Kabinet komt met pakket voor aanpak problematische schulden

Het kabinet presenteert een uitgebreid pakket aan maatregelen om het aantal van 700.000 huishoudens met problematische schulden terug te dringen. Het investeert extra in vroegsignalering, zodat gemeenten snellere en betere hulp kunnen bieden aan mensen met geldzorgen. Ook komt er een integraal schuldenoverzicht en een gratis betalingsherinnering bij verkeersboetes. Met deze en andere maatregelen wil het kabinet voorkomen dat schulden razendsnel kunnen oplopen.

Dat schrijven staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie), verantwoordelijk voor het armoede- en schuldenbeleid, en staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) in reactie op het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Problematische schulden. Het kabinet maakt in totaal € 75 miljoen per jaar vrij voor dit pakket aan maatregelen. De aanbevelingen uit het IBO zijn hierbij gebruikt als uitgangspunt.

Staatssecretaris Nobel: “Als je schulden hebt, moet je je daar weer uit kunnen werken. Zodat je door kan met je leven. De praktijk is nu vaak anders. Door hoge incassokosten en een wirwar aan regelingen en schuldeisers zakken mensen juist dieper weg. Daarom werken we aan een schuldenoverzicht en een pauzeknop. Voorkomen is uiteindelijk beter dan genezen. Dat geldt ook voor kopen op afbetaling. Ook als je geen rooie cent hebt, kan je met een paar klikken de mooiste spullen in huis halen. Dat is vragen om problemen. Willen we schulden echt terugdringen, moeten we het verdienmodel erachter aanpakken.”

Staatssecretaris Struycken: “Mensen moeten beschermd worden tegen uitzichtloze schuldensituaties. Dat kan onder andere door rekening te houden met de persoonlijke situatie. Zo kijken we of gerechtsdeurwaarders meer ruimte kunnen krijgen om hier een eigen afweging te maken. Ook willen we het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) in staat stellen verhogingen bij verkeersboetes kwijt te schelden als de situatie daar om vraagt.”

Snellere en betere hulp bij geldzorgen

Het is belangrijk dat mensen met dreigende schulden eerder in beeld komen, voordat financiële problemen zich opstapelen. Als een gemeente op tijd een signaal krijgt over een betaalachterstand van bijvoorbeeld een zorgverzekeraar, kan budgetcoaching of een schuldregeling worden aangeboden.

Het kabinet maakt de komende jaren € 20 miljoen per jaar extra vrij voor het verbeteren van dit soort vroegsignalering. Dat gebeurt aan de hand van een verbeterplan dat samen met gemeenten, zorgverzekeraars, woningcorporaties en andere partijen wordt opgesteld. Ook investeert het kabinet in de kwaliteit van de schuldhulpverlening door gemeenten.

Integraal schuldenoverzicht

Mensen met problematische schulden hebben vaak te maken met allerlei schuldeisers en raken daardoor het overzicht over hun schulden kwijt. Om hen meer inzicht en grip te bieden, werkt het kabinet toe naar een zo compleet mogelijk schuldenoverzicht. Samen met andere partijen gaat het kabinet bestaande initiatieven beter op elkaar afstemmen om te komen tot 1 schuldenoverzicht.

Ook moeten mensen straks op 1 plek terecht kunnen met vragen of voor een overzicht van openstaande bedragen bij de overheid. Het kabinet wil daarom toe naar 1 loket voor overheidsincasso.

Afbetalingsplan en pauzeknop

Het kabinet kijkt verder naar de haalbaarheid van een collectief afbetalingsplan voor schuldeisers. Hierbij moet oog zijn voor de rechtsbescherming van zowel de schuldeiser als voor de mensen met schulden. Door het afbetalingsplan te combineren met een pauzeknop voor incasso-activiteiten, wordt voorkomen dat incassokosten onnodig oplopen.

Ook wil het kabinet dat mensen niet direct met extra kosten worden geconfronteerd als zij een keer vergeten een verkeersboete op tijd te betalen. Dat betekent dat het CJIB bij verkeersboetes eerst een gratis betalingsherinnering stuurt voordat het aanmaningskosten in rekening brengt. Daarnaast moet het CJIB meer ruimte krijgen om verhogingen bij lichte verkeersovertredingen kwijt te kunnen schelden. En wordt onderzocht hoe een verlaging van aanmaningskosten bij verkeersboetes vorm zou kunnen krijgen.

Strengere eisen ‘koop nu, betaal later’

Tot slot werkt het kabinet verder aan strengere eisen voor ‘koop nu, betaal later’-diensten. Door Europese regels voor uitgesteld betalen door te voeren, moeten aanbieders in de toekomst een vergunning aanvragen. Het kabinet zet het plan voor een wettelijk verplichte leeftijdscheck door.


