Al vanaf 2026 extra geld voor sociale advocatuur

Ook in 2026 wordt extra geld geïnvesteerd in de sociale advocatuur. Eerder werd bij de Voorjaarsnota al bekend dat vanaf 1 januari 2027 jaarlijks € 30 miljoen extra beschikbaar komt voor de sociale advocatuur. Voor 2026 wordt hiervoor geld vrijgemaakt uit het bestaande budget voor rechtsbijstand. Met dit geld worden de puntentaantallen die sociaal advocaten voor zaken krijgen aangepast. En de toeslagen, het basistarief per punt en de reiskostenvergoeding voor mediators verhoogd.

Deze verhoging van de tarieven moet zo vroeg mogelijk in 2026 doorgevoerd worden, zodra de hiervoor benodigde Algemene Maatregel van Bestuur van kracht wordt. Deze maatregelen geven opvolging aan een groot deel van de aanbevelingen van de commissie-Van der Meer II. Dit schrijft staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken in een brief aan de Tweede Kamer.

Iedereen heeft recht op rechtbijstand

Staatssecretaris Struycken: “In een democratische rechtsstaat heeft iedereen recht op rechtsbijstand. De sociale advocatuur biedt deze rechtsbijstand aan wie zelf geen rechtsbijstand kan betalen, maar wel in de knel dreigt te komen door een juridisch probleem. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de overheid en de commerciële advocatuur om de sociale advocatuur toekomstbestendig te maken. Daarom investeert het kabinet jaarlijks € 30 miljoen extra én zetten we andere maatregelen in zodat er ook in de toekomst voldoende en kwalitatief hoogwaardige sociale advocaten beschikbaar zijn. Zo houden we het fundament van de toegang tot recht onder onze rechtsstaat overeind.”

Toekomstbestendige sociale advocatuur

De beroepsgroep van sociaal advocaten kampt met een hoge uitstroom en een te lage instroom van nieuwe sociaal advocaten. Redenen hiervoor zijn onder andere vergrijzing, onbekendheid onder rechtenstudenten, een negatief imago en ook de vergoedingen. Daardoor daalt het aanbod aan sociaal advocaten. De daling wordt aangepakt door het vanaf 2026 op orde brengen van de vergoedingen, kortetermijnmaatregelen en de uitwerking van een visie als basis voor langetermijnmaatregelen. Zo moet de toekomstbestendigheid van de sociale advocatuur gewaarborgd worden.

Pilot

Op de korte termijn stelt de staatssecretaris naast de extra investeringen een aantal aanvullende maatregelen voor. Zo wordt er een pilot opgezet waarin startende advocaten een voorschot kunnen ontvangen als zij nog niet eerder een zaak als sociaal advocaat betaald kregen. Ook wordt de bestaande subsidie voor de beroepsopleiding van sociaal advocaten verlengd met circa € 2,5 miljoen. Met deze subsidie kunnen 175 nieuwe sociaal advocaten worden opgeleid. De subsidie is beschikbaar tot het bedrag op is.

Beroepsopleiding gefinancierd

Met eerdere edities van de subsidie werd de beroepsopleiding betaald van circa 525 sociaal advocaten. Om het beroep van sociaal advocaat meer en positiever onder de aandacht te brengen wordt vanuit de overheid een campagne met ambassadeurs en boegbeelden gestart.

Gesubsidieerde rechtsbijstand

In bredere context wordt op korte termijn een bijeenkomst georganiseerd met de commerciële advocatuur over de gesubsidieerde rechtsbijstand. En de bijdrage die vanuit de commerciële advocatuur daaraan zou kunnen worden geleverd door de zaken op te pakken waarvoor nu onvoldoende sociaal advocaten beschikbaar zijn.

Onderzoek

Er wordt tot slot nader onderzoek door de Nederlandse Orde van Advocaten gedaan naar een garantstelling voor stagiair-ondernemers en het Kenniscentrum Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand doet onderzoek naar het aanbod van sociaal advocaten per regio en rechtsgebied.

Gezamenlijke visie

Naast het extra geld voor de vergoedingen en de maatregelen voor de korte termijn wordt samen met de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad voor Rechtsbijstand en de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland een visie op de toekomst van de sociale advocatuur uitgewerkt. Aan de hand van deze visie kunnen langetermijnmaatregelen vormgegeven worden.

Vier pijlers

Op dit moment heeft het visietraject 4 pijlers voor de toekomstige visie opgeleverd, waarbij een redelijke vergoeding een belangrijke randvoorwaarde is. Deze pijlers zijn:

  • alternatieve bedrijfsstructuren;
  • imago;
  • onderwijs;
  • doelmatige bedrijfsvoering.

Deze pijlers worden aan een breed netwerk van betrokkenen voorgelegd, waaronder sociaal advocaten, rechtenstudenten, rechtsbijstandsverzekeraars en vertegenwoordigers van de rechtspraak. Het streven is dat de visie in het 3e kwartaal van dit jaar af is.


