Maatregelen voor bestaanszekerheid in een samenleving waar iedereen kan meedoen

Nederlanders meer zekerheid bieden over werk en inkomen. Dat is het doel van de maatregelen op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die het kabinet vandaag presenteert. Hoewel Nederland een welvarend land is, zijn er mensen met zorgen over of ze hun boodschappen wel kunnen betalen, een vast contract kunnen krijgen en volwaardig kunnen meedoen in de maatschappij. Het kabinet zet in het regeerprogramma daarom in op het verstevigen van de koopkracht, een brede aanpak van armoede en schulden, meer mensen aan het werk krijgen, het tegengaan van schijnzelfstandigheid, het vereenvoudigen van regelingen en een extra inzet op integratie.

Echt anders doen

Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid): We willen het echt anders doen met de sociale zekerheid. Nu zijn er heel veel ingewikkelde toeslagen en regelingen. Mensen zien door de bomen het bos niet meer, vaak vragen ze zelfs toeslagen waar ze recht op hebben helemaal niet aan. Ook de uitvoeringsorganisaties hebben veel problemen om in dit stelsel de mensen goed te helpen. Daarom zetten we de eerste belangrijke stappen om ons stelsel van sociale zekerheid te vereenvoudigen. Ook gaan we ervoor zorgen dat mensen niet meer worden gestraft omdat ze een klein foutje in hun aanvraag maken.

Werk is de beste manier om mee te doen in de maatschappij

Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie): Werk is de beste manier om mee te doen in de maatschappij. Een baan biedt de kans om talenten te ontwikkelen en anderen te ontmoeten. Zo draagt werk bij aan integratie en is het de beste weg uit armoede. Daarom is het belangrijk dat we zorgen voor goede en betaalbare kinderopvang voor alle werkende ouders. En mensen begeleiden naar werk dat bij ze past. Zodat zoveel mogelijk mensen in Nederland kunnen meedoen.

Werkzekerheid

Werk is de basis van bestaanszekerheid. Het kabinet wil dat meer mensen een vaste baan krijgen. Daarom komt er een wetsvoorstel met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen. En met een wetsvoorstel dat duidelijker maakt wanneer je werkt als werknemer of als zelfstandige. Om zelfstandigen beter te beschermen tegen verlies van inkomen bij langdurige arbeidsongeschiktheid en voor een gelijker speelveld tussen werkenden, komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Voor de kinderopvang komt er een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. Zodat zij verzekerd zijn van goede en betaalbare kinderopvang en terugvorderingen worden voorkomen. Zo wordt ook duidelijker wat meer werken aan extra inkomen oplevert.

Verstevigen koopkracht

Met een evenwichtig koopkrachtpakket ondersteunt het kabinet werkende middeninkomens en kwetsbare groepen, onder meer met een gerichte verlaging van belastingen. Werk is de beste weg uit armoede, maar lost niet altijd alles op. Om ervoor te zorgen dat mensen meer te besteden krijgen, verhoogt het kabinet de huurtoeslag en het kindgebonden budget. De afbouw van de dubbele algemene heffingskorting wordt bevroren, zodat de bijstand op peil blijft. Ook komt er een pakket aan maatregelen om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen. Voor 2025 en 2026 is een reservering opgenomen om een energiefonds op te richten, in het kader van de betaalbaarheid van de energierekening. Het kabinet wil samen met gemeenten het beleid tegen kinderarmoede verbeteren. Een basisvoorwaarde om je op school te kunnen ontwikkelen is een gevulde maag. Daarom reserveert het kabinet ook de komende jaren geld voor gratis schoolmaaltijden.

Vereenvoudigen toeslagen en regelingen

Ook wil het kabinet de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting vereenvoudigen en verbeteren. Daarom komt er een hervormingsagenda, waarbij zoveel mogelijk partijen worden betrokken, waaronder de mensen om wie het gaat. Dit moet leiden tot een visie voor de lange termijn. Tegelijkertijd vereenvoudigen we ook op de korte termijn waar het kan. Deze kabinetsperiode wordt wetgeving voorbereid op het gebied van:

  • Het vervangen van de kinderopvangtoeslag door een nieuw stelsel van financiering.
  • Het verbeteren en vereenvoudigen van de WIA met concrete voorstellen, geïnspireerd door de aanbevelingen van de OCTAS.
  • Het passender maken van de Participatiewet zodat werk, meedoen en aan de slag gaan makkelijker wordt.
  • Vereenvoudiging van de Toeslagenwet en de WW. Op de WW dient een bezuiniging te worden gerealiseerd.
  • Het herijken van het handhavingsbeleid in de sociale zekerheid en verdere vereenvoudiging van begrippen in het stelsel.

Integratie

Veel mensen doen mee en zetten zich volop in voor de samenleving. Maar te vaak gaat het ook niet goed. Het kabinet maakt daarom extra werk van integratie met een actieagenda. Werk en taal zijn de basis van integratie. Nog te veel statushouders zijn nog niet betaald aan het werk en afhankelijk van bijstand. Het kabinet gaat daarom aan de slag met gelijke kansen voor iedereen. Werkgevers worden ontzorgd zodat zij er zo weinig mogelijk geld en tijd aan kwijt zijn. Het kabinet zet zich ook in voor een samenleving waarin iedereen de vrijheid heeft om eigen keuzes te maken. Ook in een gesloten gemeenschap moet je zelf richting kunnen geven aan je leven. Daarom zetten we extra in op de aanpak van schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang en genitale verminking.