Nederlanders krijgen het recht om een foutje te maken

Mensen moeten een klein foutje kunnen maken bij het aanvragen van sociale regelingen. Dat vindt minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Nu zijn de regels te streng, waardoor mensen soms hard gestraft worden vanwege een vergissing. Daar wil Van Hijum verandering in brengen via een wetsvoorstel. Bij de handhaving van de regels in de sociale zekerheid moet er meer worden uitgegaan van vertrouwen in mensen en moet er meer ruimte zijn voor maatwerk. Hij schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer.

Recht op vergissen

Met zijn plannen voert minister Van Hijum een voorstel uit dat in het regeerprogramma staat. Namelijk het recht op vergissen: een fout mag er niet meer voor zorgen dat er automatisch een straf volgt. Daarnaast moeten bij terugvorderingen UWV, SVB en gemeenten de ruimte krijgen om zelf te bepalen of ze van een straf af willen zien, bijvoorbeeld als iemand daardoor alleen maar meer in de problemen komt.

Mogelijkheid voor meer maatwerk

De minister wil werk maken van de aanbevelingen die de Parlementaire Enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening (PEFD) doet in hun rapport over handhaving. UWV en SVB krijgen vanaf 1 januari 2025 al de mogelijkheid om meer maatwerk toe te passen bij hun invorderingsbeleid. Door deze maatregel kunnen uitvoeringsorganisaties meer rekening houden met de individuele situatie van iemand met een betalingsschuld.

Balans tussen misbruik tegengaan en menselijke maat

Minister Van Hijum benadrukt dat het gaat om een balans tussen misbruik tegengaan en meer menselijke maat. Net zoals omschreven staat in de aanbevelingen van het rapport van de PEFD: pak echte fraude aan, maar sla niet door. Minister van Hijum: “Een foutje maken is menselijk. Het overkomt ons allemaal wel eens. Als je vertrouwen geeft en begrip hebt voor de situatie waar mensen zich soms in bevinden, dan krijg je als overheid ook vertrouwen terug. Deze maatregelen moeten er voor zorgen dat mensen beter geholpen en gehoord worden. We blijven natuurlijk letten op echte fraude.”

Terugvorderingen

Een andere belangrijke maatregel is dat de minister bij terugvorderingen meer rekening wil houden met fouten van de overheid. Ook gaat de termijn waarin iemand een schuld moet terugbetalen die het gevolg is van een terugvordering, van 10 naar 5 jaar. Dat betekent dat al na 5 jaar de overgebleven schuld kan worden kwijtgescholden.

Preventie

De minister wil verder actiever kijken naar preventie: “Het voorkomen van overtredingen is zinvoller dan streng bestraffen wanneer het misgaat. De meeste mensen willen het juiste doen, maar maken soms een fout”. Door de dienstverlening in de sociale zekerheid meer te richten op preventie kun je vergissingen voorkomen.


Experiment voor snellere hulp aan mensen met financiële zorgen

Het kabinet wil dat mensen met dreigende schulden eerder in beeld komen, voordat financiële problemen zich opstapelen. Daarom wil staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) ruimte bieden aan een proef van de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen. Zij mogen onder voorwaarden informatie over betalingsachterstanden delen met gemeenten. Die kunnen vervolgens sneller hulp bieden aan inwoners met financiële zorgen.

Betalingsachterstand indicatie voor grotere financiële problemen

Een betalingsachterstand bij een overheidsinstantie of andere organisatie kan een indicatie zijn voor grotere financiële problemen. Gemeenten ontvangen daarom al signalen van bijvoorbeeld zorgverzekeraars en energiemaatschappijen. Uit deze proef moet blijken of gegevens van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen helpen bij het eerder in beeld krijgen van dreigende problematische schulden.

Aantal mensen met schulden terugdringen

Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie): “Dit kabinet wil het aantal mensen met schulden terugdringen. Daarbij geldt: voorkomen is beter dan genezen. We willen mensen met dreigende schulden zo snel mogelijk hulp bieden, zodat ze niet verder in de problemen raken. Dit experiment is daarin een belangrijke stap.”

Eerder hulp bij geldzorgen

Aan de proef doen de komende jaren acht grote en middelgrote gemeenten mee. Zij kunnen een signaal krijgen van de Belastingdienst of Dienst Toeslagen dat mensen langere tijd met een betalingsachterstand kampen. Dat gebeurt pas nadat deze mensen de betalingsherinnering en aanmaning hebben gemist en er telefonisch contact is gezocht.

