Overgangsfase van experiment gesloten coffeeshopketen (wietexperiment) start in juni

Vanaf 17 juni 2024 mogen coffeeshops in gemeenten die deelnemen aan het experiment zowel gedoogde als gereguleerde producten verkopen. De verwachting is dat een overgangsfase van 3 maanden voldoende is om de kwantiteit, kwaliteit en diversiteit van de gereguleerde producten te optimaliseren. Daarom is ervoor gekozen om de overgangsfase niet 6 weken, maar 3 maanden te laten duren en voorwaarden te koppelen aan de start van de experimenteerfase. Na de overgangsfase start de experimenteerfase waarin alleen nog gereguleerde cannabis mag worden verkocht in de gemeenten die meedoen aan het experiment.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Start van de experimenteerfase

Het is belangrijk dat de experimenteerfase pas start als het gereguleerde aanbod voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot kwantiteit, kwaliteit en diversiteit. Coffeeshophouders vinden het namelijk heel belangrijk dat meerdere telers gereed zijn om te leveren, zodat het aanbod van voldoende diverse telers afkomstig is. Wanneer het aanbod bij de start van de experimenteerfase onvoldoende is, neemt bovendien het risico op illegale (straat)handel toe. Daarom is ervoor gekozen om de overgangsfase te verlengen, zodat er voldoende tijd is om te voldoen aan deze voorwaarden. De start van de experimenteerfase is voorzien op 16 september 2024.

Eerste ervaringen

De gereguleerde cannabis wordt over het algemeen goed ontvangen door de klanten van de coffeeshops in Tilburg en Breda. Tot nu toe is de aanloopfase nuttig gebleken om zaken waar coffeeshophouders, telers en toezichthouders tegenaan lopen, te verzamelen. Zo worden de eerste gebruikerservaringen met het track & trace-systeem meegenomen in de verbetering van het systeem en in de voorlichting van toekomstige gebruikers. De inzichten die tijdens de aanloopfase in Breda en Tilburg worden opgedaan, worden met alle deelnemende gemeenten gedeeld. Op die manier kan daar de start van de overgangsfase zo soepel mogelijk verlopen. Uit de eerste ervaringen is gebleken dat de beperking van maximaal 500 gram gereguleerde cannabis in de coffeeshops praktisch niet uitvoerbaar is. Na overleg met de betrokken partijen is besloten dat de burgemeesters de maximale voorraad in de coffeeshops voor de gereguleerde cannabis kunnen verhogen naar een weekvoorraad.


Extra maatregelen om capaciteitsproblemen gevangenissen aan te pakken

Minister Weerwind voor Rechtsbescherming neemt aanvullende maatregelen om de krapte in de capaciteit bij gevangenissen aan te pakken. Vanwege het tekort aan personeel bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zijn er 2 extra tijdelijke noodacties in werking gezet. Zo moeten mensen die nog een straf tot maximaal 2 maanden hebben openstaan hun straf op een later moment uitzitten. Daarnaast worden gedetineerden soms al op vrijdag naar huis gestuurd als zij in het weekend of op maandag vrij zouden komen. Dat schrijft minister Weerwind in een brief aan de Tweede Kamer.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Deze extra acties worden genomen naast het sinds 6 december 2023 niet oproepen van zelfmelders. Op het moment zijn 330 cellen bij DJI niet bruikbaar, omdat er geen personeel beschikbaar is om deze te bemannen. Arrestanten kunnen vanwege het tekort bij gevangenissen niet goed doorgeplaatst worden, waardoor ook politiecellen vol zijn.

Minister Weerwind: “Deze acties zijn noodzakelijk om onveilige situaties te voorkomen. Volle gevangenissen en te weinig personeel is niet veilig voor medewerkers en gedetineerden. Dat laat ik niet gebeuren. Daarnaast: het mag niet zo zijn dat criminaliteit onbestraft blijft of dat de politie je op heterdaad arresteert en vervolgens niet kwijt kan omdat de politiecellen helemaal vol zitten. Daarom moet ik deze pijnlijke maar noodzakelijke keuzes maken.”