Werken aan een weerbare en rechtvaardige democratische rechtsstaat voor iedereen

Nederland veilig en rechtvaardig houden zodat mensen veilig en in vrijheid samen kunnen leven. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar niets is minder waar. Onze veiligheid, vrijheden en de democratische rechtsstaat staan onder druk. Maatschappelijke polarisatie, de impact van de georganiseerde misdaad maar ook het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen. Zomaar een paar voorbeelden, maar wel de realiteit. Vandaag presenteert het kabinet het regeerprogramma met daarin ook een voortvarende aanpak om Nederland veiliger en rechtvaardiger te maken.

Versterking van veiligheid en weerbaarheid in onze rechtsstaat

Minister David van Weel van Justitie en Veiligheid is deze kabinetsperiode ingegaan met 3 prioriteiten: de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit, de weerbaarheid van Nederland en het vertrouwen in de rechtsstaat. “Om onze democratie en rechtsstaat te beschermen versterkt het kabinet de aanpak van ondermijnende criminaliteit door ons land zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor criminelen. We verhogen  de straffen en pakken criminelen harder aan door hun geld en panden af te pakken waar het maar kan. Daarom investeren we fors in de opsporing bij de politie en het Openbaar Ministerie. Criminelen profiteren helaas ook van onze open economie en sterke infrastructuur. Daarom pakken we corruptie harder aan door zwaarder te straffen maar ook door overheden en bedrijven bewuster te maken van waar hun zwakke plekken zitten. Daar ga ik me de komende jaren hard voor maken.”

Gevaar voor de samenleving

Ondermijnende criminaliteit is een gevaar voor onze samenleving. Overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties slaan de handen ineen om Nederland onaantrekkelijker te maken voor en weerbaar te maken tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Maar ook de weerbaarheid bij overheden, bedrijven en ook burgers moet omhoog. Dreigingen zijn urgenter en complexer dan ooit. Daarom maakt het kabinet werk van het verhogen van de weerbaarheid zodat onze samenleving ook in tijden van crises kan blijven functioneren. Maar veilig en in vrijheid samen leven vraagt ook iets van de samenleving. Daarom wordt er een scherper onderscheid gemaakt tussen (vreedzaam) demonstreren en orde verstorende acties. Met burgemeesters, politie, Openbaar Ministerie en anderen die een bijdrage kunnen leveren wordt gesproken over een optimale mix van maatregelen om vreedzame demonstraties te faciliteren maar ook kordaat op te treden tegen diegenen die zich niet aan de wet houden.

Uitvoeren van opgelegde straffen

Het kabinet zet ook in op een snelle en zekere uitvoering van de straf. Het capaciteitstekort in het gevangeniswezen wordt aangepakt, waaronder de ontstane voorraad zelfmelders. Daarom werkt de Dienst Justitiële Inrichtingen samen met andere ketenorganisaties aan maatregelen om het capaciteitstekort zoveel mogelijk terug te dringen. Daarbij wordt ingezet op structurele oplossingen. Staatssecretaris Ingrid Coenradie van Justitie en Veiligheid: “Opgelegde straffen moeten ook echt uitgevoerd worden. Het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen en de TBS-instellingen pakken we met prioriteit aan. Daarvoor moet uiteraard goed personeel behouden en aangetrokken worden. Er komt extra celcapaciteit door het realiseren van ander type gevangenis met een sober programma voor criminelen met een korte straf. Ik ga graag aan de slag met de opdrachten in het regeerprogramma, want het is onuitlegbaar aan de samenleving dat criminelen vrij rondlopen.”

De rechtsstaat is van ons allemaal

De democratische rechtsstaat moet de grondrechten waarborgen, zorgen voor vreedzame oplossing van conflicten en waar nodig haar inwoners beschermen tegen de overheid en zorgen dat mensen de juiste hulp krijgen. Het kabinet versterkt daarom de toegang tot het recht, zodat mensen en bedrijven sneller en eenvoudiger een passende en duurzame oplossing kunnen vinden voor juridische problemen. De grondrechten worden beter gewaarborgd door het oprichten van een constitutioneel hof en betere toetsing van de grondrechten bij het maken van wetten. Bij kinderbeschermingsmaatregelen die diep ingrijpen op gezinnen moeten ouders en kwetsbare kinderen beter worden gehoord, betrokken en ondersteund.

Aanpak jeugdcriminaliteit

De inzet van het kabinet is kwalitatief goede besluitvorming, rechtsbijstand in gerechtelijke procedures en het versterken van de rol van de kinderrechter. Het kabinet gaat daarnaast door met de aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het programma Preventie met Gezag, om te voorkomen dat jongeren (verder) afglijden in de criminaliteit. Staatssecretaris Rechtsbescherming, Teun Struycken: “Onze democratische rechtsstaat is een groot goed. We moeten onze grondrechten beschermen en zorgen voor begrijpelijke en uitvoerbare wetten. De rechtsbescherming moet versterkt worden en mensen moeten toegang hebben tot het recht.  Zo vergroten we het vertrouwen in de rechtsstaat. Dat is de opdracht voor dit kabinet, én de samenleving.”


