Psychisch geweld wordt strafbaar
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Ingrid Coenradie komt met een wetsvoorstel om psychisch geweld zelfstandig strafbaar te stellen. Dat heeft ze vandaag toegezegd tijdens het commissiedebat zeden en (on)veiligheid van vrouwen in de Tweede Kamer. Psychisch geweld, en dan met name dwingende controle en intieme terreur, is één van de rode vlaggen van femicide.
Naast het wetsvoorstel wordt er ook ingezet op het verbeteren van de bewijsvoering voor psychisch geweld. Het is op dit moment op basis van het Wetboek van Strafrecht al mogelijk om iemand te vervolgen die zich schuldig maakt aan het toepassen van psychisch geweld, maar het lukt niet altijd om de bewijslast rond te krijgen. Daarom gaat er begin 2025 een pilot van start. De pilot moet duidelijke werkafspraken opleveren om de bewijsvoering te verbeteren. Er zal concreet gemaakt worden welke feiten en informatie opgenomen moeten worden in het dossier, zodat het Openbaar Ministerie goed in staat wordt gesteld om tot vervolging over te gaan. Ook wordt ingezet op deskundigheidsbevordering zodat signalen van psychisch geweld door de verschillende instanties sneller en beter herkend worden. Een voorbeeld van zo’n signaal is dat iemand niet durft te spreken in het bijzijn van diens partner. Samen met de strafbaarstelling moet dat ervoor zorgen dat psychisch geweld beter bestraft kan worden.
De pilot richt zich op medewerkers van onder andere Veilig Thuis, de politie en het Openbaar Ministerie. Het traject loopt in principe een half jaar. Daarna zal worden bekeken hoe de inzichten uit deze pilot goed kunnen worden verspreid naar de overige regio’s in Nederland.Staatssecretaris Coenradie: “Psychisch geweld heeft een enorme impact op slachtoffers en is één van de rode vlaggen bij femicide. Om femicide te voorkomen en vrouwen te beschermen, moeten we dus inzetten op het beter aanpakken van zoiets vreselijks wat mensen wordt aangedaan. Het is cruciaal om de patronen van psychisch geweld te herkennen en zichtbaar te maken in het dossier.”
“Het kennen en herkennen van de rode vlaggen van femicide is belangrijk voor medewerkers van instanties, maar ook voor alle andere mensen in ons land. Femicide pakken we samen aan.”
De pilot vloeit voort uit het plan Stop Femicide!, dat in juni is gepresenteerd. De staatssecretaris verwacht de eerste resultaten in 2025 te kunnen delen.
Campagne wijst jongeren op hulp bij geldzorgen
Minder dan een derde van de jongeren met geldzorgen weet de weg naar professionele hulp te vinden. Dit blijkt uit een peiling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Geldfit onder 509 jongeren tussen de 18 en 27 jaar. Jongeren weten niet goed waar ze terecht kunnen voor hulp. Belangrijke barrières in hun zoektocht zijn de overtuiging dat ze het zelf moeten oplossen (35%), schaamte (28%) of niet willen dat anderen zich ermee bemoeien (18%). Daarom starten het ministerie en Geldfit de campagne ‘Geldstress’.
Als de rekeningen zich opstapelen
Met 52% geeft meer dan de helft van de jongeren aan weleens een onbetaalde rekening of betalingsachterstand te hebben. Het gaat dan met name om rekeningen voor achteraf betalen, leningen bij vrienden of familie en de zorgverzekering. Veel jongeren kampen met geldstress. Zo maakt 59% zich zorgen of er genoeg geld is om alles te betalen, 50% is bang dat het hebben van te weinig geld invloed heeft op sociale relaties. De meeste jongeren praten wel over geldstress met hun directe omgeving en vragen daar ook om hulp en advies. Maar betrekkelijk weinig jongeren weten de weg naar professionele hulp te vinden. Van veel hulpinstellingen hebben ze nooit gehoord en slechts de helft weet dat de gemeente hen kan helpen. Een gemiste kans, want juist bij het vroegtijdig aanpakken van betalingsachterstanden kunnen problematische schulden worden voorkomen.