Maatregelen

In juli 2024 wordt bekeken of de tijdelijke noodacties kunnen worden beëindigd. Naast de lopende aanpak om personeel te werven zijn daarvoor de volgende maatregelen noodzakelijk:

  • Meer gedetineerden een deel van hun straf op een Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA) te laten ondergaan. Dit is een afdeling in of bij een gevangenis waar gedetineerden worden geplaatst die in aanmerking komen voor re-integratieverlof voor arbeid buiten de muren. 
  • Het doorplaatsen vanuit detentie naar forensische zorg te verbeteren.
  • Elektronisch toezicht aan het einde van de detentieperiode in specifieke gevallen mogelijk te maken.
  • Vervangende hechtenis te voorkomen door het verbeteren van de uitvoering van taakstraffen.

Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat arrestanten weer kunnen worden opgepakt en zelfmelders weer kunnen worden opgeroepen. Opgelegde straffen worden altijd uitgevoerd. Het is in het belang van zowel slachtoffers als veroordeelden dat dit zo snel als mogelijk gebeurt. De maatregelen zijn van kracht tot eind 2025. Als maatregelen eerder kunnen worden beëindigd zal elektronisch toezicht de eerste zijn.

Structurele oplossingen capaciteit

Naast de bovenstaande aangekondigde maatregelen werken we hard aan een structurele oplossing voor de krapte in de capaciteit. Hiervoor wordt de mogelijkheid uitgewerkt om de inzet van medewerkers te verminderen door robotisering. Tenslotte verkennen we de mogelijkheden voor het bouwen van nieuwe gevangenissen waar minder medewerkers nodig zijn.


Toelatingsstelsel uitzendbureaus

Minister Van Gennip wil misstanden rond arbeidsmigratie in Nederland tegengaan. Onderdeel van haar aanpak is een nieuw toelatingsstelsel voor uitzendbureaus. Het wetsvoorstel dat dit regelt, de ‘Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta)’, ligt momenteel ter behandeling in de Tweede Kamer. Ter aanvulling daarop wil het kabinet het ‘normenkader’ en richtlijnen die (private) inspectie-instellingen moeten volgen vastleggen. Dat gebeurt per ministeriële regeling.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Het normenkader is een gedetailleerdere uitwerking van de eisen waar uitleners aan moeten voldoen, zoals de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, naleving van de WagwEU-meldplicht en de juiste arbeidsvoorwaarden op grond van het loonverhoudingsvoorschrift. Inspectie-instellingen controleren uitleners periodiek op deze eisen uit het normenkader. Hoe inspectie-instellingen die controles moeten uitvoeren en afhandelen, is vastgelegd in het inspectieschema.


Nederland en Brazilië gaan intensiever samenwerken tegen drugssmokkel

De Douanediensten van Nederland en Brazilië gaan samen extra maatregelen nemen om drugssmokkel tegen te gaan. Deze afspraak maakte staatssecretaris Aukje de Vries van Financiën (Toeslagen en Douane) met de viceminister van de federale belastingdienst van Brazilië Adriana Gomes Rêgo. In een Letter of Intent legden ze vast dat ze scanbeelden van containers uitwisselen. Daarnaast spraken ze af om samen op te trekken om smokkel van synthetische drugs via de post te stoppen en ze gaan kennis uitwisselen over onderwaterrobots.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Staatssecretaris De Vries: “Nederland en Brazilië zijn beide landen met een goede infrastructuur. Criminelen maken daar misbruik van door drugs te smokkelen. Die drugssmokkelaars schuwen geen enkel middel. Daarom moeten we hen een stap voorblijven. Dat kan alleen als we samen optrekken. Brazilië is net als wij zeer gemotiveerd om de criminelen aan te pakken. Daarom is het goed dat we nu een volgende stap zetten in onze samenwerking.”

Scanbeelden uitwisselen tegen cocaïnesmokkel

De staatssecretaris en de viceminister tekenden op het Braziliaanse ministerie van Financiën een Letter of Intent. Daarin spraken ze af om de samenwerking te verstevigen als het gaat om het uitwisselen van scanbeelden van containers, om de smokkel van cocaïne tegen te gaan. Douaniers in Brazilië en in Nederland scannen dan dezelfde container en vergelijken de beelden met elkaar. Als de beelden verschillen, kan dat erop wijzen dat er voor het vertrek uit Brazilië op het haventerrein cocaïne in de container is gestopt. Op termijn willen de landen werken aan automatische beeldherkenning, zodat een systeem kan aangeven of er waarschijnlijk drugs in een container zit.