Minister Uitermark presenteert agenda voor goed bestuur

De samenleving staat voor grote opgaven, die veel mensen raken. Dat vraagt iets van het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen én de mensen die daar werken. Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) presenteert daarom een actieagenda die moet zorgen voor een meer dienstbare, slagvaardige, herkenbare en democratische overheid.

Judith Uitermark: “Goed bestuur betekent onder meer een overheid die luistert naar mensen, doet wat ze belooft, prestaties levert, en meer ruimte en vertrouwen geeft aan burgers, professionals en ondernemers. Die de leefwereld van mensen als vertrekpunt van denken en handelen neemt. Dat vraagt in alle lagen van de overheid om een werkwijze die mensen centraal stelt en om goede samenwerking en besluitvorming.”

Beter openbaar bestuur

Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen, werken al enige tijd samen aan beter openbaar bestuur. Diverse opgaven vragen echter om blijvende inzet en aandacht. Denk aan het zorgen voor een goede balans tussen ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht van gemeenten. Met extra geld in de Voorjaarsnota is daar voor de komende jaren een oplossing gevonden, het is nu aan Rijk en gemeenten samen om na te denken over de periode daarna. Ook blijft er aandacht nodig voor de rol van de regio, en het gesprek over welke taak waar hoort. Daarbij moet er voldoende beleidsvrijheid voor gemeenten blijven. Dit alles heeft ook gevolgen voor de politiek en democratie; meer taken kunnen leiden tot hogere werkdruk van raadsleden en wethouders. En inwoners hebben minder zicht op waar ze eigenlijk voor stemmen.

Acties voor een dienstbare, slagvaardige, herkenbare en democratische overheid

De minister kondigt diverse acties aan om te werken aan deze opgaven. Allereerst op het gebied van ‘Een dienstbare overheid’, die luistert naar inwoners. Inzet is bijvoorbeeld het beter benutten van signalen van mensen bij het maken van beleid. Ook wordt gewerkt aan de bereikbaarheid en toegankelijkheid van overheidsbrede dienstverlening. Onder andere door het inrichten van overheidsbrede loketten waar mensen hun zaken kunnen regelen. Inmiddels zijn er op 28 locaties dit soort loketten ingericht.

Slagvaardige overheid

Bij het werken aan ‘Een slagvaardige overheid’, ligt de focus op de uitvoerbaarheid van beleid. Voorwaarde daarbij is goede interbestuurlijke samenwerking, zodat medeoverheden op tijd worden betrokken bij het maken van beleid. Hiervoor is onder meer het Overhedenoverleg geïntensiveerd. Verder krijgt de uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden een grotere rol. Uiteraard is hierbij ook aandacht voor beschikbare financiën.

Herkenbare overheid

Als 3e wordt ingezet op ‘Een herkenbare overheid’, waarbij het erom gaat dat taken door de juiste overheidslaag worden opgepakt. Hierbij komt specifieke aandacht voor de rol van de regio, die steeds meer taken oppakt terwijl deze verder van de burger en democratische besluitvorming afstaat. De minister werkt daarom aan een nieuw beleidskader decentraal bestuur en een visie op regionale samenwerking.

Democratische overheid

Tot slot zet de minister in op een sterkere ‘democratische overheid’, met volksvertegenwoordigers die hun werk goed kunnen doen. Inzet gaat onder meer over het verminderen van hun werkdruk, aantrekkelijkheid van het ambt en goede ondersteuning van rekenkamers en griffies.


Nieuwe agenda zorgt voor meer recht doen aan slachtoffers

Meer recht doen aan slachtoffers van strafbare feiten door een betere uitvoering van bestaande slachtofferrechten én versterking daarvan. Dat is het doel van de meerjarenagenda slachtofferbeleid die staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

“Slachtoffers verdienen erkenning en ondersteuning bij het te boven komen van de gevolgen van een strafbaar feit”, aldus Struycken. Met de meerjarenagenda zet de staatssecretaris de beleidskoers uit tot en met 2028. Leidend daarbij is dat slachtoffers goed geïnformeerd zijn over hun rechten, zodat zij zelf kunnen beslissen welke rechten zij willen uitoefenen.

Meer privacy en automatisch vonnis

De 1e maatregelen voor slachtoffers gaan al per 1 juli in. Zo worden vanaf die datum de persoonsgegevens van slachtoffers alleen nog in het strafdossier opgenomen wanneer de rechter deze informatie nodig heeft voor een beslissing. Ook hoeven slachtoffers die zich als benadeelde partij in het strafproces hebben gevoegd vanaf die datum niet meer zelf om het vonnis te vragen, maar krijgen zij dit automatisch toegestuurd.

Hulppunt voor slachtoffers

Voor slachtoffers van onveiligheid en dwingende controle in gesloten groeperingen opent expertisecentrum Fier op 1 juli een hulppunt. Zeer gesloten groepen zoals sektes brengen door hun hiërarchie en geslotenheid een verhoogd risico op systematisch misbruik met zich mee, waardoor het delen van ervaringen en zoeken naar hulp vaak moeilijk is.