Privacy

De gemeenten die meedoen, zullen jaarlijks 6.000 mensen met zo’n betalingsachterstand een hulpaanbod doen. Met het oog op de privacy informeren de Belastingdienst en Dienst Toeslagen de mensen van wie ze gegevens willen delen daarover per brief. Gemeenten kunnen vervolgens via zogenaamde vroegsignalering deze inwoners helpen met hun geldzorgen.


Kortgestrafte zelfmelders weer opgeroepen

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gaat begin volgend jaar kortgestrafte zelfmelders oproepen die vanwege capaciteitsproblemen niet konden worden geplaatst in de gevangenis. Dat schrijft staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer.

Versoberd dagprogramma

Op het terrein van PI Veenhuizen, locatie Groot Bankenbosch, zijn vanaf het eerste kwartaal 2025 40 plekken beschikbaar om kortgestrafte zelfmelders te plaatsen. Voor deze plekken geldt een versoberd dagprogramma, waardoor minder personeel nodig is. De wet schrijft voor dat alleen zelfmelders met een straf tot 2 weken hier geplaatst mogen worden.

Uitgangspunt is dat opgelegde straffen worden uitgevoerd

De helft van de 3.445 zelfmelders die vanwege capaciteitsproblemen niet zijn opgeroepen, heeft een straf tot 2 weken openstaan. Met deze plaatsen kunnen enkele honderden en in het meest gunstige geval meer dan 1.000 kortgestrafte zelfmelders per jaar worden opgeroepen. De staatssecretaris blijft samen met DJI zoeken naar extra capaciteit om ook zelfmelders met hogere straffen te plaatsen. Uitgangspunt is dat opgelegde straffen worden uitgevoerd. 

Extra plekken voor kortgestrafte zelfmelders

Staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid): “Ik ben blij dat DJI ondanks de schaarste erin geslaagd is om extra plekken voor kortgestrafte zelfmelders te creëren. Het is een belangrijke stap in de goede richting. Ik blijf keihard doorwerken om meer capaciteit te genereren. Maar we zijn er nog lang niet. Daarvoor zijn de capaciteitsproblemen bij DJI te hardnekkig. Lastige keuzes over schurende maatregelen lijken onvermijdelijk. Maar daar loop ik niet voor weg.”

Capaciteitsproblemen hardnekkig

Coenradie schrijft in haar brief dat de capaciteitsproblemen bij DJI hardnekkig zijn en de komende tijd toenemen. Daarom worden nu tal van mogelijke maatregelen tegen het licht gehouden om te beoordelen of hiermee extra capaciteit beschikbaar komt. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de inperking van het aantal uren arbeid, waardoor gedetineerden meer uur op cel zitten en minder personeel nodig is. Ook wordt, waar mogelijk en verantwoord, meer ingezet op meerpersoonscellen.

Cellen huren in Estland

De staatssecretaris was deze week in Estland om een bezoek te brengen aan de gevangenis in Tartu en werd warm verwelkomd door minister van Justitie Liisa-Ly Pakosta. Er is afgesproken om serieus te onderzoeken of het mogelijk is voor Nederland om Estse cellen te huren. Er zijn financiële, juridische en praktische vragen die beantwoord moeten worden. Nederland en Estland zijn vastbesloten om hier samen aan te werken en uit te zoeken wat de beste manier is om samen te werken.


Prinsjesdag 2024: investeren in een veilig en rechtvaardig Nederland

Nederland veilig en rechtvaardig houden. Dat is het komende begrotingsjaar de leidende prioriteit. En dat is nodig, want onze veiligheid, vrijheden en de democratische rechtsstaat staan onder druk. Georganiseerde criminaliteit, maatschappelijke polarisatie en onvrede bedreigen onze vrijheid. Er wordt in 2025 geïnvesteerd in het versterken van de aanpak van georganiseerde criminaliteit en het versterken van de politie. Daarnaast gaat het kabinet door met het versterken van de toegang tot het recht. Voor het capaciteitstekort binnen het gevangeniswezen wordt door DJI samen met ketenpartners gezocht naar mogelijkheden om het tekort zoveel mogelijk terug te dringen.