VWS start campagne over hulp bieden bij verward of onbegrepen gedrag

De publiekscampagne ‘Meldpunt Zorgwekkend Gedrag’ om het landelijk meldnummer 0800-1205 onder de aandacht te brengen is gestart. Het landelijk Meldpunt Zorgwekkend Gedrag helpt mensen als er geen sprake is van spoed maar zij zich wel zorgen maken over iemand in hun omgeving die verward of onbegrepen gedrag vertoont. Door te bellen met het landelijk meldnummer krijgen zij advies van deskundigen die meedenken of een melding maken bij de juiste hulpinstantie.

Staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport): “De groep mensen met verward of onbegrepen gedrag is divers. Niet iedereen waarover een melding wordt gedaan, heeft hulp vanuit de GGZ nodig. Sommigen zijn beter geholpen met hulp bij verslaving, schulden of een passende woning. Vaak gaat het om kwetsbare mensen die de juiste hulp nodig hebben om hun leven weer op de rit te krijgen. Om die reden is het belangrijk dat hun omgeving weet waar ze het best naar toe kunnen gaan.”

De juiste hulp

Mensen met verward of onbegrepen gedrag zijn door een opeenstapeling van problemen de grip op hun leven kwijt maar vragen meestal geen hulp. Zij hebben bijvoorbeeld dementie, een verstandelijke beperking of psychische aandoening. Ook problemen als schulden, dakloosheid of het verlies van een dierbare spelen soms een rol. Soms kunnen mensen met verward of onbegrepen gedrag zorgen voor overlast of onveiligheid in hun omgeving waardoor omwonenden en naasten voor moeilijke situaties komen te staan.

Verontrustende situaties in de toekomst voorkomen

In veel gevallen komt de politie als 1e ter plaatse terwijl zij vaak niet de aangewezen instantie zijn om verontrustende situaties in de toekomst te voorkomen. Door te bellen met het landelijk meldnummer komen signalen eerder op de juiste plek terecht waardoor mensen beter kunnen worden geholpen. De deskundigen van het meldpunt geven melders advies en handelingsperspectief over hoe om te gaan met een dergelijke situatie.

Over de campagne

Meldpunt Zorgwekkend Gedrag is een landelijk telefoonnummer dat naar een meldpunt in de buurt doorschakelt. De campagne is onderdeel van de aanpak voor mensen met verward of onbegrepen gedrag en is de komende weken te zien in supermarkten, huisartsenpraktijken, online, en te beluisteren op de radio. De campagnemiddelen zijn ontwikkeld in samenwerking met lokale meldpunten, beheerders van het landelijk meldpunt en ervaringsdeskundigen van MIND.


Gemeenten van start met actieplan toegankelijkere schuldhulp

Gemeenten kunnen aan de slag met het actieplan om de schuldhulp aan inwoners te verbeteren. Met het overzicht dat vanaf online staat, krijgen gemeenten inzicht in wat mogelijk is op het gebied van schuldhulpverlening. Dit moet ertoe leiden dat de dienstverlening straks overal van hoge kwaliteit is en inwoners de hulp beter weten te vinden.

Plan voor basisdienstverlening

Het kabinet, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de branchevereniging voor financiële hulpverleners NVVK en de vereniging van directeuren in het sociaal domein Divosa zetten in maart van dit jaar hun handtekening onder het plan voor een ‘basisdienstverlening’. Dit plan werd gelanceerd omdat steeds meer mensen in de problemen komen door hoge schulden, maar zij niet de stap maken naar gemeentelijke schuldhulp. Door de dienstverlening in alle gemeenten gelijk te trekken, weten inwoners beter waar ze aan toe zijn.

Actieplan online

In het actieplan kunnen gemeenten zien met welke elementen ze aan de slag kunnen en hoe ze die in de praktijk kunnen brengen. Zo staan in het overzicht handvatten voor het bieden van financiële begeleiding tijdens en na een schuldhulptraject. Of voor het inzetten van een saneringskrediet. Ook staan elementen beschreven voor de middellange en lange termijn.

Doel actieplan

Het doel is dat alle gemeenten de onderdelen uit het actieplan gaan toepassen. Hoe ze de schuldhulpverlening precies inrichten blijft aan gemeenten zelf. Het Rijk stelt jaarlijks € 40 miljoen beschikbaar voor het versterken van de dienstverlening op het gebied van schulden en armoede. Daar is ook dit actieplan onderdeel van.


Hoge maatschappelijke kosten van schulden vragen om stevige aanpak

Hoge schulden hebben niet alleen grote gevolgen voor de persoon met een betalingsachterstand, maar leiden ook tot hoge kosten voor de samenleving. Er zijn wezenlijke aanpassingen nodig om te zorgen dat minder mensen door schulden in de problemen komen. Dat staat in het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) naar problematische schulden. Het rapport ‘Naar een beter werkende schuldenketen’ is zonder politieke sturing opgesteld en is naar de Tweede Kamer verstuurd.

Problematische schulden

De onderzoekers wijzen erop dat problematische schulden vaak ontstaan door andere problemen in het leven van mensen. Eenmaal in de schulden, lopen de kosten sterk op en raken mensen het overzicht kwijt. Hulp komt vaak te laat. Om dit tegen te gaan moet er per persoon 1 schuldenoverzicht komen. Hierin staan de schulden bij zowel de overheid als bedrijven. Daarnaast moeten de aanmaningskosten en boetes voor te laat betalen omlaag, zodat schulden minder snel oplopen. Ook is het belangrijk dat de verschillende partijen meer samenwerken vanuit het maatschappelijk belang. 