Meer maatregelen dit jaar

Voor slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven wordt landelijk ingevoerd dat slachtofferadvocaten desgewenst actief contact opnemen na het 1e politiecontact. Slachtoffers hoeven dus niet zelf op zoek naar een advocaat.

Schadefonds

Slachtoffers van stelselmatig psychisch geweld komen dit jaar in aanmerking voor een tegemoetkoming van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties wordt vanaf het 3e kwartaal een nieuwe werkwijze getest in 2 regio’s waarbij het niet uitmaakt waar zij zich melden: er is 1 entree en 1 vast aanspreekpunt.

Affectieschade

Eind dit jaar gaat een wetsvoorstel in consultatie waardoor broers en zussen van slachtoffers in aanmerking komen voor affectieschade.

Verdere plannen

In 2026 wordt een bijzondere leerstoel slachtofferrechten ingesteld om het slachtofferbewustzijn bij professionals in de strafrechtketen te vergroten. Bij gratiebeslissingen gaan vanaf 2027 standaard de belangen van slachtoffers meegewogen worden. Slachtoffers kunnen dan hun wensen kenbaar maken over bijvoorbeeld een contactverbod.

Voorschotregeling

Ook wordt de voorschotregeling, waarbij de staat uitkeert als een dader niet betaalt, uitgebreid naar meer geweldsdelicten.


Ministerraad stemt in met wetsvoorstel om verheerlijken van terrorisme strafbaar te stellen

Terrorisme vormt een ernstige bedreiging voor de democratische rechtsstaat en de veiligheid van de Nederlandse samenleving. Terroristische groeperingen proberen niet alleen door gebruik van geweld hun ideologie op te leggen en onze samenleving te ontwrichten. Zij verspreiden ook – online – intolerante en gewelddadige boodschappen om meer aanhangers van het terroristisch gedachtengoed te krijgen, die daardoor geïnspireerd raken en op hun beurt ook weer zulke boodschappen verspreiden. Daarom heeft de ministerraad ingestemd met het in consultatie geven van een wetsvoorstel dat tot doel heeft het verheerlijken van terrorisme en het in het openbaar betuigen van steun aan terroristische organisaties strafbaar te stellen. Met dit voorstel wil de minister van Justitie en Veiligheid paal en perk stellen aan het openlijk verheerlijken van terroristisch geweld en het publiekelijk steunen van terroristische organisaties.

Terroristische en gewelddadige boodschappen

Minister Van Weel van Justitie en Veiligheid: “Terroristische en gewelddadige boodschappen verspreiden zich, zeker via sociale media, razendsnel over de hele wereld. Terroristische groeperingen proberen zo anderen mee te trekken in een gevaarlijke ideologie. De verspreiding van deze boodschappen, bijvoorbeeld door het zwaaien met vlaggen van verboden terroristische organisaties, kan eraan bijdragen dat anderen ideologisch rijp worden gemaakt voor het ondersteunen of uiteindelijk deelnemen aan terroristische misdrijven. Daarom stellen we nu voor om het verheerlijken van terrorisme en het openlijk steunen van terroristische organisaties strafbaar te maken, met een stevig bijpassend strafmaximum. We stellen een norm en beschermen zo onze samenleving en democratische rechtsstaat.”

Nieuwe strafbaarstellingen

Het wetsvoorstel voorziet in 3 nieuwe strafbaarstellingen. Allereerst wordt het strafbaar om in het openbaar, bijvoorbeeld via een toespraak, tekst of afbeelding, een gepleegd terroristisch misdrijf te roemen of te loven waarvoor een levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd, zoals een terroristische aanslag waarbij doden en gewonden zijn gevallen. Dit zogenoemde verheerlijken van terrorisme kan worden bestraft met een gevangenisstraf van maximaal 3 jaar of een hoge geldboete. Ook het verspreiden van materiaal waarin terroristisch geweld wordt verheerlijkt, zoals een video van een aanslag met daarbij lovende commentaren, wordt strafbaar gesteld. Voor dit delict kan een gevangenisstraf van maximaal 2 jaar of een geldboete worden opgelegd.

Voorkomen dat de samenleving wordt ondermijnd door terroristische invloeden

Daarnaast wordt het in het openbaar betuigen van steun aan verboden terroristische organisaties strafbaar gesteld. Hiervan kan sprake zijn als iemand in het openbaar zwaait met vlaggen van verboden terroristische organisaties, of kleding draagt met bepaalde symbolen of logo’s van een verboden terroristische organisatie. Ook het uitspreken van steun in de (sociale) media wordt strafbaar. Ook voor deze gedraging geldt een strafmaximum van 3 jaar gevangenisstraf of een geldboete. Met deze maatregelen wil de overheid voorkomen dat terroristische boodschappen genormaliseerd worden en dat de samenleving verder wordt ondermijnd door terroristische invloeden.