Investeren in de veiligheid en weerbaarheid

De gezamenlijke inspanningen van partners om de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit aan te pakken, werpen hun vruchten af. Maar georganiseerde, ondermijnende criminaliteit blijft een gevaar voor de democratische rechtsstaat. Het kabinet investeert daarom structureel ruim € 120 miljoen in de versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit en het beschermen van de democratische rechtstaat. Daarnaast bedreigen zaken zoals desinformatie, spionage, cyberaanvallen en verschillende crises de nationale veiligheid. Het kabinet trekt € 65 miljoen uit voor het weerbaar maken van bedrijven en burgers. Zodat onze samenleving ook tijdens crises kan blijven functioneren. Ook politie speelt hierin een cruciale rol. Zij zijn niet alleen belast met de aanpak van criminaliteit maar ook met bijvoorbeeld de omgang met mensen met verward gedrag en administratieve verrichtingen in de asielketen. Aanvullend trekt het kabinet nog eens € 50 miljoen in 2025 oplopend tot € 100 miljoen 2027, uit voor de politie. De precieze besteding van de € 100 miljoen wordt op een later moment door de minister van Justitie en veiligheid bekend gemaakt. 

Versterken van de rechtsbescherming

Een goed functionerende democratische rechtsstaat heeft vele aspecten: waarborging van grondrechten, veiligheid op straat, vreedzame oplossing van conflicten en waar nodig bescherming van inwoners tegen de overheid. Mensen moeten de juiste hulp krijgen. Daarom versterkt het kabinet de toegang tot het recht, zodat mensen en bedrijven sneller en eenvoudiger een passende en duurzame oplossing kunnen vinden voor juridische problemen. Zo investeert het kabinet in het Juridisch Loket, zodat mensen beter doorverwezen kunnen worden naar de juiste hulp. Daarnaast investeert het kabinet in institutionele vernieuwing binnen de Rechtspraak.

Ook wil het kabinet de rechtspositie van kwetsbare kinderen en ouders die te maken krijgen met een kinderbeschermingsmaatregel versterken. Kinderbeschermingsmaatregelen, zoals uithuisplaatsingen, grijpen diep in op gezinnen en daarom moeten ouders en kinderen in deze procedures beter worden gehoord, betrokken en ondersteund. De inzet is vooral gericht op kwalitatief goede besluitvorming, rechtsbijstand in gerechtelijke procedures en het versterken van de rol van de kinderrechter. Hiervoor komt structureel € 25 miljoen beschikbaar. Het kabinet gaat door met de aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het bestaande programma ‘Preventie met Gezag’ waar € 99 miljoen voor beschikbaar is.

Structurele oplossingen voor capaciteitstekort gevangeniswezen

Nieuwe medewerkers zijn steeds moeilijker te vinden. Daarom werkt DJI samen met andere ketenorganisaties aan (tijdelijke) maatregelen om het capaciteitstekort bij DJI zoveel mogelijk terug te dringen. Daarbij wordt ingezet op structurele oplossingen. In 2025 gaan we ook door met het versterken van de aanpak van seksuele misdrijven. Die aanpak heeft een impuls gekregen met het in werking treden van de Wet seksuele misdrijven op 1 juli 2024.

Versterken crisisbeheersing en brandweerzorg

Een belangrijke conclusie van de evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s is dat een verbeterslag nodig is in de samenwerking tussen regio’s, crisispartners en het Rijk bij de aanpak van interregionale, bovenregionale en landelijke crises.  Een van de oplossingen hiertoe is het wijzigen van de Wet veiligheidsregio’s. Het streven is om het eerste deel van deze wetswijziging in de zomer van 2025 bij de Raad van State in te dienen. Gelijktijdig wordt doorgewerkt aan de tweede wetswijziging, waarbij specifiek aandacht uitgaat naar preventie brandveiligheid, de bedrijfsbrandweer, verbeteringen brandweeronderwijsstelsel, positie en taken Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties in de Regio (GHOR) en de financieringssystematiekvan het stelsel. 


Minister Van Hijum wil einde aan misstanden met arbeidsmigranten

Minister Van Hijum (SZW) wil een einde maken aan misstanden rondom vooral arbeidsmigranten die werken via een uitzendbureau. De minister verkent daarom de mogelijkheid van een algeheel verbod op uitzendwerk in bepaalde sectoren of een minimum percentage arbeidskrachten dat in vaste dienst moet zijn. Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Het betreft, zo schrijft de minister, een aanvullende maatregel voor wanneer resultaten achterblijven en misstanden blijven voortduren.

Minister Eddy van Hijum: “Er moet nu echt voortgang worden gemaakt. Deze misstanden duren al te lang voort. Werkgevers moeten orde op zaken stellen in hun sector. Laatst sprak ik een arbeidsmigrant die na 1 week door zijn uitzendbureau werd ontslagen, binnen 48 uur zijn woning moest verlaten en dakloos werd. En in wijken – bijvoorbeeld in Roosendaal waar ik onlangs was – is er ontzettend veel overlast omdat arbeidsmigranten in kleine appartementjes worden opgehokt. Als bedrijf moet je mensen fatsoenlijk behandelen en de problemen niet afschuiven op de samenleving. Iedereen heeft recht op een zeker bestaan, ook arbeidsmigranten.”