StressBusters to the rescue
Vandaag staat een team van GeldstressBusters en ervaringsdeskundigen klaar op ROC Nijmegen. Ze delen stressballetjes uit en hebben een belangrijke boodschap: Geldstress? App met Geldfit. De GeldstressBusters dragen alarmerende pop-ups zoals je die ook op je telefoon binnenkrijgt: ‘onbetaalde huur’, ‘openstaande rekening’ en ‘incasso mislukt’. Het is onderdeel van de nieuwe overheidscampagne ‘Geldstress’ om jongeren met beginnende schulden te informeren over de hulpmogelijkheden. De GeldstressBusters reizen de komende maanden door het land om zoveel mogelijk jongeren te bereiken.
Geldstress een halt toeroepen
Afgelopen week presenteerden staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) en staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming) een uitgebreid pakket maatregelen om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen. Zo investeert het kabinet extra in vroegsignalering, zodat gemeenten snellere en betere hulp kunnen bieden bij geldzorgen. Ook komt er een integraal schuldenoverzicht en een gratis betalingsherinnering bij verkeersboetes. Met deze en andere maatregelen wil het kabinet voorkomen dat schulden razendsnel oplopen. Daarnaast is het van belang dat jongeren weten waar ze voor hulp kunnen aankloppen.
Geldfit-directeur Pauline van Brakel: “Geldfit is dé plek waar iedereen gratis en anoniem terecht kan met vragen of zorgen over geld. Je kunt persoonlijk en laagdrempelig contact opnemen via WhatsApp, telefoon of anoniem via de chat. Geldfit denkt mee, maar wijst ook de weg naar de juiste hulp in de buurt – van vrijwilligers, gemeenten en andere organisaties. Zo wordt geldstress sneller een halt toegeroepen.”
Over de campagne
‘Geldstress’ is een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in samenwerking met Geldfit. De campagne richt zich op jongeren tussen de 18 en 27 jaar en informeert hen over de gratis hulpmogelijkheden die er zijn via Geldfit. Doel van de campagne is jongeren met beginnende schulden te stimuleren om hulp te zoeken als ze geldstress ervaren, zodat hun betaalachterstanden niet problematisch worden.
Rijksoverheid en bedrijfsleven slaan handen ineen tegen criminele inmenging
Criminelen moeten we buiten de deur houden. Niet alleen bij de overheid, ook bij bedrijven. Vandaag spraken minister van Justitie en Veiligheid David van Weel en voorzitter van MKB-Nederland Jacco Vonhof af om samen op te trekken in de strijd tegen criminele inmenging in het bedrijfsleven. Overheid en bedrijfsleven hebben afgesproken om intensiever te gaan samenwerken om de dreiging vanuit de ondermijnende criminaliteit te beperken en bedrijven weerbaarder te maken tegen de invloed van criminelen.
Nederland heeft een open economie met een gunstige geografische ligging en een uitstekende logistieke, financiële en juridische infrastructuur. Dit alles draagt bij aan onze economische groei en onze positie in de internationale handel. Die positie maakt Nederland helaas ook aantrekkelijk voor criminelen. Criminele inmenging kan in verschillende vormen plaatsvinden en is niet beperkt tot een specifieke sector of branche. Het bedrijfsleven wil daarom over de hele linie kwetsbaarheden bij ondernemers verminderen en samen met de overheid één front vormen tegen criminaliteit.
Het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing is een samenwerkingsverband van overheid en bedrijfsleven. Het platform richt zich op de aanpak van verschillende vormen van criminaliteit tegen het bedrijfsleven. In het platform werken de Rijksoverheid, politie, Openbaar Ministerie en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) samen met ondernemersorganisaties zoals VNO-NCW, MKB-Nederland, Transport en Logistiek Nederland, BOVAG, Retail, Koninklijke Horeca Nederland, het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
In het overleg van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing vandaag is afgesproken om gezamenlijk de risico’s in bedrijfssectoren in beeld te brengen en zo kwetsbaarheden voor criminele inmenging te identificeren. Met een gezamenlijk aanpak willen Rijksoverheid en bedrijfsleven criminele inmenging verder terugdringen.
Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel: “Criminelen kunnen alleen slagen met hulp van binnenuit. Dit vraagt om bewustzijn bij overheid én bedrijfsleven over kwetsbaarheden in processen en functies. Door gezamenlijk op te trekken kunnen we bedrijven weerbaarder maken tegen de toenemende ondermijnde criminaliteit”.
Kabinet komt met pakket voor aanpak problematische schulden
Het kabinet presenteert een uitgebreid pakket aan maatregelen om het aantal van 700.000 huishoudens met problematische schulden terug te dringen. Het investeert extra in vroegsignalering, zodat gemeenten snellere en betere hulp kunnen bieden aan mensen met geldzorgen. Ook komt er een integraal schuldenoverzicht en een gratis betalingsherinnering bij verkeersboetes. Met deze en andere maatregelen wil het kabinet voorkomen dat schulden razendsnel kunnen oplopen.
Dat schrijven staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie), verantwoordelijk voor het armoede- en schuldenbeleid, en staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) in reactie op het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Problematische schulden. Het kabinet maakt in totaal € 75 miljoen per jaar vrij voor dit pakket aan maatregelen. De aanbevelingen uit het IBO zijn hierbij gebruikt als uitgangspunt.
Staatssecretaris Nobel: “Als je schulden hebt, moet je je daar weer uit kunnen werken. Zodat je door kan met je leven. De praktijk is nu vaak anders. Door hoge incassokosten en een wirwar aan regelingen en schuldeisers zakken mensen juist dieper weg. Daarom werken we aan een schuldenoverzicht en een pauzeknop. Voorkomen is uiteindelijk beter dan genezen. Dat geldt ook voor kopen op afbetaling. Ook als je geen rooie cent hebt, kan je met een paar klikken de mooiste spullen in huis halen. Dat is vragen om problemen. Willen we schulden echt terugdringen, moeten we het verdienmodel erachter aanpakken.”
Staatssecretaris Struycken: “Mensen moeten beschermd worden tegen uitzichtloze schuldensituaties. Dat kan onder andere door rekening te houden met de persoonlijke situatie. Zo kijken we of gerechtsdeurwaarders meer ruimte kunnen krijgen om hier een eigen afweging te maken. Ook willen we het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) in staat stellen verhogingen bij verkeersboetes kwijt te schelden als de situatie daar om vraagt.”
Snellere en betere hulp bij geldzorgen
Het is belangrijk dat mensen met dreigende schulden eerder in beeld komen, voordat financiële problemen zich opstapelen. Als een gemeente op tijd een signaal krijgt over een betaalachterstand van bijvoorbeeld een zorgverzekeraar, kan budgetcoaching of een schuldregeling worden aangeboden.
Het kabinet maakt de komende jaren € 20 miljoen per jaar extra vrij voor het verbeteren van dit soort vroegsignalering. Dat gebeurt aan de hand van een verbeterplan dat samen met gemeenten, zorgverzekeraars, woningcorporaties en andere partijen wordt opgesteld. Ook investeert het kabinet in de kwaliteit van de schuldhulpverlening door gemeenten.
Integraal schuldenoverzicht
Mensen met problematische schulden hebben vaak te maken met allerlei schuldeisers en raken daardoor het overzicht over hun schulden kwijt. Om hen meer inzicht en grip te bieden, werkt het kabinet toe naar een zo compleet mogelijk schuldenoverzicht. Samen met andere partijen gaat het kabinet bestaande initiatieven beter op elkaar afstemmen om te komen tot 1 schuldenoverzicht.
Ook moeten mensen straks op 1 plek terecht kunnen met vragen of voor een overzicht van openstaande bedragen bij de overheid. Het kabinet wil daarom toe naar 1 loket voor overheidsincasso.