Kabinet presenteert gecoördineerde aanpak tegen corruptie

Nederland mag niet naïef zijn in de aanpak van corruptie, criminele organisaties kunnen namelijk niet functioneren zonder corruptie. Door mensen onder druk te zetten of om te kopen, krijgen zij toegang tot waardevolle informatie en kunnen zij processen beïnvloeden en naar hun hand zetten. Daarom presenteren de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een rijksbrede aanpak van corruptie, zoals aangekondigd in het regeerprogramma, die voortbouwt op de initiatieven die al lopen en bewezen resultaten opleveren. Dit betekent dat overheden, uitvoeringsorganisaties en bedrijven in kwetsbare sectoren, zoals de transport- en logistiek sector, hun kwetsbare bedrijfsprocessen en kwetsbare functies in kaart brengen en daarmee aan de slag gaan. Het kabinet zet zich in om corruptie te voorkomen, bij de overheid en het bedrijfsleven en van groot tot klein.

Hulp van binnenuit

Minister Van Weel van Justitie en Veiligheid: ‘Het is criminelen vaak te doen om informatie, data, toegang tot een markt, of een mogelijkheid om geld wit te wassen. Daar hebben ze hulp van binnenuit bij nodig. Dus rekruteren ze medewerkers en dat gaat niet zachtzinnig. Iedereen binnen een bedrijf of een organisatie heeft daartegen bescherming nodig. Van de gemeenteambtenaar die paspoorten verstrekt tot en met de havenmedewerker die containers in de havens controleert of het transportbedrijf dat goederen exporteert. Met deze aanpak zetten we criminelen buitenspel en pakken we corruptie en ondermijning hard aan.’

Weerbaarheid en integriteit versterken

Minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: ‘Het tegengaan van corruptie is een belangrijke pijler om de weerbaarheid en integriteit van het openbaar bestuur te versterken. Voor vertrouwen in onze overheid is het van het grootste belang om onze ambtenaren en bestuurders te beschermen tegen de invloed van criminelen. Deze anti-corruptieaanpak moet bijdragen aan een veiligere werkomgeving, maar daarmee ook aan een veiligere samenleving.” 

Steeds lastiger om corruptiemisdrijven te plegen

In de aanpak staat bijvoorbeeld omschreven dat processen zo moeten worden ingericht dat het steeds lastiger wordt om ‘een klusje voor een crimineel te doen’, je niet-integer te gedragen of corruptiemisdrijven te plegen. Om drugscriminelen af te schrikken om medewerkers in te schakelen voor misbruik van bloementransporten voor drugssmokkel, is er op de bloemenveiling op onvoorspelbare momenten een drugshond aanwezig. Niet alleen helpen de honden bij het vinden van drugs, ook geeft deze werkwijze medewerkers een stevigere positie wanneer zij door criminelen benaderd worden. Daarnaast wordt er bijvoorbeeld ook gewerkt aan een strikter autorisatiebeheer van ICT-systemen, wat de toegang tot een systeem en daarmee risico’s voor het lekken van informatie aan criminelen flink beperkt.

Grootste corruptierisico’s

Het WODC onderzoekt waar voor Nederland de grootste corruptierisico’s zitten en in hoeverre de huidige praktijk daarop is toegesneden. De uitkomst volgt naar verwachting begin volgend jaar. Ondertussen gaat het kabinet direct aan de slag met enkele specifieke processen en sectoren waarvan de belangen voor de nationale veiligheid en economie zó groot zijn dat we deze voortvarend moeten oppakken. Dit geldt in ieder geval voor de bedrijfsvoering van het Rijk, het uitgifteproces van reis- en identiteitsdocumenten, de weerbaarheid van ambtenaren bij decentrale overheden en de transport- en logistieksector.

EU anti-corruptie richtlijn

Naast stevige preventieve maatregelen investeert het kabinet structureel in de Rijksrecherche, FIOD, Openbaar Ministerie en de Rechtspraak om corruptie en criminele inmenging op te sporen en te bestraffen. Ook werkt Nederland met andere EU-lidstaten aan een EU anti-corruptie richtlijn. Deze bevat diverse (nieuwe) strafbaarstellingen, trekt de minimale maximumstraffen en verjaringstermijnen voor corruptie binnen de EU gelijk en bevat preventieve voorschriften, zoals periodieke nationale risicoanalyses en anti corruptie trainingen voor alle ambtenaren en aan de overheid gelieerde organisaties.


Minister Van Hijum tekent convenant met koepelorganisaties voor betere hulp aan arbeidsmigranten

Om arbeidsmigranten beter te ondersteunen in wonen, werken en leven tekenen 12 koepelorganisaties vandaag in Veghel een landelijk convenant met minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het convenant is onderdeel van de alliantie “Work in NL” en de ondertekening is het startsein voor samenwerking tussen bedrijven, gemeenten en brancheorganisaties. Daarmee realiseren deze partijen betere hulp en ondersteuning voor EU-arbeidsmigranten.