De aanleiding voor de brief is een signaal van de Arbeidsinspectie over 3 uitzendbureaus die een zeer hoog percentage ontslag op staande voet hadden en een onderzoek van Somo (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) over misstanden met uitzendbureaus in de vleessector. Naar aanleiding hiervan zijn er afspraken gemaakt met de vleessector over verbeteringen. Daar bovenop gaat de minister een sectoraal verbod verkennen, om die optie achter de hand te hebben mocht er onvoldoende voortgang worden geboekt. De verkenning is naar verwachting begin volgend jaar afgerond, waarna de minister een besluit neemt. Van Hijum: “Een dergelijk verbod is een ingrijpende stap, en een laatste redmiddel. Daarom verkennen we het ook zorgvuldig.”

Minister van Hijum werkt verder aan een wetsvoorstel waarmee malafide uitzendbureaus geweerd kunnen worden, de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten.


Vanaf 1 januari 2025 volledige handhaving op schijnzelfstandigheid

Op 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst volledig handhaven op schijnzelfstandigheid. Bedrijven en organisaties die mensen als zzp’er inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, kunnen dan weer een boete en naheffingen krijgen. Daarbij geldt een overgangsperiode van 1 jaar waarin werkgevers en werkenden nog geen vergrijpboete krijgen als zij kunnen bewijzen dat zij stappen zetten tegen schijnzelfstandigheid. De opheffing van het handhavingsmoratorium is een van de maatregelen die het kabinet neemt om schijnconstructies te bestrijden en draagt bij aan meer zekerheid op de arbeidsmarkt.

Staatssecretaris Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst): “Zelfstandige ondernemers leveren in Nederland een belangrijke bijdrage aan onze economie. En dat blijft zo. Als je echt een ondernemer bent en zelfstandig werkt kun je dat gewoon blijven doen. Maar de inzet van schijnzelfstandigen leidt wel tot oneerlijke concurrentie en ongelijke arbeidsvoorwaarden. Het kabinet wil deze balans op de arbeidsmarkt herstellen. De opheffing van het handhavingsmoratorium is een van de maatregelen om dit te bereiken. Hoewel veel bedrijven en zzp’ers zich druk aan het voorbereiden zijn op de handhaving vanaf 1 januari 2025 ben ik mij er ook van bewust dat de aanpassingen veel van hen vragen. Daarom krijgen bedrijven die kunnen aantonen dat zij aan de slag zijn met het tegengaan van schijnzelfstandigheid volgend jaar nog geen vergrijpboetes.”

Positie van mensen op de arbeidsmarkt verbeteren

Ook neemt het kabinet stappen om de positie van mensen op de arbeidsmarkt te verbeteren, onder andere door de verschillende wetsvoorstellen in het arbeidsmarktpakket. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk dat naast handhaving ook de verschillende arbeidscontractvormen gelijker worden getrokken. Hiervoor worden eerder aangekondigde maatregelen verder uitgewerkt, zoals de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en de (versnelde) afbouw van de zelfstandigenaftrek.

Meer duidelijkheid en hulp

Het kabinet neemt dit besluit nu ook omdat vanuit de markt is gevraagd om duidelijkheid over het opheffen van het handhavingsmoratorium, zodat men zich hierop kan voorbereiden. Er zijn veel bedrijven en organisaties die hun bedrijfsvoering al hebben aangepast. Met het opheffen van het moratorium neemt de rechtvaardigheid richting deze ondernemers ook toe. In de praktijk betekent het opheffen van het handhavingsmoratorium dat de Belastingdienst tijdens controles naheffingen kan opleggen als er binnen bedrijven en organisaties sprake is van schijnzelfstandigheid. Wanneer een bedrijf of organisatie niet aan de regels voldoet kan een naheffing tot maximaal 5 jaar terug worden opgelegd. De Belastingdienst kan alleen met terugwerkende kracht corrigeren tot 1 januari 2025, de datum van de opheffing. Om de arbeidsmarkt voor te bereiden op de opheffing van het handhavingsmoratorium blijft de Belastingdienst in aanloop naar 1 januari 2025 opdrachtgevers en zzp’ers voorzien van informatie en praktische hulp. Zo zoekt de Belastingdienst actief de samenwerking op met de markt om zoveel mogelijk onrust weg te nemen. Dit wordt de komende maanden via informatiesessies, webinars en bedrijfsgesprekken voortgezet. Ook blijft de Belastingdienst in gesprek gaan met onder andere koepels, brancheorganisaties en fiscaal dienstverleners.