Verbeteren van de aanpak

Minister voor armoedebeleid, participatie en pensioenen Carola Schouten: “Problematische schulden zijn eigenlijk nooit het enige probleem in het leven van mensen. Wanneer het al tegenzit is het vaak ontzettend moeilijk overzicht te houden. En als je eenmaal in die put gevallen bent, kom je er zelden zonder hulp weer uit. We zijn de afgelopen jaren begonnen met meer op deze manier naar schulden te kijken. Daarom is dit ook zo’n waardevol onderzoek, dat vele aanknopingspunten biedt voor het verder verbeteren van onze aanpak.”

Maatschappelijke kosten van schulden

In opdracht van dit IBO hebben Panteia, de Hogeschool Utrecht en het Nibud de maatschappelijke kosten van schulden in beeld gebracht. Die bedragen ten minste € 8,5 miljard per jaar. Dit komt neer op € 500 per Nederlander. Problematische schulden gaan vaak gepaard met langdurige stress. Mensen met hoge schulden melden zich vaker ziek, zijn minder productief of verliezen hun baan en maken hogere zorgkosten. Deze kosten worden opgebracht door de samenleving als geheel. Het is voor het eerst dat deze kosten op een dergelijke systematische wijze in kaart zijn gebracht.

Pakket van maatregelen voor problematische schulden

In Nederland wonen ongeveer 730.000 huishoudens met problematische schulden. Dit komt neer op ongeveer 1 op de 11 huishoudens. Schulden worden gezien als problematisch als mensen niet meer in staat zijn ze af te lossen van hun maandelijks inkomen. De onderzoekers stellen een pakket met maatregelen voor om problematische schulden beter te voorkomen, de sterke oploop van kosten te verlagen en de duur dat mensen in schulden zitten te verkorten. Het kabinet stuurt later een uitgebreide reactie op het rapport naar de Kamer.


Agressie en geweld is niet normaal – Succesvolle Kennisconferentie Taskforce Onze Hulpverleners Veilig

Onlangs vond de jaarlijkse kennisconferentie van de Taskforce Onze Hulpverleners Veilig plaats in het historische Paushuize te Utrecht. De bijeenkomst, die werd afgesloten met een netwerkborrel, werd door deelnemers als zeer waardevol ervaren.

Agressie en geweld tegen hulpverleners blijft een urgent probleem

Tijdens de conferentie werden diverse incidenten besproken, variërend van uitgaansgeweld en voetbalrellen tot escalaties tijdens demonstraties en interacties met verwarde personen. Deze casussen benadrukten de noodzaak van consistente aandacht en effectieve maatregelen om de veiligheid van hulpverleners te waarborgen.

Platform om bruggen te slaan

De conferentie diende o.a. als platform om bruggen te slaan tussen verleden en heden, nationale en Europese perspectieven, en onderzoek en praktijk. Er werd ingegaan op de cijfers van geweld tegen de politie (GTPA) en het project Veilige Publieke Taak (VPT). Daarnaast werden belangrijke aspecten van veilig werkgeverschap besproken, zoals meldingsbereidheid en aangiftebereidheid.

Diversiteit aan onderwerpen en inzichten tijdens workshops

De workshops boden een breed scala aan invalshoeken op het fenomeen agressie en geweld tegen hulpverleners. Er werd gesproken over de percepties van agenten over geweld. Over geweld en nazorg bij de brandweer en de verschillen tussen de veiligheidsregio’s. Ook aan bod kwam het onderwerp boa’s met de vraag wat de bedreigingen en kansen zijn van het uitrusten van boa’s met bodycams. De keynotespeech ging over het belang van ervaring met de-escalatie en hoe discussies over de politiefunctie relevant zijn voor het tegengaan van agressie. Het Openbaar Ministerie (OM) was aanwezig om uitleg te geven over het proces van aangifte en vervolging. Dit jaar bespraken we vanuit het Europees perspectief wat geweld doet met politieambtenaren.

Uitwisseling van kennis en ervaringen

De conferentie werd door de deelnemers als zeer succesvol bestempeld. De uitwisseling van kennis en ervaringen tussen professionals leidde tot nieuwe inzichten en versterkte samenwerkingen. De afsluitende borrel bood een informele setting waarin deelnemers verder konden netwerken en ideeën uitwisselen.


Voortgang aanpak geldzorgen, armoede en schulden

Carola Schouten, de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, heeft de voortgangsrapportage ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Zij beschrijft daarin de stand van zaken bij het bestrijden van armoede. Volgens de minister zijn er de afgelopen 2 jaar mooie resultaten behaald. Zo zijn er minder mensen met een inkomen onder de armoedegrens. Ook groeien er veel minder kinderen op in een gezin met een inkomen onder die grens. Tegelijkertijd moet er nog veel gebeuren om de doelstellingen te halen. Zeker als het gaat om problematische schulden. Zo zijn er grote zorgen over het aantal jongeren dat in de schulden komt.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Minister Carola Schouten: “In Nederland moet je fatsoenlijk kunnen rondkomen. Dat betekent dat je nieuwe kleding kunt kopen als je kinderen dat nodig hebben. En dat je vaste grond onder de voeten hebt, zodat je plannen kan maken voor de toekomst. De afgelopen 2 jaar zijn de prijzen erg hard gestegen, wat zeker mensen met een laag inkomen raakt. Toch hebben we veel maatregelen kunnen nemen om te zorgen dat zij het beter kregen. Ik maak me nog wel grote zorgen over het aantal mensen met schulden. Zeker bij jongeren. Zij hebben hun hele toekomst nog voor zich en moeten daar onbezorgd aan kunnen beginnen. Een schuld is zo gemaakt, maar kan je lang achtervolgen.”