Positieve boost

Minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: “In een beschaafd land als Nederland moeten we arbeidsmigranten beter ondersteunen. Steeds meer bedrijven zoeken naar manieren om het beter te doen voor arbeidsmigranten. Dit convenant geeft een positieve boost. Juist door regionaal samen te werken, kunnen bedrijven, gemeenten en andere partijen arbeidsmigranten echt ondersteunen.”

Afspraken maken

Per regio worden er afspraken gemaakt met bedrijven, gemeenten en andere organisaties over welke hulp er geboden wordt. Dit kunnen afspraken zijn over betere registratie, het leren van de Nederlandse taal en het aanbieden van slaapplaatsen voor arbeidsmigranten die dreigen dakloos te raken. Zo start bijvoorbeeld de gemeente Meierijstad samen met werkgevers een pilot om hun internationale medewerkers te registreren in de Basisregistratie Personen. Die inschrijving gebeurt onder andere op plaatsen waar arbeidsmigranten werken. Ook gebeurt dit in de eigen taal van de werknemers, zoals het Roemeens, Bulgaars en Pools. De bedoeling is deze pilot uit te breiden naar de andere gemeenten en werkgevers in de regio Noordoost-Brabant.

Speciale hulppunten

De alliantie is onderdeel van het project “Work in NL”. In dat project wordt betere informatie, hulp en ondersteuning aan arbeidsmigranten gerealiseerd. In 11 van de 35 arbeidsregio’s zijn er nu al speciale hulppunten voor arbeidsmigranten. In de overige 24 regio’s worden deze punten komende maanden opgericht. Alle samenwerkingsverbanden die nu starten gaan een positieve bijdrage leveren aan deze punten.

Belangrijke stap

Organisaties die het convenant ondertekenen zijn ABU, COV, FME, Glastuinbouw Nederland, GroentenFruit Huis, LTO Nederland, MKB-Nederland, NBBU, NEPLUVI, Vereniging Huisvesters Arbeidsmigranten, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, VNO-NCW. Minister Van Hijum is blij dat deze organisaties het convenant ondertekenen omdat dit een belangrijke stap is naar goede werk-, woon- en leefomstandigheden van EU-arbeidsmigranten.


Nieuwe overheidscampagne ‘Blijf jezelf, tel even tot 11’ van start tegen verbale agressie in zorg en welzijn

Verbale agressie in zorg en welzijn heeft volgens medewerkers uit de sector niet alleen invloed op henzelf, maar kan ook de zorg raken die anderen ontvangen. Hoewel de meeste contactmomenten zonder verbale agressie verlopen, laat nieuw onderzoek zien dat zelfs een beperkt aantal incidenten serieuze impact kan hebben. Zo zegt een ruime meerderheid van de zorg- en hulpverleners en welzijnsmedewerkers dat de kwaliteit van zorg eronder lijdt, en dat andere patiënten of cliënten hierdoor soms langer moeten wachten of minder aandacht krijgen. Ook geven veel zorgverleners aan dat zij na een incident van slag raken. Dat blijkt uit onderzoek van Motivaction in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Om dit probleem aan te pakken en de brede impact van verbale agressie zichtbaar te maken, start vandaag de landelijke campagne ‘Blijf jezelf, tel even tot 11’.

Belangrijkste resultaten uit het Motivaction-onderzoek:

  • Volgens 65% van de zorg- en hulpverleners lijdt de kwaliteit van de zorg onder verbale agressie van patiënten, cliënten of hun naasten
  • 73% ervaart dat andere patiënten of cliënten hierdoor soms langer moeten wachten
  • De helft (51%) van de zorg- en hulpverleners heeft de afgelopen 12 maanden te maken gehad met verbale agressie, 14% zelfs 1 of meerdere keren per week.

Eén incident raakt veel mensen

Volgens het ministerie van VWS is de campagne nodig omdat zelfs één voorval van verbale agressie grote impact kan hebben – zowel voor zorg- en hulpverleners als voor de mensen die zij helpen. Emoties zoals verdriet, onbegrip en machteloosheid zijn begrijpelijk en horen bij de sector zorg en welzijn. Maar agressie, in welke vorm dan ook, is nooit normaal. In een tijd waarin de druk op de sector groot is, benadrukt de campagne hoe belangrijk het is dat we zuinig zijn op zorg- en hulpverleners, zodat zij hun werk met aandacht en plezier kunnen blijven doen.

Verbale agressie

De meeste contactmomenten tussen zorgverleners en patiënten of cliënten verlopen zonder agressie. Maar als er toch sprake is van verbale agressie, kan dat voor de betrokken zorg- of hulpverlener mentaal belastend zijn. Een deel van hen geeft in het onderzoek aan na een voorval last te hebben van gevoelens van angst, slapeloosheid of stress.