Afbetalingsplan en pauzeknop
Het kabinet kijkt verder naar de haalbaarheid van een collectief afbetalingsplan voor schuldeisers. Hierbij moet oog zijn voor de rechtsbescherming van zowel de schuldeiser als voor de mensen met schulden. Door het afbetalingsplan te combineren met een pauzeknop voor incasso-activiteiten, wordt voorkomen dat incassokosten onnodig oplopen.
Ook wil het kabinet dat mensen niet direct met extra kosten worden geconfronteerd als zij een keer vergeten een verkeersboete op tijd te betalen. Dat betekent dat het CJIB bij verkeersboetes eerst een gratis betalingsherinnering stuurt voordat het aanmaningskosten in rekening brengt. Daarnaast moet het CJIB meer ruimte krijgen om verhogingen bij lichte verkeersovertredingen kwijt te kunnen schelden. En wordt onderzocht hoe een verlaging van aanmaningskosten bij verkeersboetes vorm zou kunnen krijgen.
Strengere eisen ‘koop nu, betaal later’
Tot slot werkt het kabinet verder aan strengere eisen voor ‘koop nu, betaal later’-diensten. Door Europese regels voor uitgesteld betalen door te voeren, moeten aanbieders in de toekomst een vergunning aanvragen. Het kabinet zet het plan voor een wettelijk verplichte leeftijdscheck door.
Nederlanders krijgen het recht om een foutje te maken
Mensen moeten een klein foutje kunnen maken bij het aanvragen van sociale regelingen. Dat vindt minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Nu zijn de regels te streng, waardoor mensen soms hard gestraft worden vanwege een vergissing. Daar wil Van Hijum verandering in brengen via een wetsvoorstel. Bij de handhaving van de regels in de sociale zekerheid moet er meer worden uitgegaan van vertrouwen in mensen en moet er meer ruimte zijn voor maatwerk. Hij schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer.
Recht op vergissen
Met zijn plannen voert minister Van Hijum een voorstel uit dat in het regeerprogramma staat. Namelijk het recht op vergissen: een fout mag er niet meer voor zorgen dat er automatisch een straf volgt. Daarnaast moeten bij terugvorderingen UWV, SVB en gemeenten de ruimte krijgen om zelf te bepalen of ze van een straf af willen zien, bijvoorbeeld als iemand daardoor alleen maar meer in de problemen komt.
Mogelijkheid voor meer maatwerk
De minister wil werk maken van de aanbevelingen die de Parlementaire Enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening (PEFD) doet in hun rapport over handhaving. UWV en SVB krijgen vanaf 1 januari 2025 al de mogelijkheid om meer maatwerk toe te passen bij hun invorderingsbeleid. Door deze maatregel kunnen uitvoeringsorganisaties meer rekening houden met de individuele situatie van iemand met een betalingsschuld.
Balans tussen misbruik tegengaan en menselijke maat
Minister Van Hijum benadrukt dat het gaat om een balans tussen misbruik tegengaan en meer menselijke maat. Net zoals omschreven staat in de aanbevelingen van het rapport van de PEFD: pak echte fraude aan, maar sla niet door. Minister van Hijum: “Een foutje maken is menselijk. Het overkomt ons allemaal wel eens. Als je vertrouwen geeft en begrip hebt voor de situatie waar mensen zich soms in bevinden, dan krijg je als overheid ook vertrouwen terug. Deze maatregelen moeten er voor zorgen dat mensen beter geholpen en gehoord worden. We blijven natuurlijk letten op echte fraude.”
Terugvorderingen
Een andere belangrijke maatregel is dat de minister bij terugvorderingen meer rekening wil houden met fouten van de overheid. Ook gaat de termijn waarin iemand een schuld moet terugbetalen die het gevolg is van een terugvordering, van 10 naar 5 jaar. Dat betekent dat al na 5 jaar de overgebleven schuld kan worden kwijtgescholden.
Preventie
De minister wil verder actiever kijken naar preventie: “Het voorkomen van overtredingen is zinvoller dan streng bestraffen wanneer het misgaat. De meeste mensen willen het juiste doen, maar maken soms een fout”. Door de dienstverlening in de sociale zekerheid meer te richten op preventie kun je vergissingen voorkomen.