Armoedecijfers

Toen dit kabinet begon, had 6,1% van de mensen een inkomen onder de armoedegrens. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Plan Bureau (CPB). In 2024 daalt dit naar 4,7%. Het CPB heeft voor dit cijfer nog wel gerekend met de extra verhoging van het minimumloon. Deze is onlangs echter door de Eerste Kamer verworpen. Om de doelstelling van het kabinet te halen, moet het armoedecijfer dalen naar 3,15% in 2030

In 2021 leefde 7,2% van de kinderen onder de armoedegrens. In 2024 is dit getal gedaald naar 4,9%. Volgens de doelstelling moet dit volgend jaar verder omlaag naar 4,6%. Steeds meer Nederlanders zeggen dat ze rond kunnen komen. Dat blijkt uit onderzoek van het Nibud. In 2022 gaf 13% aan moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen. In 2024 is dat gedaald naar 9%.

De daling komt door structurele maatregelen van het kabinet. Zo is de afgelopen periode het wettelijk minimumloon verhoogd. De bijstand en de AOW zijn daaraan gekoppeld en gingen dus ook omhoog. Daarnaast verhoogde het kabinet het kindgebonden budget. En mensen krijgen sinds dit jaar meer huurtoeslag.

Voedselhulp en schoolmaaltijden

Het kabinet heeft veel maatregelen genomen om de koopkracht te verhogen. Toch heeft een grote groep Nederlanders nog steeds hulp nodig. Voor hun dagelijkse eten en andere boodschappen. Daarom gaf het kabinet het afgelopen jaar geld aan het Nederlandse Rode Kruis en de stichting Voedselvangnet. In dat netwerk werken voedselbanken samen. Ook heeft het Armoedefonds geld gekregen om menstruatieproducten uit te delen. Er zijn nu 2.000 plekken in Nederland waar producten kunnen worden verstrekt. Deze maand gaat het ministerie in gesprek met de betrokken organisaties om te kijken hoe we nog meer plekken kunnen realiseren. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren op een kwart van scholen in het primair en voortgezet onderwijs maaltijden uitgedeeld. Het gaat om scholen met veel leerlingen waarvan de ouders een laag inkomen hebben. Hiermee worden op dit moment ruim 300.000 leerlingen ondersteund met een dagelijkse schoolmaaltijd.

Omgang met geld door jongeren

Een groot punt van zorg is het aantal jongeren met schulden. In 2023 hebben minderjarigen 600.000 keer iets op afbetaling gekocht. Ook al is dit verboden. Dat het toch vaak gebeurt, blijkt uit cijfers van de Autoriteit Financiële Markten. Dit is zeer zorgelijk. Vooral omdat kinderen de gevolgen van dit soort schulden niet kunnen overzien. De aanbieders hebben toegezegd dat zij bij alle gebruikers gaan controleren of de opgegeven geboortedatum correct is.

Strengere regels voor kopen op afbetaling

Ook de Europese Unie wil strengere regels voor kopen op afbetaling. Aanbieders moeten controleren of hun klanten hun leningen wel kunnen betalen. Ze moeten zich ook houden aan de maximale kosten van krediet. En hun informatie en reclame moet voldoen aan regels. Het kabinet zet alles op alles om deze Europese regels snel om te zetten naar Nederlandse wetgeving.

Lessen over geld

Het kabinet heeft ook budget voor lessen over geld. Het afgelopen jaar hebben 27 mbo-opleidingen hier subsidie voor gekregen. In totaal gaat het om € 8,4 miljoen. 23 opleidingen geven ook financiële begeleiding aan studenten met geldzorgen. Op dit moment worden de aanvragen van middelbare scholen behandeld. Voor hen is € 18,7 miljoen beschikbaar. In 2025 kunnen basisscholen ook subsidie aanvragen voor lessen over geld.

Energiearmoede

De energiekosten zijn sinds 2021 fors gestegen. Het kabinet heeft daarom in 2022 en 2023 een energietoeslag ingesteld. Gemeenten hebben dat bedrag betaald aan inwoners die op of rond het bestaansminimum leven. Dit ging voor een groot deel automatisch. Veel mensen hoefden er dus geen aanvraag voor in te dienen.

Tijdelijk Noodfonds Energie

Van 22 januari tot 20 maart 2024 was het Tijdelijk Noodfonds Energie voor de tweede keer geopend. In dat fonds zat  € 84 miljoen. Dat bedrag kwam van de Rijksoverheid en een paar grote energiebedrijven. Het fonds heeft dit jaar 100.000 huishoudens geholpen bij het betalen van hun energierekening. Gemiddeld kreeg een huishouden een half jaar lang elke maand 100 euro korting op de energierekening.

Compensatie en koopkrachtmaatregelen

Uit onderzoek van TNO blijkt dat de compensatie en koopkrachtmaatregelen ruim 400 duizend huishoudens hebben behoed voor energiearmoede. Zonder deze ondersteuning zou het aantal energiearme huishoudens verdubbeld zijn tot ruim één miljoen huishoudens in 2022.

