteit en hun ondermijnende impact. Waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan criminaliteit via digitale kanalen.
Seksueel geweld sneller en vaker aangepakt
Door modernisering van wetgeving worden meer strafzaken over verkrachting, online seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksuele intimidatie verwacht. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid brengt met zijn wetsvoorstel seksuele misdrijven het strafrecht meer in overeenstemming met de veranderde maatschappelijke normen en digitale ontwikkelingen. Hierdoor zullen vooral aangiftes voor verkrachting en online-zaken zoals sexchatting sneller en vaker worden opgepakt. Om te borgen dat alle partijen uit de rechtspraktijk – zoals de politie, het Openbaar Ministerie (OM) en de rechtspraak – straks ook zijn voorbereid op de extra zaken wordt een speciaal uitvoeringsprogramma in gang gezet.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
Het wetsvoorstel seksuele misdrijven wordt aangeboden voor advies aan de Raad van State na instemming door de ministerraad. Het streven is om het wetsvoorstel volgend voorjaar in te dienen bij de Tweede Kamer. Verder heeft de ministerraad ingestemd met indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel om voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen van seksueel misbruik met kinderen zelfstandig strafbaar te stellen. Daarmee wordt het bezit van materiaal zoals teksten met advies en/of richtlijnen om kinderen seksueel te misbruiken expliciet verboden.
Voorbereiding op uitvoering
Gezien de brede modernisering van wetgeving over seksuele misdrijven is voor een effectieve uitvoering een zorgvuldige voorbereiding met alle betrokken partijen essentieel. Daarom begint in het voorjaar van 2022 het ‘Programma implementatie wetsvoorstel seksuele misdrijven’. De komende twee jaar werken alle betrokken partijen samen aan opleiding, training en werving van de nodige specialistische medewerkers in de hele strafrechtketen. Hierbij gaat het niet alleen om de politie, het OM en de rechtspraak. Ook het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) verwacht bijvoorbeeld meer onderzoek te moeten doen en gemeenten worden betrokken als het gaat om seksuele intimidatie op straat. De verwachting is dat de nieuwe wetgeving in 2024 in werking kan treden.
Dankzij de aangenomen motie-Hermans door de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen dit jaar is 20 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de nieuwe wet. Tevens zal jaarlijks 4 miljoen euro meer worden geïnvesteerd in de capaciteit bij de politie om bestaande achterstanden bij de teams Zeden en Kinderporno verder aan te pakken. Dit bedrag komt bovenop de eerder vrijgemaakte 15 miljoen euro voor 90 fte extra zedenrechercheurs om de doorlooptijden te versnellen in de opsporing en vervolging van seksuele misdrijven.
Verkrachting
Vooral door verlaging van de ondergrens voor strafbaarheid van verkrachting wordt verwacht dat slachtoffers eerder en vaker melding zullen doen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. In het wetsvoorstel seksuele misdrijven van minister Grapperhaus is iemand straks strafbaar wegens verkrachting als deze wist of een ernstig vermoeden had dat de ander geen seks wilde en toch heeft doorgezet. Dwang, geweld en bedreiging zijn hierbij strafverzwarende factoren, maar niet langer een vereiste voor een veroordeling. Degene die seksueel contact initieert, moet alert zijn of de ander hetzelfde wil. Als dit niet duidelijk is, moet hij die duidelijkheid zoeken. “Als er bij de ander geen sprake is van een vrije keuze, geen sprake is van een vrije wil, dan is het verkrachting’’, aldus minister Grapperhaus.
De politie gaat er in ramingen bijvoorbeeld van uit dat door het nieuwe wetsvoorstel ten hoogste 550 meer meldingen binnenkomen over verkrachting en er vervolgens 360 extra informatieve gesprekken gevoerd zullen worden met slachtoffers. Dat betekent een stijging van 20 procent in beide gevallen. Deze toename zou naar schatting tot gevolg hebben dat 344 extra opsporingsonderzoeken in verkrachtingszaken kunnen worden opgestart.
Online seksueel geweld
In het wetsvoorstel seksuele misdrijven wordt ook de strafrechtelijke bescherming tegen online grensoverschrijdend seksueel gedrag geactualiseerd. Door de toename van het gebruik van internet, sociale media en smartphones is er meer online seksueel contact. Vooral kinderen zijn kwetsbaar voor online seksueel misbruik. Zij beschikken op steeds jongere leeftijd over een smartphone en zijn makkelijker bereikbaar voor mensen die kwaad willen.