Experiment voor snellere hulp aan mensen met financiële zorgen
Het kabinet wil dat mensen met dreigende schulden eerder in beeld komen, voordat financiële problemen zich opstapelen. Daarom wil staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) ruimte bieden aan een proef van de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen. Zij mogen onder voorwaarden informatie over betalingsachterstanden delen met gemeenten. Die kunnen vervolgens sneller hulp bieden aan inwoners met financiële zorgen.
Betalingsachterstand indicatie voor grotere financiële problemen
Een betalingsachterstand bij een overheidsinstantie of andere organisatie kan een indicatie zijn voor grotere financiële problemen. Gemeenten ontvangen daarom al signalen van bijvoorbeeld zorgverzekeraars en energiemaatschappijen. Uit deze proef moet blijken of gegevens van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen helpen bij het eerder in beeld krijgen van dreigende problematische schulden.
Aantal mensen met schulden terugdringen
Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie): “Dit kabinet wil het aantal mensen met schulden terugdringen. Daarbij geldt: voorkomen is beter dan genezen. We willen mensen met dreigende schulden zo snel mogelijk hulp bieden, zodat ze niet verder in de problemen raken. Dit experiment is daarin een belangrijke stap.”
Eerder hulp bij geldzorgen
Aan de proef doen de komende jaren acht grote en middelgrote gemeenten mee. Zij kunnen een signaal krijgen van de Belastingdienst of Dienst Toeslagen dat mensen langere tijd met een betalingsachterstand kampen. Dat gebeurt pas nadat deze mensen de betalingsherinnering en aanmaning hebben gemist en er telefonisch contact is gezocht.
Privacy
De gemeenten die meedoen, zullen jaarlijks 6.000 mensen met zo’n betalingsachterstand een hulpaanbod doen. Met het oog op de privacy informeren de Belastingdienst en Dienst Toeslagen de mensen van wie ze gegevens willen delen daarover per brief. Gemeenten kunnen vervolgens via zogenaamde vroegsignalering deze inwoners helpen met hun geldzorgen.
Kortgestrafte zelfmelders weer opgeroepen
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gaat begin volgend jaar kortgestrafte zelfmelders oproepen die vanwege capaciteitsproblemen niet konden worden geplaatst in de gevangenis. Dat schrijft staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer.
Versoberd dagprogramma
Op het terrein van PI Veenhuizen, locatie Groot Bankenbosch, zijn vanaf het eerste kwartaal 2025 40 plekken beschikbaar om kortgestrafte zelfmelders te plaatsen. Voor deze plekken geldt een versoberd dagprogramma, waardoor minder personeel nodig is. De wet schrijft voor dat alleen zelfmelders met een straf tot 2 weken hier geplaatst mogen worden.
Uitgangspunt is dat opgelegde straffen worden uitgevoerd
De helft van de 3.445 zelfmelders die vanwege capaciteitsproblemen niet zijn opgeroepen, heeft een straf tot 2 weken openstaan. Met deze plaatsen kunnen enkele honderden en in het meest gunstige geval meer dan 1.000 kortgestrafte zelfmelders per jaar worden opgeroepen. De staatssecretaris blijft samen met DJI zoeken naar extra capaciteit om ook zelfmelders met hogere straffen te plaatsen. Uitgangspunt is dat opgelegde straffen worden uitgevoerd.
Extra plekken voor kortgestrafte zelfmelders
Staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid): “Ik ben blij dat DJI ondanks de schaarste erin geslaagd is om extra plekken voor kortgestrafte zelfmelders te creëren. Het is een belangrijke stap in de goede richting. Ik blijf keihard doorwerken om meer capaciteit te genereren. Maar we zijn er nog lang niet. Daarvoor zijn de capaciteitsproblemen bij DJI te hardnekkig. Lastige keuzes over schurende maatregelen lijken onvermijdelijk. Maar daar loop ik niet voor weg.”