Modelovereenkomsten

Het kabinet maakt ook bekend dat er geen modelovereenkomsten meer door de Belastingdienst worden goedgekeurd. Het gebruik van dergelijke modelovereenkomsten is niet langer houdbaar, omdat modelovereenkomsten geen zekerheid vooraf kunnen geven over het werken buiten dienstverband. Dit hangt namelijk af van hoe er in de praktijk wordt gewerkt, niet van wat er in een contract staat. De lopende modelovereenkomsten worden nog wel geëerbiedigd tot de einddatum van de overeenkomst.


Maatregelen voor bestaanszekerheid in een samenleving waar iedereen kan meedoen

Nederlanders meer zekerheid bieden over werk en inkomen. Dat is het doel van de maatregelen op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die het kabinet vandaag presenteert. Hoewel Nederland een welvarend land is, zijn er mensen met zorgen over of ze hun boodschappen wel kunnen betalen, een vast contract kunnen krijgen en volwaardig kunnen meedoen in de maatschappij. Het kabinet zet in het regeerprogramma daarom in op het verstevigen van de koopkracht, een brede aanpak van armoede en schulden, meer mensen aan het werk krijgen, het tegengaan van schijnzelfstandigheid, het vereenvoudigen van regelingen en een extra inzet op integratie.

Echt anders doen

Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid): We willen het echt anders doen met de sociale zekerheid. Nu zijn er heel veel ingewikkelde toeslagen en regelingen. Mensen zien door de bomen het bos niet meer, vaak vragen ze zelfs toeslagen waar ze recht op hebben helemaal niet aan. Ook de uitvoeringsorganisaties hebben veel problemen om in dit stelsel de mensen goed te helpen. Daarom zetten we de eerste belangrijke stappen om ons stelsel van sociale zekerheid te vereenvoudigen. Ook gaan we ervoor zorgen dat mensen niet meer worden gestraft omdat ze een klein foutje in hun aanvraag maken.

Werk is de beste manier om mee te doen in de maatschappij

Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie): Werk is de beste manier om mee te doen in de maatschappij. Een baan biedt de kans om talenten te ontwikkelen en anderen te ontmoeten. Zo draagt werk bij aan integratie en is het de beste weg uit armoede. Daarom is het belangrijk dat we zorgen voor goede en betaalbare kinderopvang voor alle werkende ouders. En mensen begeleiden naar werk dat bij ze past. Zodat zoveel mogelijk mensen in Nederland kunnen meedoen.

Werkzekerheid

Werk is de basis van bestaanszekerheid. Het kabinet wil dat meer mensen een vaste baan krijgen. Daarom komt er een wetsvoorstel met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen. En met een wetsvoorstel dat duidelijker maakt wanneer je werkt als werknemer of als zelfstandige. Om zelfstandigen beter te beschermen tegen verlies van inkomen bij langdurige arbeidsongeschiktheid en voor een gelijker speelveld tussen werkenden, komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Voor de kinderopvang komt er een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. Zodat zij verzekerd zijn van goede en betaalbare kinderopvang en terugvorderingen worden voorkomen. Zo wordt ook duidelijker wat meer werken aan extra inkomen oplevert.

Verstevigen koopkracht

Met een evenwichtig koopkrachtpakket ondersteunt het kabinet werkende middeninkomens en kwetsbare groepen, onder meer met een gerichte verlaging van belastingen. Werk is de beste weg uit armoede, maar lost niet altijd alles op. Om ervoor te zorgen dat mensen meer te besteden krijgen, verhoogt het kabinet de huurtoeslag en het kindgebonden budget. De afbouw van de dubbele algemene heffingskorting wordt bevroren, zodat de bijstand op peil blijft. Ook komt er een pakket aan maatregelen om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen. Voor 2025 en 2026 is een reservering opgenomen om een energiefonds op te richten, in het kader van de betaalbaarheid van de energierekening. Het kabinet wil samen met gemeenten het beleid tegen kinderarmoede verbeteren. Een basisvoorwaarde om je op school te kunnen ontwikkelen is een gevulde maag. Daarom reserveert het kabinet ook de komende jaren geld voor gratis schoolmaaltijden.