Nieuw in het wetsvoorstel is de strafbaarstelling van het zogenoemde sexchatting als indringend op seksuele wijze met kinderen onder de 16 jaar wordt gecommuniceerd door volwassenen. Het zorgt ervoor dat bij online seksuele benadering van zestienminners eerder van strafbaarheid sprake zal zijn. Nu moet voor het zogeheten grooming nog sprake zijn van het daadwerkelijk maken van een afspraak. De politie rekent in ramingen op ten hoogste 500 extra meldingen, die in 320 van de gevallen ook zullen leiden tot een aangifte en het oppakken van de zaak.
Seksuele intimidatie
Ook seksuele intimidatie in het openbaar wordt strafbaar als overtreding. Dat betekent zowel op straat als op internet en via social media-kanalen. Dit zal eveneens tot meer zaken leiden, die als overtreding relatief snel kunnen worden opgepakt. Bij dit onderdeel worden in het uitvoeringsprogramma gemeenten nauw betrokken. In de nieuwe situatie kunnen zij op lokaal niveau bepalen of het ook wenselijk is om buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in te zetten bij het tegengaan van seksuele intimidatie op straat.
Pedohandboek
Vooruitlopend op het wetsvoorstel seksuele misdrijven wordt een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend waarin voorbereidingshandelingen tot het plegen van seksueel kindermisbruik zelfstandig strafbaar worden gesteld. Hierdoor wordt het bezit en verspreiden van het zogenoemde pedohandboek verboden, zoals de Tweede Kamer in 2020 in een motie had gevraagd. Hierop komt een gevangenisstraf van maximaal vier jaar te staan.
Van deze strafbaarstelling gaat een duidelijk signaal uit dat het gedrag uiterst verwerpelijk en strafwaardig is. Daarnaast biedt het de opsporingsdiensten de mogelijkheid om in een vroeg stadium op te treden tegen potentiële kindermisbruikers die op internet een bijzondere belangstelling tonen voor instructieve informatie over het seksueel misbruiken van kinderen. De instrumenten tegen kindermisbruik worden zo in preventieve zin uitgebreid om tegen te gaan dat een voedingsbodem ontstaat waarin kindermisbruikers denken hun slag te kunnen slaan.
Strafuitsluiting voor verblijf hulpverleners en journalisten in terroristisch gebied
De Nederlandse en Europese samenleving moet beschermd worden tegen het gevaar van terugkeerders uit door terroristische organisaties gecontroleerde gebieden. Verblijf daar gaat in veel gevallen gepaard met (desnoods gedwongen) vereenzelviging met het gedachtengoed van de organisaties die daar de dienst uitmaken. Daarom is op dit moment een wetsvoorstel aanhangig bij de Eerste Kamer (35125) waarin dat verblijf strafbaar wordt gesteld.
Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.
Dit mag echter niet verhinderen dat humanitaire hulpverleners en journalisten naar het gebied kunnen afreizen om humanitaire hulp te bieden of nieuws te vergaren. Daarom wordt voor hen een strafuitsluitingsgrond geïntroduceerd voor verblijf in terroristisch gebied. Vandaag gaat het conceptwetsvoorstel in consultatie waarmee deze strafuitsluitingsgrond aan de voorgestelde strafbaarstelling wordt toegevoegd. Het wetsvoorstel was aangekondigd naar aanleiding van inbreng uit het parlement, van journalisten en van hulpverleningsorganisaties. De verdere behandeling van dit wetsvoorstel wordt door de Eerste Kamer aangehouden in afwachting van dit wetsvoorstel.
De strafuitsluitingsgrond geldt voor Nederlanders en Nederlands ingezetenen die uitsluitend in het gebied verblijven om activiteiten te verrichten als hulpverlener werkzaam voor een onpartijdige humanitaire organisatie, of als journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring. Daarmee kunnen deze personen verblijven in aangewezen gebieden zonder dat zij daarvoor strafbaar zijn. En hoeven ze vooraf geen toestemming/ontheffing te vragen. Zo kunnen hun onafhankelijkheid en neutraliteit beter gewaarborgd worden. Die kunnen noodzakelijk zijn voor een goede en veilige uitoefening van hun werk.