Capaciteitsproblemen hardnekkig
Coenradie schrijft in haar brief dat de capaciteitsproblemen bij DJI hardnekkig zijn en de komende tijd toenemen. Daarom worden nu tal van mogelijke maatregelen tegen het licht gehouden om te beoordelen of hiermee extra capaciteit beschikbaar komt. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de inperking van het aantal uren arbeid, waardoor gedetineerden meer uur op cel zitten en minder personeel nodig is. Ook wordt, waar mogelijk en verantwoord, meer ingezet op meerpersoonscellen.
Cellen huren in Estland
De staatssecretaris was deze week in Estland om een bezoek te brengen aan de gevangenis in Tartu en werd warm verwelkomd door minister van Justitie Liisa-Ly Pakosta. Er is afgesproken om serieus te onderzoeken of het mogelijk is voor Nederland om Estse cellen te huren. Er zijn financiële, juridische en praktische vragen die beantwoord moeten worden. Nederland en Estland zijn vastbesloten om hier samen aan te werken en uit te zoeken wat de beste manier is om samen te werken.
Prinsjesdag 2024: investeren in een veilig en rechtvaardig Nederland
Nederland veilig en rechtvaardig houden. Dat is het komende begrotingsjaar de leidende prioriteit. En dat is nodig, want onze veiligheid, vrijheden en de democratische rechtsstaat staan onder druk. Georganiseerde criminaliteit, maatschappelijke polarisatie en onvrede bedreigen onze vrijheid. Er wordt in 2025 geïnvesteerd in het versterken van de aanpak van georganiseerde criminaliteit en het versterken van de politie. Daarnaast gaat het kabinet door met het versterken van de toegang tot het recht. Voor het capaciteitstekort binnen het gevangeniswezen wordt door DJI samen met ketenpartners gezocht naar mogelijkheden om het tekort zoveel mogelijk terug te dringen.
Investeren in de veiligheid en weerbaarheid
De gezamenlijke inspanningen van partners om de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit aan te pakken, werpen hun vruchten af. Maar georganiseerde, ondermijnende criminaliteit blijft een gevaar voor de democratische rechtsstaat. Het kabinet investeert daarom structureel ruim € 120 miljoen in de versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit en het beschermen van de democratische rechtstaat. Daarnaast bedreigen zaken zoals desinformatie, spionage, cyberaanvallen en verschillende crises de nationale veiligheid. Het kabinet trekt € 65 miljoen uit voor het weerbaar maken van bedrijven en burgers. Zodat onze samenleving ook tijdens crises kan blijven functioneren. Ook politie speelt hierin een cruciale rol. Zij zijn niet alleen belast met de aanpak van criminaliteit maar ook met bijvoorbeeld de omgang met mensen met verward gedrag en administratieve verrichtingen in de asielketen. Aanvullend trekt het kabinet nog eens € 50 miljoen in 2025 oplopend tot € 100 miljoen 2027, uit voor de politie. De precieze besteding van de € 100 miljoen wordt op een later moment door de minister van Justitie en veiligheid bekend gemaakt.
Versterken van de rechtsbescherming
Een goed functionerende democratische rechtsstaat heeft vele aspecten: waarborging van grondrechten, veiligheid op straat, vreedzame oplossing van conflicten en waar nodig bescherming van inwoners tegen de overheid. Mensen moeten de juiste hulp krijgen. Daarom versterkt het kabinet de toegang tot het recht, zodat mensen en bedrijven sneller en eenvoudiger een passende en duurzame oplossing kunnen vinden voor juridische problemen. Zo investeert het kabinet in het Juridisch Loket, zodat mensen beter doorverwezen kunnen worden naar de juiste hulp. Daarnaast investeert het kabinet in institutionele vernieuwing binnen de Rechtspraak.
Ook wil het kabinet de rechtspositie van kwetsbare kinderen en ouders die te maken krijgen met een kinderbeschermingsmaatregel versterken. Kinderbeschermingsmaatregelen, zoals uithuisplaatsingen, grijpen diep in op gezinnen en daarom moeten ouders en kinderen in deze procedures beter worden gehoord, betrokken en ondersteund. De inzet is vooral gericht op kwalitatief goede besluitvorming, rechtsbijstand in gerechtelijke procedures en het versterken van de rol van de kinderrechter. Hiervoor komt structureel € 25 miljoen beschikbaar. Het kabinet gaat door met de aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het bestaande programma ‘Preventie met Gezag’ waar € 99 miljoen voor beschikbaar is.