Impact kan groot zijn

Prof.dr. Marie Rosenkrantz Lindegaard, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en expert op het gebied van conflict en geweld, legt uit waarom die impact groot kan zijn: Verbale agressie tegen zorgverleners gaat niet alleen om schelden of schreeuwen, maar ook om intimiderend gedrag, valse beschuldigingen of het herhaaldelijk in twijfel trekken van je werk. Zorgverleners doen hun werk met aandacht, betrokkenheid en vaak onder hoge druk. Als je dan toch te maken krijgt met verbale agressie, dan is dat erg ingrijpend. Je voelt je dan minder veilig, gaat twijfelen aan jezelf of ziet op tegen het volgende gesprek.

Gevolgen

De gevolgen blijven vaak niet beperkt tot de professional zelf. 61% van de zorg- en hulpverleners geeft aan dat andere patiënten of cliënten hierdoor soms minder aandacht krijgen. Ruim een derde (38%) meldt dat dit zelfs kan leiden tot het afzeggen of uitstellen van een andere afspraak.

Campagne ‘Blijf jezelf, tel even tot 11’

Vandaag, op 18 juni 2025, start de landelijke bewustwordingscampagne ‘Blijf jezelf, tel even tot 11’ van het ministerie van VWS. De campagne roept op om zuinig te zijn op onze zorg- en hulpverleners en stelt een duidelijke maatschappelijke norm: agressie hoort niet thuis in de sector zorg en welzijn. Wie zich bewust is van zijn emoties, kan kiezen om even afstand te nemen – bijvoorbeeld door tot 11 te tellen – en zo de spanning te doorbreken en de controle te behouden. De campagne is te zien en te beluisteren op landelijke radio, in podcasts en via online media.


NCTV: toenemende online radicalisering van jongeren

De snelle online radicalisering van jongeren is een gevaar voor de nationale veiligheid. Dat schrijft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in het halfjaarlijkse Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland. De kans op een terroristische aanslag in Nederland is reëel, daarom blijft het dreigingsniveau op 4 (substantieel).

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Pieter-Jaap Aalbersberg: ”De snelheid waarmee tieners en jongvolwassenen in zowel jihadistische als rechts-terroristische milieus online radicaliseren, geeft reden tot zorg. Jongeren kunnen op den duur overgaan tot een terroristische geweldsdaad. Daarom is de aanpak van online radicalisering cruciaal, evenals het online modereren van terroristische en extremistische inhoud door sociale mediaplatformen.”

Online jihadistische netwerken

Het jihadisme is de grootste terroristische dreiging voor Europa. Net als in de tweede helft van 2024 waren er de afgelopen maanden tientallen aanslagen en verstoorde aanslagplannen in Europa. Veel daders van deze aanslagen handelen alleen, al zijn ze geïnspireerd door de terroristische organisatie Islamitische Staat (ISIS). De aanslagen vonden vaak op een eenvoudige manier plaats door een mesaanval of door het inrijden op een menigte met veel slachtoffers als gevolg. De aanslagen zijn vooral gericht op Joodse of Israëlische doelwitten of op personen die worden beschuldigd van de ontheiliging van de islam.

De dreiging van oudere fysieke jihadistische netwerken neemt af. Daartegenover staat een nieuwe generatie jihadisten die onderdeel zijn van online groepen, waar zij in contact komen met gelijkgestemden. Deze onlinenetwerken bestaan voor het overgrote deel uit tieners en jongvolwassenen die jihadistische content maken, bewerken en verspreiden. Er bestaat het risico dat personen of een groep geïnspireerd door deze online propaganda overgaat tot een geweldsdaad in Nederland. Het aantal minderjarigen dat in Nederland is gearresteerd in verband met terrorisme is de laatste jaren ook gestegen.

Rechts-terroristische dreiging

Net als bij jihadistische jongeren ziet de NCTV een snelle online radicalisering van jongeren in rechts-terroristische online netwerken. Het gaat óók bij deze groep veelal om jongeren die op zoek zijn naar hun identiteit en betekenis willen geven aan hun leven. Vaak gecombineerd met psychiatrische of psychosociale problemen.

Online komen deze jongeren makkelijk terecht in rechts-extremistische groepen en chats. In deze online groepen kan radicalisering snel plaatsvinden omdat extremistische taal wordt aangemoedigd en geliked. Deze jongeren komen sporadisch fysiek samen en zijn online lid van meerdere chatgroepen, waarbij er geregeld nieuwe groepen ontstaan. Dit maakt het lastig om de omvang van deze netwerken te bepalen. Door het gebruik van sociale media en participatie in online netwerken of groepen komen zij in aanraking met gewelddadige en terroristisch inhoud. Er is een reële kans dat personen binnen deze groepen in hoog tempo radicaliseren en uiteindelijk zullen overgaan tot terroristisch geweld. 