Vereenvoudigen toeslagen en regelingen

Ook wil het kabinet de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting vereenvoudigen en verbeteren. Daarom komt er een hervormingsagenda, waarbij zoveel mogelijk partijen worden betrokken, waaronder de mensen om wie het gaat. Dit moet leiden tot een visie voor de lange termijn. Tegelijkertijd vereenvoudigen we ook op de korte termijn waar het kan. Deze kabinetsperiode wordt wetgeving voorbereid op het gebied van:

  • Het vervangen van de kinderopvangtoeslag door een nieuw stelsel van financiering.
  • Het verbeteren en vereenvoudigen van de WIA met concrete voorstellen, geïnspireerd door de aanbevelingen van de OCTAS.
  • Het passender maken van de Participatiewet zodat werk, meedoen en aan de slag gaan makkelijker wordt.
  • Vereenvoudiging van de Toeslagenwet en de WW. Op de WW dient een bezuiniging te worden gerealiseerd.
  • Het herijken van het handhavingsbeleid in de sociale zekerheid en verdere vereenvoudiging van begrippen in het stelsel.

Integratie

Veel mensen doen mee en zetten zich volop in voor de samenleving. Maar te vaak gaat het ook niet goed. Het kabinet maakt daarom extra werk van integratie met een actieagenda. Werk en taal zijn de basis van integratie. Nog te veel statushouders zijn nog niet betaald aan het werk en afhankelijk van bijstand. Het kabinet gaat daarom aan de slag met gelijke kansen voor iedereen. Werkgevers worden ontzorgd zodat zij er zo weinig mogelijk geld en tijd aan kwijt zijn. Het kabinet zet zich ook in voor een samenleving waarin iedereen de vrijheid heeft om eigen keuzes te maken. Ook in een gesloten gemeenschap moet je zelf richting kunnen geven aan je leven. Daarom zetten we extra in op de aanpak van schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang en genitale verminking.


Werken aan een weerbare en rechtvaardige democratische rechtsstaat voor iedereen

Nederland veilig en rechtvaardig houden zodat mensen veilig en in vrijheid samen kunnen leven. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar niets is minder waar. Onze veiligheid, vrijheden en de democratische rechtsstaat staan onder druk. Maatschappelijke polarisatie, de impact van de georganiseerde misdaad maar ook het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen. Zomaar een paar voorbeelden, maar wel de realiteit. Vandaag presenteert het kabinet het regeerprogramma met daarin ook een voortvarende aanpak om Nederland veiliger en rechtvaardiger te maken.

Versterking van veiligheid en weerbaarheid in onze rechtsstaat

Minister David van Weel van Justitie en Veiligheid is deze kabinetsperiode ingegaan met 3 prioriteiten: de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit, de weerbaarheid van Nederland en het vertrouwen in de rechtsstaat. “Om onze democratie en rechtsstaat te beschermen versterkt het kabinet de aanpak van ondermijnende criminaliteit door ons land zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor criminelen. We verhogen  de straffen en pakken criminelen harder aan door hun geld en panden af te pakken waar het maar kan. Daarom investeren we fors in de opsporing bij de politie en het Openbaar Ministerie. Criminelen profiteren helaas ook van onze open economie en sterke infrastructuur. Daarom pakken we corruptie harder aan door zwaarder te straffen maar ook door overheden en bedrijven bewuster te maken van waar hun zwakke plekken zitten. Daar ga ik me de komende jaren hard voor maken.”

Gevaar voor de samenleving

Ondermijnende criminaliteit is een gevaar voor onze samenleving. Overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties slaan de handen ineen om Nederland onaantrekkelijker te maken voor en weerbaar te maken tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Maar ook de weerbaarheid bij overheden, bedrijven en ook burgers moet omhoog. Dreigingen zijn urgenter en complexer dan ooit. Daarom maakt het kabinet werk van het verhogen van de weerbaarheid zodat onze samenleving ook in tijden van crises kan blijven functioneren. Maar veilig en in vrijheid samen leven vraagt ook iets van de samenleving. Daarom wordt er een scherper onderscheid gemaakt tussen (vreedzaam) demonstreren en orde verstorende acties. Met burgemeesters, politie, Openbaar Ministerie en anderen die een bijdrage kunnen leveren wordt gesproken over een optimale mix van maatregelen om vreedzame demonstraties te faciliteren maar ook kordaat op te treden tegen diegenen die zich niet aan de wet houden.

Uitvoeren van opgelegde straffen

Het kabinet zet ook in op een snelle en zekere uitvoering van de straf. Het capaciteitstekort in het gevangeniswezen wordt aangepakt, waaronder de ontstane voorraad zelfmelders. Daarom werkt de Dienst Justitiële Inrichtingen samen met andere ketenorganisaties aan maatregelen om het capaciteitstekort zoveel mogelijk terug te dringen. Daarbij wordt ingezet op structurele oplossingen. Staatssecretaris Ingrid Coenradie van Justitie en Veiligheid: “Opgelegde straffen moeten ook echt uitgevoerd worden. Het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen en de TBS-instellingen pakken we met prioriteit aan. Daarvoor moet uiteraard goed personeel behouden en aangetrokken worden. Er komt extra celcapaciteit door het realiseren van ander type gevangenis met een sober programma voor criminelen met een korte straf. Ik ga graag aan de slag met de opdrachten in het regeerprogramma, want het is onuitlegbaar aan de samenleving dat criminelen vrij rondlopen.”