Schuldenproblematiek

Het aantal mensen dat door schulden in de problemen komt, neem toe. De afgelopen jaren was dat een lichte stijging. Van 7,7% in 2021 naar 8,8% van de Nederlanders in 2023. Tegelijkertijd vragen minder mensen om schuldhulp. Het kabinet neemt een aantal maatregelen om dat te veranderen.

Beginnende schulden

Het kabinet wil vooral mensen met beginnende schulden bereiken. Om te voorkomen dat zij echt in de problemen komen. Het kabinet wil dat doen op plekken waar mensen elkaar ontmoeten. Bijvoorbeeld bij huisartsen, op scholen en in kerken en moskeeën. Maar ook op de werkvloer, bij vrijwilligersorganisaties en bij het sociaal werk.

Basisniveau schuldhulpverlening

Er moet een basisniveau aan schuldhulpverlening komen. Op 21 maart hebben Divosa, de NVVK, de VNG en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daar afspraken over gemaakt. Zodat de hulp toegankelijk wordt. Daarbij is het belangrijk dat die hulp in iedere gemeente uit minimaal dezelfde elementen bestaat.

Basisregeling voor betalingen

Mensen moeten ook minder vaak een schuld bij de overheid hebben. Dat streven staat in de Rijksincassovisie. Daarom werkt het kabinet aan één betalingsregeling voor alle betalingen aan het Rijk. Daar doen al veel organisaties aan mee. Onder andere CAK, CJIB, DUO en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Op 1 juli 2024 sluiten ook UWV, RDI en RVO aan. Daarnaast komt er bij de invordering van achterstallige betalingen meer aandacht voor het voorkomen van problematische schulden.

Kwaliteitseisen incassobureaus

Op 1 april van dit jaar trad de wet incassodienstverlening in werking. Die wet stelt voor het eerst kwaliteitseisen aan incassobureaus. Zo moeten zij zich registreren en komt er strenger toezicht. Ook komen er aanvullende regels om hoge incassokosten tegengaan. Deze wijziging gaat naar verwachting in op 1 oktober 2024. Momenteel wordt er gewerkt aan een herziening van de civiele invorderingsketen, om het onnodig oplopen van incassokosten tegen te gaan.


Douane blijft inzetten op aanpak ondermijnende criminaliteit

De Douane werpt steeds meer barrières op tegen drugssmokkel. Door samen op te trekken met andere landen, intensievere samenwerking in Nederland en technologische innovaties levert de Douane een belangrijke bijdrage aan het tegengaan van ondermijning. Hierbij zet de Douane ook in op de aanpak van accijnsfraude, zoals de handel in illegale sigaretten. Opbrengsten van accijnsfraude kunnen een financieringsbron vormen voor andere criminaliteit. Dat blijkt uit de stand van zakenbrief Douane, die staatssecretaris Aukje de Vries van Financiën (Toeslagen en Douane) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Staatssecretaris De Vries: “Het is belangrijk dat we steeds meer doen om drugssmokkel tegen te gaan. We hebben liaisons en attachées in Latijns-Amerika, we verstevigen de aanpak in de mainports en met de inzet van drones willen we een waterbedeffect naar andere delen in ons land voorkomen. Maar drugssmokkelaars zijn nietsontziend en blijven het proberen. Daarom is ook de aanpak van accijnsfraudeprioriteit. Daarmee raken we criminelen in hun portemonnee. De handel in illegale sigaretten kan namelijk een financieringsbron vormen voor andere criminaliteit, zoals drugssmokkel.”

Aanpak van accijnsfraude

Door de grote winsten die criminelen behalen met accijnsfraude worden criminele vermogens opgebouwd. Daarmee kunnen andere criminele activiteiten worden gefinancierd. De handel in illegale tabaksproducten is een groeimarkt. Bestrijding van accijnsfraude is daarom ook voor de komende jaren een prioriteit van de Douane. De Douane controleert in het binnenland, bijvoorbeeld bij winkels. Op vliegvelden en in havens worden vrachtcontroles uitgevoerd. En voor het eerst wordt ook op vluchten afkomstig van binnen de Europese Unie op smokkel van tabaksproducten gecontroleerd. Binnen het Combiteam Smoke werkt de Douane samen met de FIOD en het OM aan de ontmanteling van illegale fabrieken en op smokkel van tabaksproducten vanuit andere werelddelen naar Nederland en de EU.

De Douane trekt samen op met andere landen

Alle drugs die in Latijns-Amerika onderschept worden, hoeven in Nederland niet meer tegengehouden te worden. Daarom werkt de Douane intensief samen met landen in Latijns-Amerika. Zo is met Ecuador een douaneverdrag getekend, en wordt verkend of dat ook kan met Peru. Om te zorgen dat douaniers van verschillende landen elkaar weten te vinden met inlichtingen en informatie, zijn liaisons en attachés geplaatst. En douaniers uit bijvoorbeeld Suriname en Brazilië gaan samen trainen met Nederlandse douaniers op de Maasvlakte in Rotterdam. Ook binnen Europa trekt de Douane samen op. Zo werkt de Douane nauw samen met België en is de Douane actief in de Europese Havenalliantie, die dit jaar is opgericht door de Europese Commissie.