Invloed Russische statelijke dreiging op extremisme en terrorisme

Er is sprake van een toenemende statelijke dreiging vanuit Rusland. In het themahoofdstuk wordt ingegaan op de gevolgen van de Russische dreiging op extremisme en terrorisme in Nederland. Russische desinformatie vindt in Nederland weerklank bij anti-institutioneel- en rechts-extremisten. Interacties tussen de Russische overheid of aanverwante personen en westerse anti-institutioneel- en rechts-extremisten zijn onderdeel van die dreiging, maar komen in ons land minder vaak voor dan in andere westerse landen. Vooralsnog is de impact van die interacties op de extremistische en terroristische dreiging in Nederland beperkt.


Minister Van Weel blijft volop inzetten op doorbreken criminele verdienmodellen

Zware criminelen worden altijd gedreven door een zucht naar geld en macht. Niet alleen om in luxe te kunnen leven, ze hebben het geld ook nodig om hun criminele bedrijf in stand te houden. Geld is nodig om nieuwe drugs en wapens te kopen en om handlangers in te zetten. Daarom blijft minister van Weel van Justitie en Veiligheid vol inzetten op het doorbreken van criminele verdienmodellen. Ook vindt hij het belangrijk om de integriteit van Nederland te beschermen en te voorkomen dat criminelen met hun vermogen meer macht krijgen.

Afpakken van vermogen

Minister van Weel: “Het afpakken van vermogen is een belangrijk middel om criminele verdienmodellen te doorbreken, maar lang niet het enige. We moeten met een samenhangende en flexibele aanpakcriminelen het zeer moeilijk zo niet onmogelijk maken om geld te verdienen, te verplaatsen en te gebruiken.”

Meer beslag leggen

De afgelopen jaren zijn de doelstellingen van het Openbaar Ministerie (OM) om beslag te leggen op vermogen ruimschoots gehaald. De komende jaren wil het OM meer beslag leggen op vermogen. Daar wordt de samenwerking opgezocht met landen die hierbij een rol spelen. Ook FIOD en de Politie zetten in op het achterhalen van crimineel vermogen in het buitenland. Binnenkort kan de minister door nieuwe Europese regels illegaal verdiend vermogen afpakken zonder voorafgaande veroordeling. En dat is hard nodig, gezien ook het recente voorbeeld van de vordering van het OM op Jos Leijdekkers van € 221 miljoen.

Ondergrondse bankiersystemen

De minister heeft de samenwerking met verschillende organisaties geïntensiveerd om nog meer barrières op te werpen tegen het witwassen van illegaal verdiend geld. Zo kan snel worden ingespeeld op nieuwe tactieken van criminelen. Eén van de belangrijkste witwasrisico’s zijn ondergrondse bankiersystemen. Uit ontsleutelde cryptocommunicatie blijkt dat criminelen op grote schaal crimineel vermogen verplaatsen binnen een financieel ondergronds stelsel door bijvoorbeeld cash- en cryptotransacties. Dit fenomeen heeft de aandacht van de opsporingsdiensten en wordt ook structureel internationaal geagendeerd.

Cashverbod voor goederen boven € 3000

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een cashverbod voor goederen boven de € 3000. Contante betalingen zijn een bekende route waarmee criminelen geld witwassen, bijvoorbeeld door dure horloges of kleding aan te schaffen. Dat maken de minister van Financiën en de minister van Justitie en Veiligheid met deze wet moeilijker. Verder zetten zij in op een meer risicogebaseerd anti-witwasbeleid. De lasten voor het witwasbeleid komen hierdoor te liggen bij de criminelen terwijl goedwillende mensen en bonafide ondernemers minder lasten ervaren.

Nederland weerbaar maken

Met de partners in de ondermijningsaanpak zijn belangrijke stappen gezet om Nederland weerbaarder te maken tegen georganiseerde criminaliteit. Zo is het sinds maart 2025 mogelijk om havenwerknemers bij een VOG-aanvraag te screenen op eerdere betrokkenheid bij georganiseerde (drugs)criminaliteit. Hierdoor kunnen personen met een criminele achtergrond worden geweerd uit een havengebied. Om de weerbaarheid van ondernemers te vergroten zijn in meerdere sectoren, waaronder de agrarische sector en vastgoedbranche, vertrouwenspersonen actief. Ondernemers kunnen zo op een laagdrempelige manier zorgen over verdachte situaties bespreekbaar maken. De campagne ‘Houd misdaad uit je buurt’ blijkt een positief effect te hebben op het signaleren van verdachte situaties en ondernemen van actie.  In het totaal aantal meldingen was er in de campagneperiode sprake van een stijging van 29% ten opzichte van een jaar eerder in dezelfde periode. Na de zomer van 2025 komt een vervolg op de eerste campagne ‘Vreemd of verdacht’.

Unieke positie Nederland

Minister van Weel: “Nederland heeft als handelsland internationaal een unieke positie als knooppunt in logistiek, transport, financiële dienstverlening en digitale infrastructuur. Die unieke positie maakt ons land ook interessant voor criminelen. Georganiseerde criminaliteit houdt zich niet aan grenzen. Door samen te werken met landen om ons heen maken we zowel lokaal, nationaal als internationaal een vuist tegen ondermijning door georganiseerde criminaliteit.”