De rechtsstaat is van ons allemaal

De democratische rechtsstaat moet de grondrechten waarborgen, zorgen voor vreedzame oplossing van conflicten en waar nodig haar inwoners beschermen tegen de overheid en zorgen dat mensen de juiste hulp krijgen. Het kabinet versterkt daarom de toegang tot het recht, zodat mensen en bedrijven sneller en eenvoudiger een passende en duurzame oplossing kunnen vinden voor juridische problemen. De grondrechten worden beter gewaarborgd door het oprichten van een constitutioneel hof en betere toetsing van de grondrechten bij het maken van wetten. Bij kinderbeschermingsmaatregelen die diep ingrijpen op gezinnen moeten ouders en kwetsbare kinderen beter worden gehoord, betrokken en ondersteund.

Aanpak jeugdcriminaliteit

De inzet van het kabinet is kwalitatief goede besluitvorming, rechtsbijstand in gerechtelijke procedures en het versterken van de rol van de kinderrechter. Het kabinet gaat daarnaast door met de aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het programma Preventie met Gezag, om te voorkomen dat jongeren (verder) afglijden in de criminaliteit. Staatssecretaris Rechtsbescherming, Teun Struycken: “Onze democratische rechtsstaat is een groot goed. We moeten onze grondrechten beschermen en zorgen voor begrijpelijke en uitvoerbare wetten. De rechtsbescherming moet versterkt worden en mensen moeten toegang hebben tot het recht.  Zo vergroten we het vertrouwen in de rechtsstaat. Dat is de opdracht voor dit kabinet, én de samenleving.”


VWS start campagne over hulp bieden bij verward of onbegrepen gedrag

De publiekscampagne ‘Meldpunt Zorgwekkend Gedrag’ om het landelijk meldnummer 0800-1205 onder de aandacht te brengen is gestart. Het landelijk Meldpunt Zorgwekkend Gedrag helpt mensen als er geen sprake is van spoed maar zij zich wel zorgen maken over iemand in hun omgeving die verward of onbegrepen gedrag vertoont. Door te bellen met het landelijk meldnummer krijgen zij advies van deskundigen die meedenken of een melding maken bij de juiste hulpinstantie.

Staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport): “De groep mensen met verward of onbegrepen gedrag is divers. Niet iedereen waarover een melding wordt gedaan, heeft hulp vanuit de GGZ nodig. Sommigen zijn beter geholpen met hulp bij verslaving, schulden of een passende woning. Vaak gaat het om kwetsbare mensen die de juiste hulp nodig hebben om hun leven weer op de rit te krijgen. Om die reden is het belangrijk dat hun omgeving weet waar ze het best naar toe kunnen gaan.”

De juiste hulp

Mensen met verward of onbegrepen gedrag zijn door een opeenstapeling van problemen de grip op hun leven kwijt maar vragen meestal geen hulp. Zij hebben bijvoorbeeld dementie, een verstandelijke beperking of psychische aandoening. Ook problemen als schulden, dakloosheid of het verlies van een dierbare spelen soms een rol. Soms kunnen mensen met verward of onbegrepen gedrag zorgen voor overlast of onveiligheid in hun omgeving waardoor omwonenden en naasten voor moeilijke situaties komen te staan.

Verontrustende situaties in de toekomst voorkomen

In veel gevallen komt de politie als 1e ter plaatse terwijl zij vaak niet de aangewezen instantie zijn om verontrustende situaties in de toekomst te voorkomen. Door te bellen met het landelijk meldnummer komen signalen eerder op de juiste plek terecht waardoor mensen beter kunnen worden geholpen. De deskundigen van het meldpunt geven melders advies en handelingsperspectief over hoe om te gaan met een dergelijke situatie.

Over de campagne

Meldpunt Zorgwekkend Gedrag is een landelijk telefoonnummer dat naar een meldpunt in de buurt doorschakelt. De campagne is onderdeel van de aanpak voor mensen met verward of onbegrepen gedrag en is de komende weken te zien in supermarkten, huisartsenpraktijken, online, en te beluisteren op de radio. De campagnemiddelen zijn ontwikkeld in samenwerking met lokale meldpunten, beheerders van het landelijk meldpunt en ervaringsdeskundigen van MIND.