Drugs in de post

Verder spraken de landen af om de samenwerking uit te bouwen als het gaat om het voorkomen van smokkel van drugs per post. Vanuit Nederland worden synthetische drugs, zoals XTC, per post naar Brazilië gestuurd. De Nederlandse Douane ontwikkelt een algoritme om poststukken te herkennen waarin vermoedelijk verdovende middelen zitten. De kennis over het tegengaan van drugs per post gaan de douanediensten met elkaar delen, zodat Brazilië effectiever kan controleren op inkomende post.

Onderwaterrobots

De diensten in beide landen zien dat smokkelaars de drugs soms verstoppen aan de buitenkant van containerschepen. De verdovende middelen zitten dan onder de waterlijn van het schip. De Nederlandse douane gebruikt onderwaterrobots om de drugs op te sporen en te onderscheppen. De Braziliaanse douane wil ook intensiever onder de waterlijn controleren. De landen hebben afgesproken om kennis delen te gaan delen over de inzet van deze onderwaterrobots.

De maatregelen moeten een belangrijke stap vormen in de bestrijding van de georganiseerde misdaad, zowel in Brazilië als in Nederland.


Nederland en Suriname verstevigen samenwerking tegen drugssmokkel

De Surinaame minister van Financiën Stanley Raghoebarsing en staatssecretaris Aukje De Vries van Financiën (Toeslagen en Douane) hebben afgesproken om de samenwerking op douanezaken te verstevigen. De afspraken moeten een bijdrage leveren aan de inzet van de douane-organisaties in beide landen bij de bestrijding van drugssmokkel. Zo gaan Nederlandse en Surinaamse douaniers samen trainingen volgen en gaan de landen meer informatie uitwisselen over smokkelmethoden.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Staatssecretaris De Vries: “In zowel Suriname als Nederland worden scheepslijnen en vliegroutes misbruikt door criminelen, om zo drugs te smokkelen. Daarom willen we samenwerken, om zo alles op alles te zetten om drugssmokkel tegen te gaan. Zo raken we de criminelen in hun perverse verdienmodel.”

Nederland en Suriname werken al goed samen, bijvoorbeeld om drugssmokkel via luchthavens tegen te gaan. Vorig jaar is er een attaché van de Nederlandse Douane in Paramaribo geplaatst, die intensief samenwerkt met de Surinaamse Douane. Bovendien delen de Douanediensten inlichtingen en informatie over smokkelmethoden. Deze samenwerking draagt bij aan het doel om de drugs al te onderscheppen voor ze richting Nederland vertrekken.

De landen willen de samenwerking verder verstevigen om smokkel via zeehavens een halt toe te roepen. Daarom hebben de minister en de staatssecretaris de intentie uitgesproken om nog dit jaar een Memorandum of Understanding te tekenen tussen beide Douanediensten, waarin ze de versterking van de samenwerking verder vormgeven.

De Nederlandse Douane ziet dat er steeds meer drugs uit Latijns-Amerika komen. Suriname is een doorvoerland voor cocaïne uit andere landen. Omdat criminele netwerken achter dit soort smokkel op een geavanceerde manier opereren, is het cruciaal om internationaal de handen ineen te slaan. De afspraken moeten gaan helpen om drugssmokkel al bij de bron aan te pakken.

Vorig jaar heeft de Douane 523 kilo drugs afkomstig uit Suriname onderschept. Dat is een daling ten opzichte van het jaar ervoor, toen er 1187 kilo werd onderschept. De drugs kwamen vorig jaar vooral via luchtvracht, in 2022 was dat vooral via de havens.