Structurele oplossingen voor capaciteitstekort gevangeniswezen
Nieuwe medewerkers zijn steeds moeilijker te vinden. Daarom werkt DJI samen met andere ketenorganisaties aan (tijdelijke) maatregelen om het capaciteitstekort bij DJI zoveel mogelijk terug te dringen. Daarbij wordt ingezet op structurele oplossingen. In 2025 gaan we ook door met het versterken van de aanpak van seksuele misdrijven. Die aanpak heeft een impuls gekregen met het in werking treden van de Wet seksuele misdrijven op 1 juli 2024.
Versterken crisisbeheersing en brandweerzorg
Een belangrijke conclusie van de evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s is dat een verbeterslag nodig is in de samenwerking tussen regio’s, crisispartners en het Rijk bij de aanpak van interregionale, bovenregionale en landelijke crises. Een van de oplossingen hiertoe is het wijzigen van de Wet veiligheidsregio’s. Het streven is om het eerste deel van deze wetswijziging in de zomer van 2025 bij de Raad van State in te dienen. Gelijktijdig wordt doorgewerkt aan de tweede wetswijziging, waarbij specifiek aandacht uitgaat naar preventie brandveiligheid, de bedrijfsbrandweer, verbeteringen brandweeronderwijsstelsel, positie en taken Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties in de Regio (GHOR) en de financieringssystematiekvan het stelsel.
Minister Van Hijum wil einde aan misstanden met arbeidsmigranten
Minister Van Hijum (SZW) wil een einde maken aan misstanden rondom vooral arbeidsmigranten die werken via een uitzendbureau. De minister verkent daarom de mogelijkheid van een algeheel verbod op uitzendwerk in bepaalde sectoren of een minimum percentage arbeidskrachten dat in vaste dienst moet zijn. Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Het betreft, zo schrijft de minister, een aanvullende maatregel voor wanneer resultaten achterblijven en misstanden blijven voortduren.
Minister Eddy van Hijum: “Er moet nu echt voortgang worden gemaakt. Deze misstanden duren al te lang voort. Werkgevers moeten orde op zaken stellen in hun sector. Laatst sprak ik een arbeidsmigrant die na 1 week door zijn uitzendbureau werd ontslagen, binnen 48 uur zijn woning moest verlaten en dakloos werd. En in wijken – bijvoorbeeld in Roosendaal waar ik onlangs was – is er ontzettend veel overlast omdat arbeidsmigranten in kleine appartementjes worden opgehokt. Als bedrijf moet je mensen fatsoenlijk behandelen en de problemen niet afschuiven op de samenleving. Iedereen heeft recht op een zeker bestaan, ook arbeidsmigranten.”
De aanleiding voor de brief is een signaal van de Arbeidsinspectie over 3 uitzendbureaus die een zeer hoog percentage ontslag op staande voet hadden en een onderzoek van Somo (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) over misstanden met uitzendbureaus in de vleessector. Naar aanleiding hiervan zijn er afspraken gemaakt met de vleessector over verbeteringen. Daar bovenop gaat de minister een sectoraal verbod verkennen, om die optie achter de hand te hebben mocht er onvoldoende voortgang worden geboekt. De verkenning is naar verwachting begin volgend jaar afgerond, waarna de minister een besluit neemt. Van Hijum: “Een dergelijk verbod is een ingrijpende stap, en een laatste redmiddel. Daarom verkennen we het ook zorgvuldig.”
Minister van Hijum werkt verder aan een wetsvoorstel waarmee malafide uitzendbureaus geweerd kunnen worden, de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten.