Europese veiligheidsstrategie

Nederland speelt bijvoorbeeld een sturende rol in de coalitie van zeven landen tegen georganiseerde criminaliteit (C7). De inspanningen van de coalitie zijn onder andere richtinggevend geweest voor de Europese veiligheidsstrategie, die de Commissie op 1 april 2025 heeft gepresenteerd.


Stand van de Uitvoering sociale zekerheid naar de Kamer

Wet- en regelgeving op het gebied van sociale zekerheid moet eenvoudiger worden. Het stelsel moet voor mensen makkelijker te begrijpen zijn en de druk op uitvoeringsinstanties moet omlaag. Dat schrijven minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en staatssecretaris Jurgen Nobel (staatssecretaris Participatie en Integratie) in de Stand van de Uitvoering die vandaag aan de Tweede Kamer is gestuurd.

Stand van de uitvoering en knelpuntenbrieven

Met de Stand van de Uitvoering wordt de Kamer iedere zes maanden geïnformeerd over de ontwikkelingen in de uitvoering van sociale zekerheid. Ook maken uitvoeringsorganisaties UWV, SVB en LCR elk jaar in hun zogeheten knelpuntenbrieven zichtbaar wat hun ambities zijn en wanneer wetten en regels de mensen voor wie ze bedoeld zijn niet meer helpen, bijvoorbeeld omdat ze te ingewikkeld zijn.

UWV

Het UWV is samen met het ministerie hard aan de slag de fouten in de WIA-uitkering te herstellen, de processen aan te passen en op korte termijn de oplopende achterstanden bij WIA-beoordelingen te beperken, onder meer door het herinvoeren van de 60-plusmaatregel. De Stand van de uitvoering bevat ook een actueel overzicht van lopende en nieuwe herstelacties naar aanleiding van fouten in de uitvoering. In de Stand worden aan de Kamer vijf nieuwe herstelacties bij het UWV gemeld.

Inkomstenkorting Ziektewet en Wazo

Een fout die UWV recent heeft ontdekt gaat over de Ziektewetuitkeringen (ZW-uitkeringen) en Wet arbeid en zorg-uitkeringen (Wazo-uitkeringen). Vanaf 2016 is bij een deel van de Ziektewetuitkeringen (ZW-uitkeringen) de inkomstenkorting niet (volledig) uitgevoerd bij de bepaling van de hoogte van de uitkering. Uitkeringsgerechtigden en werkgevers hebben inkomsten doorgegeven, maar UWV heeft deze inkomsten in een deel van de gevallen niet op de uitkering gekort. In een ander deel heeft UWV deze doorgegeven inkomsten wel gekort op de uitkering, maar heeft er geen definitieve vaststelling van de uitkering plaatsgevonden. Het gevolg kan zijn dat er te veel of te weinig uitkering is verstrekt. De fout heeft betrekking op een in potentie aanzienlijk aantal lopende en gesloten uitkeringen. Daarnaast heeft UWV geconstateerd dat bij ongeveer 3.000 Wazo-uitkeringen ten onrechte inkomsten zijn gekort. Met UWV beziet het ministerie momenteel de gevolgen voor deze uitkeringen en de reikwijdte van een mogelijke herstelactie. Zodra er meer duidelijkheid is wordt de Kamer hierover geïnformeerd.

SVB

De SVB vraagt aandacht voor alle verschillende leefvormen binnen de AOW. Er zijn 21 verschillende manieren waarop mensen kunnen leven volgens de AOW-regels, maar deze sluiten niet goed aan bij hoe mensen echt leven. Het resultaat van een AOW-beoordeling is daardoor vaak niet duidelijk voor mensen. Het uitvoeren van deze beoordelingen is ingewikkeld en kan ook een bezoek aan huis vereisen, wat als ingrijpend wordt ervaren. De SVB wil daarom de AOW-regels verder vereenvoudigen. Het ministerie is samen met de SVB bezig met een verkenning hierover, binnenkort volgt hierover een Kamerbrief.

Vereenvoudiging inkomensondersteuning

Het kabinet wil de bestaanszekerheid van mensen vergroten. Dit kan alleen als het stelsel van inkomensondersteuning goed en effectief werkt. Vereenvoudiging bij de uitvoeringsorganisaties speelt daarbij een belangrijke rol. Zoals de problemen van alleenverdieners om een bestaansminimum te realiseren als gevolg van een complex stelsel, genoemd in de LCR-knelpuntenbrief. Een opgelost knelpunt bij de SVB is de vereenvoudiging van de dubbele kinderbijslag. Per 1 juli 2024 ontvangen ouders van kinderen met een Wlz-indicatie de dubbele kinderbijslag automatisch. Met het UWV werkt het ministerie aan het verlengen van de aanvraagperiode van een WW-uitkering. De oorspronkelijke termijn van één week leidt tot onwenselijke situaties voor zowel mensen als uitvoerders.