Douane onderschept fors meer cocaïne in 2023

In 2023 heeft de Douane bijna 60.000 kilogram cocaïne in beslag genomen. Dit is een forse stijging ten opzichte van het jaar ervoor, toen ruim 51.000 kilogram cocaïne in beslag werd genomen. De grootste hoeveelheden werden aangetroffen in de havens van Rotterdam en Vlissingen. Op de luchthavens verdubbelde het aantal kilo’s cocaïne dat de Douane onderschepte.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

Staatssecretaris Aukje de Vries van Toeslagen en Douane: “De drugssmokkelaars zijn nietsontziend en schuwen geen enkel middel. Daarom moeten we alles op alles zetten om de drugs te onderscheppen. We werken daarbij steeds meer samen met ondernemers en met andere landen. Het is goed dat de Douane daardoor steeds meer drugs tegenhoudt. Zo raken we de criminelen waar het pijn doet, in hun perverse verdienmodel. Deze strijd blijft voortdurende aandacht en investeringen vragen.”

Samenwerking met België

De staatssecretaris maakte de drugscijfers bekend in Vlissingen, samen met de Belgische minister van Financiën Vincent van Peteghem. In België is het afgelopen jaar 116.000 kilo in beslag genomen. Dat is ook meer dan het jaar ervoor, toen 109.000 kilo in beslag werd genomen. De Nederlandse en Belgische Douane werken intensief samen in hun strijd tegen drugssmokkel. Zo is het Nederlandse duikteam van de Douane in Antwerpen actief en trekken de landen samen op in de samenwerking met Latijns-Amerika. Ook werken de douanediensten nauw samen als het gaat om automatische beeldherkenning bij scans.

Smokkel via havens

In de havens heeft de Douane het afgelopen jaar ruim 140 zendingen met cocaïne in beslag genomen. Dat is ongeveer evenveel als het jaar ervoor. Het gemiddeld aantal kilo’s per zending is toegenomen. De Douane trof de grootste zending met cocaïne ooit aan. Dat betrof een zending van 8000 kilo cocaïne, die vanuit Ecuador via Panama naar Rotterdam is gestuurd. De meest voorkomende vindplaats van drugs was de koelmotor van containers. Verder troffen douaniers regelmatig drugs aan tussen de lading of verwerkt in de containerconstructie.

In Rotterdam is de Douane meer containers gaan scannen. Het gaat om een toename van 40% meer scans ten opzichte van 2022.De Douane blijft in de havens daarnaast constant innoveren om criminelen voor te blijven, onder andere met de inzet van onderwaterdrones, slimme camera’s en drones. Met behulp van een drone wist de Douane bijvoorbeeld drugssmokkelaars op een onderwaterscooter te onderscheppen.

Smokkel via luchtvracht

Ook in de luchtvracht is sprake van een grote toename van het aantal kilo’s aangetroffen cocaïne. In 2023 onderschepte de Douane op de luchthavens bijna 2.250 kilogram cocaïne, ten opzichte van bijna 1.300 kilogram in 2022. De Douane werkt ook op luchthavens intensiever samen met het bedrijfsleven. Onder meer door informatie uit te wisselen over drugszendingen.

Samenwerking met Latijns-Amerika

In landen in Latijns-Amerika zijn het afgelopen jaar juist minder drugs met Nederland als bestemming in beslag genomen. Een opvallende afname van het aantal inbeslagnames van drugs die bestemd zijn voor Nederland is zichtbaar in Brazilië. De Nederlandse Douane is de afgelopen jaren intensiever samen gaan werken met de Douane in Brazilië. Zo startte er het afgelopen jaar een pilot waarin scanbeelden worden uitgewisseld. Ook met andere landen is de samenwerking geïntensiveerd, zoals de Douane in Ecuador, Panama en Costa Rica. Verder zijn er in verschillende Latijns-Amerikaanse landen Douaneliaisons aan de slag gegaan en zijn er Douaneverdragen gesloten, onder meer met Ecuador. Daardoor kunnen er bijvoorbeeld meer inlichtingen uitgewisseld worden tussen de Douanediensten.