Vanaf 1 januari 2025 volledige handhaving op schijnzelfstandigheid
Op 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst volledig handhaven op schijnzelfstandigheid. Bedrijven en organisaties die mensen als zzp’er inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, kunnen dan weer een boete en naheffingen krijgen. Daarbij geldt een overgangsperiode van 1 jaar waarin werkgevers en werkenden nog geen vergrijpboete krijgen als zij kunnen bewijzen dat zij stappen zetten tegen schijnzelfstandigheid. De opheffing van het handhavingsmoratorium is een van de maatregelen die het kabinet neemt om schijnconstructies te bestrijden en draagt bij aan meer zekerheid op de arbeidsmarkt.
Staatssecretaris Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst): “Zelfstandige ondernemers leveren in Nederland een belangrijke bijdrage aan onze economie. En dat blijft zo. Als je echt een ondernemer bent en zelfstandig werkt kun je dat gewoon blijven doen. Maar de inzet van schijnzelfstandigen leidt wel tot oneerlijke concurrentie en ongelijke arbeidsvoorwaarden. Het kabinet wil deze balans op de arbeidsmarkt herstellen. De opheffing van het handhavingsmoratorium is een van de maatregelen om dit te bereiken. Hoewel veel bedrijven en zzp’ers zich druk aan het voorbereiden zijn op de handhaving vanaf 1 januari 2025 ben ik mij er ook van bewust dat de aanpassingen veel van hen vragen. Daarom krijgen bedrijven die kunnen aantonen dat zij aan de slag zijn met het tegengaan van schijnzelfstandigheid volgend jaar nog geen vergrijpboetes.”
Positie van mensen op de arbeidsmarkt verbeteren
Ook neemt het kabinet stappen om de positie van mensen op de arbeidsmarkt te verbeteren, onder andere door de verschillende wetsvoorstellen in het arbeidsmarktpakket. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk dat naast handhaving ook de verschillende arbeidscontractvormen gelijker worden getrokken. Hiervoor worden eerder aangekondigde maatregelen verder uitgewerkt, zoals de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en de (versnelde) afbouw van de zelfstandigenaftrek.
Meer duidelijkheid en hulp
Het kabinet neemt dit besluit nu ook omdat vanuit de markt is gevraagd om duidelijkheid over het opheffen van het handhavingsmoratorium, zodat men zich hierop kan voorbereiden. Er zijn veel bedrijven en organisaties die hun bedrijfsvoering al hebben aangepast. Met het opheffen van het moratorium neemt de rechtvaardigheid richting deze ondernemers ook toe. In de praktijk betekent het opheffen van het handhavingsmoratorium dat de Belastingdienst tijdens controles naheffingen kan opleggen als er binnen bedrijven en organisaties sprake is van schijnzelfstandigheid. Wanneer een bedrijf of organisatie niet aan de regels voldoet kan een naheffing tot maximaal 5 jaar terug worden opgelegd. De Belastingdienst kan alleen met terugwerkende kracht corrigeren tot 1 januari 2025, de datum van de opheffing. Om de arbeidsmarkt voor te bereiden op de opheffing van het handhavingsmoratorium blijft de Belastingdienst in aanloop naar 1 januari 2025 opdrachtgevers en zzp’ers voorzien van informatie en praktische hulp. Zo zoekt de Belastingdienst actief de samenwerking op met de markt om zoveel mogelijk onrust weg te nemen. Dit wordt de komende maanden via informatiesessies, webinars en bedrijfsgesprekken voortgezet. Ook blijft de Belastingdienst in gesprek gaan met onder andere koepels, brancheorganisaties en fiscaal dienstverleners.
Modelovereenkomsten
Het kabinet maakt ook bekend dat er geen modelovereenkomsten meer door de Belastingdienst worden goedgekeurd. Het gebruik van dergelijke modelovereenkomsten is niet langer houdbaar, omdat modelovereenkomsten geen zekerheid vooraf kunnen geven over het werken buiten dienstverband. Dit hangt namelijk af van hoe er in de praktijk wordt gewerkt, niet van wat er in een contract staat. De lopende modelovereenkomsten worden nog wel geëerbiedigd tot de einddatum van de overeenkomst.