Intensieve samenwerking in Nederland

Om te voorkomen dat drugs Nederland binnenkomen werkt de Douane intensief samen met anderen. Zo participeert de Douane in het programma Weerbare haventerminal. Onderdeel hiervan is een proef om de aanzegtermijn te verkorten van 72 uur van tevoren naar 24 uur van tevoren, met als doel de onvoorspelbaarheid van douanecontroles te vergroten. Bovendien werkt de Douane samen met andere diensten om te voorkomen dat Nederland als exportland van drugs gebruikt wordt. In het Hit and Run Post Team (HARP) werkt de Douane samen met het OM en de politie om uitgaande drugssmokkel per post tegen te gaan. Het team is sinds april actief en de eerste zaak is inmiddels opgepakt door het team.

Technologische innovaties

Drugscriminelen vinden constant nieuwe smokkelmethoden. Om hen voor te blijven, zet de Douane ook in op innovatie. Zo gebruiken douaniers op verschillende plekken drones om toezicht te houden, en krijgt cameratoezicht een plek in de noordelijke regio’s en op regionale luchthavens. Met een test in het Noordzeekanaalgebied is aangetoond dat scheepsrompen gescand kunnen worden op afwijkingen, zoals aangelaste boxen of buizen waarin verdovende middelen kunnen worden gesmokkeld.


Nieuwe wetten Justitie en Veiligheid per 1 juli 2024

Slachtoffers kunnen straks in meer gevallen aangifte doen van verkrachting en aanranding, nazaten van tot slaaf gemaakten kunnen kosteloos hun naam wijzigen en verdachten en verdachten van ernstige misdrijven moeten verplicht aanwezig zijn op de inhoudelijke zitting in hun strafzaak. Op 1 juli 2024 treden verschillende wetten in werking op het terrein van Justitie en Veiligheid. Hieronder een overzicht.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Wet seksuele misdrijven

Slachtoffers van seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag worden vanaf 1 juli dit jaar strafrechtelijk beter beschermd. Dankzij de Wet seksuele misdrijven kunnen slachtoffers in meer gevallen aangifte doen van verkrachting en aanranding. Om verkrachting of aanranding aan te tonen is het niet meer nodig om te bewijzen dat er sprake was van dwang, doordat bijvoorbeeld geweld was toegepast of was gedreigd met geweld. Iemand is strafbaar als diegene seksueel contact doorzet, terwijl er duidelijke signalen zijn dat de ander geen seks wil. Dwang, is voortaan wel een strafverzwarende factor, maar niet langer een vereiste voor een veroordeling voor verkrachting of aanranding. In de nieuwe wet wordt ook seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar. Seksuele intimidatie in het openbaar kan zich afspelen op straat, maar bijvoorbeeld ook op publieke websites en via social media. Daarnaast wordt het seksueel benaderen van kinderen jonger dan 16 jaar – ofwel sexchatting –  strafbaar, gaan de maximumstraffen voor een aantal seksuele misdrijven omhoog en wordt regelgeving digitaal meer bij de tijd gebracht. Uitgangspunt in de nieuwe wet is dat seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag offline en online even strafwaardig is.

Autoriteit kan hostingbedrijven verplichten online kinderporno te verwijderen

Op straffe van een bestuurlijke boete kunnen hostingbedrijven vanaf 1 juli 2024 worden verplicht om hun servers op te schonen van online kinderpornografisch materiaal en om het schadelijke beeldmateriaal ontoegankelijk te maken voor internetgebruikers. De Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) kan voortaan de ICT-bedrijven een aanwijzing geven als online beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik op hun servers is geconstateerd. Foute en nalatige hostingbedrijven die na een melding het online kinderpornografisch materiaal niet snel verwijderen, riskeren een boete. Deze sanctie is afhankelijk van de omzet en kan bij herhaalde overtredingen oplopen tot maximaal 10% van de bedrijfsomzet.

Verschijningsplicht

Verdachten van ernstige misdrijven moeten vanaf 1 juli verplicht aanwezig zijn op de inhoudelijke zitting in hun strafzaak. Nu is het aan verdachten zelf om te bepalen of ze aanwezig zijn bij hun rechtszaak. Met deze wetswijziging is dat niet langer het geval. Slachtoffers of nabestaanden krijgen hiermee de kans om een verdachte te vertellen wat het misdrijf bij hen heeft aangericht. Als de verdachte aanwezig is kunnen rechter en officier van justitie de verdachte zelf ondervragen. Dat draagt bij aan de waarheidsvinding.

Naamswijziging voor nazaten van tot slaafgemaakten

Nazaten van tot slaafgemaakten kunnen vanaf 1 juli kosteloos hun achternaam naam wijzigen. In het koloniale verleden hadden tot slaaf gemaakten vaak geen vrije naamskeuze, maar kregen een naam opgelegd. In veel gevallen was dit een verwijzing naar de (voormalige) slavenhouder of de plantage waarop zij werkten. Meerderjarigen die zo’n achternaam dragen, mogen die straks gratis aanpassen. Nu kost de naamswijziging nog € 835. Bovendien moet een psychologische verklaring worden overlegd waarin staat dat hinder wordt ondervonden van de achternaam. Dat is straks verleden tijd. Een verklaring dat betrokkene een nazaat is van een tot slaaf gemaakte volstaat.