Extra geld voor Centrum Seksueel Geweld

De komende 3 jaar kan de Stichting Landelijk Centrum Seksueel Geweld (LCSG) rekenen op ruim € 1,1 miljoen. Dat is een verdubbeling van het basisbedrag van 2023. Het extra geld vloeit voort uit de motie-Van der Laan/Van der Werf over het versterken van de landelijke functie van het Centrum Seksueel Geweld.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Het Centrum Seksueel Geweld (CSG) is een plek waar slachtoffers van een nare seksuele ervaring – online of offline – de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben: forensische, medische en psychische hulp. Het ministerie van Justitie en Veiligheid, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en gemeenten hebben de handen ineengeslagen om extra middelen beschikbaar te stellen zodat het LCSG de komende jaren zijn kerntaken verder kan versterken.

Het Landelijk Centrum Seksueel Geweld kent in totaal 16 locaties, verspreid over Nederland. Bij het CSG werkt een team van artsen, verpleegkundigen, politie en andere hulpverleners samen om slachtoffers van seksueel geweld specialistische zorg te geven. Al sinds het bestaan van het Centrum Seksueel Geweld is sprake van jaarlijkse groei van het aantal slachtoffers dat zich daar meldt voor hulp. Dat vergt extra inspanning van de Stichting Landelijk Centrum Seksueel Geweld om dit in goede banen te leiden. Met het extra geld wordt het LCSG versterkt en kan het LCSG zijn hulpverlening beter laten aansluiten bij de trends en ontwikkelingen onder de slachtoffers die aankloppen.

Parallel aan deze versterking wordt ook meteen een evaluatietraject vormgegeven, om in 2026 een besluit te nemen over een duurzame structuur van het LCSG en hoe dat te financieren.


Nieuwe verordening maakt delen digitaal bewijsmateriaal van strafzaken binnen Europa makkelijker

Vanaf maart 2026 treedt in de Europese Unie de verordening ‘eEvidence’ in werking. De verordening is een verscherping van de bestaande afspraken over het delen van digitaal bewijsmateriaal tussen landen. Het betreft bewijsmateriaal in bestaande strafzaken die zijn opgeslagen bij internet dienstaanbieders. Bijvoorbeeld domeinbedrijven, mobiele telefoondiensten of online gamingdiensten.  

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de jaaropleiding integrale aanpak ondermijning van SBO.

In meer dan helft van de strafzaken is digitaal bewijsmateriaal hard nodig om een zaak rond te krijgen. Daarbij zijn veel strafzaken grensoverschrijdend, net zoals ‘het internet’ niet bij onze landsgrens stopt. Zo is de verordening een belangrijke vooruitgang in de opsporing en berechting van criminelen in de hele Europese Unie. Belangrijk voor de Nederlandse burger én alle hier opererende bedrijven die vertrouwen op een goed functionerende rechtstaat.

De komende twee jaar worden door het Ministerie van Justitie en Veiligheid goed benut om de veranderingen die de verordening betekenen, te implementeren. Naast het ontwikkelen van nieuwe wetgeving omtrent het delen van digitaal bewijsmateriaal zijn er belangrijke veranderingen op til voor ons opsporingsapparaat en Openbaar Ministerie. Daarnaast is er een publiek private samenwerking met diverse vertegenwoordigers van de verschillende internetdiensten in Nederland gestart om de vernieuwing in goede banen te leiden.


Excessen overschaduwen verder overzichtelijke jaarwisseling

De jaarwisseling van 2023-2024 is met minder incidenten en op veel plaatsen overzichtelijk verlopen. Tegelijk zorgden excessen met zware explosies van geweld, verstoringen van de openbare orde en wanordelijkheden met vaak illegaal vuurwerk voor gewonden en schade in het land. Zo werden bijna 300 politieagenten en andere personen met een publieke taak slachtoffer van fysiek en verbaal geweld. Ook is in totaal sprake van een daling van het aantal vuurwerkslachtoffers op spoedeisende hulp of huisartsenpost, maar is het letsel door zwaar en illegaal vuurwerk wel toegenomen. Verder worden meer jongeren gezien onder zowel de vuurwerkslachtoffers als onder de overlastveroorzakers.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Dat blijkt uit het Landelijk beeld jaarwisseling 2023-2024 dat minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. De rapportage geeft een cijfermatig beeld van de jaarwisseling en geeft geen beeld van de impact van de incidenten op de mensen in het werkveld. Zoals elk jaar werken de gemeenten, politie, boa’s, brandweer, ambulancezorg, zorgpersoneel, Openbaar Ministerie, Inspectie Leefomgeving en Transport en andere betrokken organisaties hard om de jaarwisseling zo veilig mogelijk te laten verlopen.

Verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen

Afgelopen jaarwisseling was de tweede oud en nieuw-viering waarin er effectief sprake was van een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen. Net als vorig jaar is ook dit jaar het aantal letsels door dit type vuurwerk verder afgenomen. In aanloop naar de jaarwisseling is vanuit verschillende partijen veel gedaan aan preventie om de jaarwisseling voor iedereen een feest te laten zijn. Zo zetten gemeenten jongerenwerkers en buurtvaders in om met de doelgroep in gesprek te gaan, worden preventief containers afgesloten door boa’s en voert ook de politie gesprekken met mogelijke raddraaiers. Verder voert de Inspectie Leefomgeving en Transport elk jaar productveiligheidsonderzoeken uit om te voorkomen dat onveilig vuurwerk in omloop wordt gebracht. Ook gold in 16 gemeenten een lokaal vuurwerkverbod.

Explosies van geweld

Volgens minister Yeşilgöz-Zegerius is nog een hoop inzet nodig van de hele samenleving voor een veiliger verloop van de jaarwisseling. Minister Yeşilgöz-Zegerius: “De explosies van geweld, zelfs gerichte acties met zwaar illegaal vuurwerk, tegen agenten, brandweermensen en andere hulpverleners zijn onaanvaardbaar. Juist deze mensen doen een stap naar voren voor de veiligheid van anderen. Er wordt hard strafrechtelijk opgetreden. In de vervolging wordt alles op alles ingezet met ook zwaardere straffen als gaat om geweld tegen juist de mensen die zich inzetten voor de veiligheid van de samenleving. Ook wordt vanuit gemeenten steeds meer gedaan om met politie en Openbaar Ministerie bekende raddraaiers eruit te pikken. Maar om onze straten en buurten veilig te houden ligt een duidelijke grote opgave voor ons allemaal –  tevens als ouders, buren en vrienden – vooral omdat ook jongeren worden gezien bij de rellen. Welke stappen nu verder nodig zijn, gaan we op korte termijn bespreken met politie, Openbaar Ministerie, lokaal bestuur, politie- en boabonden.”

Overzicht rapportage 2023-2024

  • Op de spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen en huisartsenposten hebben zich 1.212 vuurwerkslachtoffers gemeld. Dat is 3% minder ten opzichte van de voorgaande jaarwisseling.
  • De brandweer heeft 3.680 meldingen ontvangen. Dat is minder dan de 4.155 meldingen van brand vorige jaarwisseling.
  • Het aantal incidenten tijdens de jaarwisseling is met 29,2% gedaald naar 7.437 incidenten.
  • In totaal werden 295 politieagenten en personen met een publieke taak slachtoffer van fysiek of verbaal geweld. Dit is een toename van 52% van politieambtenaren die geconfronteerd werden met geweld (GTPA) en een toename van 88,2% van slachtoffers van personen met een publieke taak (VPT).
  • Het aantal aanhoudingen door de politie is in totaal met 1,4% gestegen ten opzichte van het gemiddelde in de afgelopen vier jaren. Tijdens oud en nieuw werden 287 personen aangehouden in verband met incidenten binnen de jaarwisselingsthema’s.
  • Er werden 364 overlastgevende jongeren onder de 18 jaar geregistreerd. Dit is een stijging van 78% ten opzichte van het gemiddelde van de vorige vier jaarwisselingen, al gaat het om relatief lage aantallen op het totaal overlastgevers volgens de politie.
  • De politie heeft bij het Openbaar Ministerie (OM) tot nu toe 156 zaken met aangehouden personen aangeleverd op verdenking van een misdrijf dat verband houdt met de jaarwisseling. Dit is een afname van 3% ten opzichte van vorig jaar, toen werden er rond deze tijd 161 zaken aangeleverd bij het OM.