Steviger maatregelen tegen geweld en rijden onder invloed

Zwaardere maatregelen zijn in de maak tegen veroordeelden die geweld onder invloed van alcohol hebben gepleegd en/of met drank en drugs op aan het verkeer hebben deelgenomen. Op voorstel van minister Yesilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid heeft het kabinet ingestemd met het wetsvoorstel voor invoering van de Alcoholmeter. Hiermee kunnen veroordeelden wegens een delict gepleegd onder invloed van alcohol straks beter worden gecontroleerd als de rechter hen een alcoholverbod heeft opgelegd. De Alcoholmeter is een enkelband die via zweet op het huidoppervlak elk half uur checkt of de drager alcohol gebruikt. Ook heeft het kabinet ingestemd met het wetsvoorstel verbetering aanpak rijden onder invloed. Hierdoor kan de rechter bij het opleggen van een ontzegging van de rijbevoegdheid deze direct in werking laten treden op straffe van vervangende hechtenis als de kans op herhaald drank- of drugsgebruik in het verkeer groot is.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Minister Yeşilgöz: “Steviger maatregelen zijn nodig, want er gaat te veel mis onder invloed van alcohol. Ongeveer een kwart tot ruim 40% van de geweldsdelicten is gepleegd met een slok op. We hebben het over uitgaansgeweld, huiselijk geweld, agressie rond voetbalwedstrijden en vandalisme. Allemaal brute vernielzucht en geweld waar vele anderen de dupe van zijn. Ook het rijden onder invloed van drank en drugs is een misdrijf waar vaak slachtoffers bij te betreuren zijn. Een van de strafrechtelijke mogelijkheden om tegen overmatig alcoholgebruik op te treden, is al het opleggen van een alcoholverbod als bijzondere voorwaarde. Daarbij willen we de rechter meer mogelijkheden geven om de opgelegde maatregelen beter te laten uitvoeren. Dat is nodig, omdat de ervaring leert dat de kans op herhaling groot is.’’

Alcoholmeter

Mensen die veroordeeld worden voor een strafbaar feit dat onder invloed van alcohol gepleegd is, kunnen als bijzondere voorwaarde een alcoholverbod opgelegd krijgen. De Alcoholmeter meet betrouwbaar en 24/7 of dit verbod wordt nageleefd en iemand dus niet drinkt. Dat is gebleken uit een aantal succesvolle pilots. De Alcoholmeter kan op dit moment echter alleen op vrijwillige basis worden ingezet, omdat een juridische grondslag ontbreekt. Nu wordt de naleving van een alcoholverbod gemiddeld 2 keer per week door de reclassering gecontroleerd via urineonderzoek. Het is daardoor meer een momentopname, waardoor het alcoholverbod tussentijds overtreden kan worden. Dankzij het wetsvoorstel kan de Alcoholmeter straks ook verplicht ingezet worden, nadat de rechter een alcoholverbod opgelegd heeft.

Wetsvoorstel verbetering aanpak rijden onder invloed

Rijden onder invloed levert een groot gevaar op voor de verkeersveiligheid. In 2023 is tegen ruim 22.000 bestuurders proces-verbaal opgemaakt voor het rijden onder invloed van alcohol en ruim 17.000 keer voor het rijden onder invloed van drugs (eventueel in combinatie met alcohol). Met het wetsvoorstel verbetering aanpak rijden onder invloed kan de rechter straks een ontzegging van de rijbevoegdheid direct na de uitspraak laten ingaan als de kans op recidive groot is. Dit betekent dat iemand meteen na de veroordeling niet meer als bestuurder de weg op mag, ook niet tijdens een eventueel hoger beroep. Een ontzegging van de rijbevoegdheid wordt niet zomaar opgelegd door een rechter, maar bij de zwaarste verkeersdelicten en bij veroordeelden die vaker ernstig in de fout zijn gegaan.

Gedrag gevaar voor verkeersveiligheid

Het gaat om personen die door hun gedrag hebben laten zien een groot gevaar voor de verkeersveiligheid te vormen. Ondanks een ontzegging van de rijbevoegdheid komt het helaas voor dat notoire overtreders achter het stuur blijven kruipen en blijven deelnemen aan het gemotoriseerde verkeer. Om dit gedrag een halt toe te roepen introduceert dit wetsvoorstel ook de mogelijkheid om vervangende hechtenis toe te passen in alle gevallen waarin een ontzegging van de rijbevoegdheid wordt geschonden. Hiermee krijgen politie en justitie een extra dwangmiddel om de naleving van de straf af te dwingen. De duur van de vervangende hechtenis kan oplopen tot een maximale periode van zes maanden. Verder kan de rechter straks in aanvulling op de ontzegging van de rijbevoegdheid, het rijbewijs ook ongeldig verklaren. De bestuurder moet dan na afloop van de ontzegging van de rijbevoegdheid opnieuw zijn of haar rijvaardigheid en rijgeschiktheid aantonen om een nieuw rijbewijs te kunnen krijgen. Omdat deze maatregelen in dit wetsvoorstel gekoppeld zijn aan de ontzegging van de rijbevoegdheid, wordt hiermee niet alleen het rijden onder invloed effectiever aangepakt. Deze maatregelen kunnen ook bij alle andere ernstige verkeersovertredingen worden opgelegd, waarvoor nu al een ontzegging van de rijbevoegdheid kan worden opgelegd.