Voortgang aanpak geldzorgen, armoede en schulden

Carola Schouten, de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, heeft de voortgangsrapportage Aanpak geldzorgen, armoede en schulden naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze voortgangsrapportage gaat de minister in op de huidige stand van zaken rondom het bestrijden van armoede. De armoedecijfers laten volgens de rapportage een bemoedigend beeld zien. Tegelijkertijd zijn er signalen vanuit maatschappelijke organisaties dat er nog meer dan voorheen een beroep wordt gedaan op sociale voorzieningen.

Frank van Summeren, adviseur bij RONT Management Consultants en docent op de training casus en procesregie op zorg en veiligheid.

Minister Schouten: “In Nederland moet je fatsoenlijk kunnen rondkomen. Dat betekent nieuwe kleding kunnen kopen als de kinderen dat nodig hebben en vaste grond onder de voeten hebben zodat je plannen kan maken voor de toekomst. Door de forse inflatie hebben veel mensen moeite om het hoofd boven water te houden. Het bestrijden van armoede was dan ook roeien tegen de stroom in. Door de maatregelen die we hebben genomen laten de armoedecijfers een bemoedigend beeld zien. Tegelijkertijd moeten we ons niet blind staren op alleen die cijfers. Daar gaan veel verhalen achter schuil van mensen die kampen met schulden, of die net boven de grens zitten en door bepaalde kosten toch niet rondkomen.”

Armoedecijfers

In 2015 leefde volgens het Centraal Plan Bureau (CPB) 6,3% van de mensen in armoede. In 2023 is dit getal gedaald naar 4,8%. De verwachting is dat het in 2024 gelijk blijft. In deze raming voor 2024 is de extra stijging van het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen echter nog niet meegenomen. Om de kabinetsdoelstelling voor het verminderen van armoede te behalen, moet het cijfer dalen naar 3,15% in 2030. In 2015 leefde 9,1% van de kinderen in armoede. In 2023 is dit getal gedaald naar 6,2%, en de verwachting is dat het in 2024 verder daalt naar 5,1%. In 2025 moet dit aandeel gedaald zijn naar 4,6%.

Armoedegrens

De armoedegrens die het CPB hanteert is het niet-veel-maar-toereikend-criterium van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Uitgangspunt daarbij is dat een huishouden in armoede leeft als het voor langere tijd niet kan beschikken over noodzakelijke goederen en voorzieningen. De daling is een gevolg van de kabinetsmaatregelen om de gevolgen van de hoge energieprijzen te dempen en van de structurele maatregelen om armoede tegen te gaan. Voor komend jaar zijn dat onder andere de extra verhoging van het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen, de verhoging van het kindgebonden budget en de verhoging van de huurtoeslag.

Problematische schulden

Het aantal huishoudens met problematische schulden zit sinds 2015 rond de 8% van de huishoudens. In 2023 gaat het om 8,8%. De minister noemt deze cijfers in de voortgangsrapportage zorgelijk. Deze groei is volgens het CBS met name het gevolg van een stijging van problematische schulden bij de belastingdienst. Het vermoeden bestaat dat de oorzaak van deze stijging ligt in de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren, waaronder de opschorting van de invordering en de corona-uitstelregeling voor ondernemers.

Verschillende maatregelen

Het kabinet werkt aan verschillende maatregelen om de schuldenproblematiek tegen te gaan. Zo is de standaard duur van een schuldregeling verkort, van drie naar anderhalf jaar, zodat mensen sneller weer door kunnen met hun leven. Ook wordt er ingezet op vroegsignalering en is er een verbeterplan voor de gemeentelijke schuldhulpverlening om het bereik en de kwaliteit te verbeteren.

Mee kunnen doen in de samenleving

Er zijn verschillende maatregelen genomen zodat mensen die leven in armoede zoveel mogelijk mee kunnen doen in de samenleving. Zo is de subsidie aan SAM& – het samenwerkingsverband van Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job – het afgelopen jaar eenmalig met € 4,5 miljoen verhoogd naar € 14,5 miljoen. Bij deze organisaties kunnen ouders terecht om geld aan te vragen voor bijvoorbeeld een bijdrage aan de contributie van de voetbalclub of benodigdheden voor een verjaardagsfeestje. Mede door de extra middelen is het aantal kinderen dat tot oktober 2023 is bereikt met 27% gestegen ten opzichte van 2022.